E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2011:BR6728
LJN BR6728, Rechtbank 's-Gravenhage, 11/20854

Inhoudsindicatie:

Verweerder heeft niet voldaan aan de in de tussenuitspraak gegeven opdracht om te onderzoeken of eiser op grond van de in het Sahin-arrest genoemde criteria valt onder de werkingssfeer van artikel 13 Besluit nr. 1 /80. De rechtbank zal deze beoordeling daarom zelf maken. Nu eiser zich heeft gehouden aan de regels van de lidstaat van ontvangst op het gebied van de toegang, het verblijf en het verrichten van arbeid bevindt hij zich derhalve legaal op het grondgebied van Nederland en valt hij onder het toepassingsbereik van artikel 13 Besluit nr. 1 /80.

Uit artikel 24 VV 2000, zoals dat luidde op 1 december 1980, volgt dat de geldigheidsduur van een vergunning tot verblijf als hoofdregel telkenmale ten hoogste met één jaar kon worden verlengd. Dit artikel bevatt e één uitzondering op die hoofdregel. Aan deze uitzondering op de hoofdregel voldoet eiser niet. Van een versoepeling van de op 1 december 1980 toepasselijke bepaling waarvan later weer is teruggekomen, is de rechtbank in het onderhavige geval niet gebleken. Gelet hierop is het ieder jaar moeten verlengen van de verblijfsvergunning geen nieuwe beperking als bedoeld in artikel 13 Besluit nr. 1 /80.

Verweerder kan voorts worden gevolgd in zijn standpunt dat bij Turkse werknemers, die een beroep kunnen doen op de bepalingen van artikel 6 van Besluit nr. 1 /80, sprake is van een geleidelijke opbouw van rechten en dat verweerder er een belang bij heeft die opbouw ieder jaar te toetsen door in het kader van de verlengingsaanvraag te bezien of (nog steeds) aan de voorwaarden wordt voldaan. Gelet hierop heeft verweerder ook ieder jaar leges kunnen vragen, welke leges onlangs fors zijn verlaagd. Gelet hierop is het ieder jaar leges moeten betalen voor het verlengen van de verblijfsvergunning geen nieuwe beperking als bedoeld in artikel 13 Besluit nr. 1 /80.

Het discriminatieverbod van artikel 9 Associatieovereenkomst moet in samenhang worden gezien met de standstillbepaling. Op grond daarvan mogen oude voorwaarden worden gehandhaafd, zelfs als die een onderscheid tot gevolg hebben tussen Turkse staatsburgers en burgers van de Unie. Voorts heeft het Hof onderkend dat Turkse staatsburgers vaker om verlenging moeten vragen, maar niet geoordeeld dat de positie van Turkse staatsburgers exact gelijk dient te zijn aan die van de burgers van de Unie en nadrukkelijk de mogelijkheid opengelaten dat weliswaar hogere leges gelden voor Turkse staatsburgers, doch dat die niet onevenredig zijn.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie