Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Medeplegen van poging tot afpersing. Medeplegen van bedreiging met zware mishandeling. Verdachte heeft, samen met een ander, gedurende een periode van twee weken geprobeerd om het slachtoffer een geldbedrag af te persen. Aan het slachtoffer zijn hiertoe twee brieven gestuurd en een aantal sms-berichten met daarin dreigende teksten die hem moesten bewegen om het geldbedrag te betalen. Een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden met aftrek waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Alsmede onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zal meewerken aan de vaststelling van zijn identiteit en de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt het volgen van een COVA-training + een schadevergoeding.

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer 09/754276-10

Datum uitspraak: 27 april 2011

Tegenspraak

(Promis)

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] in 1971,

adres: [adres],

thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [adres].

1. Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 13 april 2011.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. Rijsdorp en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. D.M. Drok, advocaat te 's-Gravenhage, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2. De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 07 december 2010 tot en met 29 december

2010 te Bergambacht en/of Schoonhoven en/of elders in Nederland ter uitvoering

van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met

een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 50.000/55.000 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen die [slachtoffer] twee, althans één, brieven/brief en/of telkens sms-berichten heeft

gestuurd inhoudende - kort gezegd -

- de mededeling dat die [slachtoffer] hem en/of zijn mededader(s) 50.000/55.000

euro, althans een geldbedrag moest betalen en/of

- dat die [slachtoffer] via een opgegeven telefoonnummer contact met hem en/of zijn

mededader(s) moest opnemen teneinde betalingsafspraken te maken en/of wat de

wijze en/of het tijdstip en/of de locatie van betaling was en/of

- (deze mededeling(en) kracht bijzettend) meerdere, althans één, zinsnede(s) van bedreigende aard en/of strekking gericht tegen die [slachtoffer] en/of [dochter slachtoffer], zijnde de dochter van die [slachtoffer] en/of [zoon slachtoffer], zijnde de zoon van die [slachtoffer] en/of [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer], onder andere 'je krijgt 1 kans om mijn geld terug te betalen anders laat echt die kankerkop van je eraf schieten' en/of 'vier mensen weten waar je zit en die houden alles in de gaten' en/of 'hoor ik voor donderdag niks dan ben je dood lange' en/of 'wees zuinig op je kinderen' en/of 'zie ik niks van je krijg je bezoek en je dochter en zoon ook en je ex kan dan beter haar winkel sluiten' en/of 'betaal anders pakken we je kinderen' en/of 'je krijgt nog 1 kans deze dagen als we de politie ergens zien en je naait ons ga je knallend met een gat in je borst 2011 in' en/of (daarbij) meerdere, althans één foto('s) van het huis van die [slachtoffer] en/of van het huis van [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer] heeft gevoegd,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

2.

hij in of omstreeks de periode van 07 december 2010 tot en met 29 december

2010 te Bergambacht en/of Schoonhoven en/of elders in Nederland, tezamen en in

vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] en/of [dochter slachtoffer], zijnde de dochter van die [slachtoffer] en/of [zoon slachtoffer], zijnde de zoon van die [slachtoffer] en/of [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer] schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend

- die [slachtoffer] twee, althans één, brieven/brief en/of telkens sms-berichten gestuurd inhoudende - kort gezegd - dat die [slachtoffer] hem en/of zijn mededader(s) een geldbedrag moest betalen en/of

- (deze mededeling(en) kracht bijzettend) onder andere 'je krijgt 1 kans om mijn geld terug te betalen anders laat echt die kankerkop van je eraf schieten' en/of 'vier mensen weten waar je zit en die houden alles in de gaten' en/of 'hoor ik voor donderdag niks dan ben je dood lange' en/of 'wees zuinig op je kinderen' en/of 'zie ik niks van je krijg je bezoek en je dochter pakken we je kinderen' en/of 'je krijgt nog 1 kans deze dagen als we de politie ergens zien en je naait ons ga je knallend met een gat in je borst 2011 in' en/of

- (daarbij) meerdere, althans één foto('s) van het huis van die [slachtoffer] en/of van het huis van [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer]

gevoegd;

art 285 lid 2 Wetboek van Strafrecht

art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3. Het bewijs

3.1 Het standpunt van de officier van justitie

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander een poging heeft gedaan om iemand een geldbedrag af te persen. Voorts heeft verdachte samen met een ander het slachtoffer, zijn ex-vrouw, zijn dochter en zijn zoon bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling.

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte feit 1 en feit 2 heeft begaan.

3.2 Het standpunt van de verdediging

Ten aanzien van de ten laste gelegde feiten heeft de verdediging ter zitting geen verweer gevoerd.

3.3 De beoordeling van de tenlastelegging

Omdat met betrekking tot het ten laste gelegde feit sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering zal de rechtbank volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:

A. Een ambtsedig proces-verbaal van aangifte van 15 december 2010, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer PL1620 2010185244-1, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] (blz. 13 e.v.).

B. Een ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 december 2010, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer PL1609 2010185244-4, inhoudende de verklaring van verdachte (blz. 239 e.v.).

C. Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte (inbewaringstelling), op 31 december 2010 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier;

D. Een ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 januari 2011, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer PL1609 2010185244-27, inhoudende de verklaring van verdachte (blz. 306 e.v.).

E. Een ambtsedig proces-verbaal van verhoor van 6 januari 2011, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer PL1609 2010185244-29, inhoudende de verklaring van [betrokkene] (blz. 316 e.v.).

F. Geschriften, zijnde uitgewerkte tapgesprekken telecomonderzoek, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer 2010185244-4 (blz. 29 e.v.).

G. Een geschrift, zijnde een kopie van de eerste dreigbrief, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer 2010185244-4 (blz. 274).

H. Een geschrift, zijnde een kopie van de tweede dreigbrief, opgenomen in het doorgenummerde dossier van de politie Hollands Midden met nummer 2010185244-4 (blz. 275).

3.4 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1.

in de periode van 07 december 2010 tot en met 29 december

2010 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 50.000/55.000 euro, toebehorende aan [slachtoffer], met zijn mededader, die [slachtoffer] twee brieven en sms-berichten heeft gestuurd inhoudende - kort gezegd -

- de mededeling dat die [slachtoffer] hem en zijn mededader 50.000/55.000

euro, moest betalen en

- dat die [slachtoffer] via een opgegeven telefoonnummer contact met hem en zijn mededader moest opnemen teneinde betalingsafspraken te maken en wat de wijze en het tijdstip en de locatie van betaling was en

- deze mededelingen kracht bijzettend meerdere zinsnedes van bedreigende aard en/of strekking gericht tegen die [slachtoffer] en/of [dochter slachtoffer], zijnde de dochter van die [slachtoffer] en/of [zoon slachtoffer], zijnde de zoon van die [slachtoffer] en/of [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer], onder andere 'je krijgt 1 kans om mijn geld terug te betalen anders laat echt die kankerkop van je eraf schieten' en 'vier mensen weten waar je zit en die houden alles in de gaten' en 'hoor ik voor donderdag niks dan ben je dood lange' en 'wees zuinig op je kinderen' en 'zie ik niks van je krijg je bezoek en je dochter en zoon ook en je ex kan dan beter haar winkel sluiten' en 'betaal anders pakken we je kinderen' en 'je krijgt nog 1 kans deze dagen als we de politie ergens zien en je naait ons ga je knallend met een gat in je borst 2011 in' en foto's van het huis van die [slachtoffer] en van het huis van [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer] heeft gevoegd,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.

in de periode van 07 december 2010 tot en met 29 december 2010 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer] en [dochter slachtoffer], zijnde de dochter van die [slachtoffer] en [zoon slachtoffer], zijnde de zoon van die [slachtoffer] en [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer] schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk dreigend

- die [slachtoffer] twee brieven gestuurd inhoudende - kort gezegd - dat die [slachtoffer] hem en zijn mededader een geldbedrag moest betalen en

- deze mededelingen kracht bijzettend onder andere 'je krijgt 1 kans om mijn geld terug te betalen anders laat echt die kankerkop van je eraf schieten' en/of 'vier mensen weten waar je zit en die houden alles in de gaten' en/of 'hoor ik voor donderdag niks dan ben je dood lange' en/of 'wees zuinig op je kinderen' en/of 'zie ik niks van je krijg je bezoek en je dochter pakken we je kinderen' en - daarbij foto's van het huis van die [slachtoffer] en van het huis van [ex-vrouw slachtoffer], zijnde de ex-vrouw van die [slachtoffer] gevoegd.

4. De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

5. De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van omstandigheden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6. De straf/maatregel

6.1. De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt het volgen van een COVA-training.

6.2. Het standpunt van de verdediging

Volgens de verdediging heeft verdachte meer baat bij een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd dan bij een een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dit gelet op de mogelijkheden van verdachte een nieuwe start te maken, het feit dat verdachte spijt heeft van zijn daden en deze niet heeft ontkend en het feit dat hij de impact van zijn daden overziet.

Voorts heeft de raadsvrouw van verdachte ter zitting aangevoerd dat er sprake is van eendaadse samenloop, nu het eerste en tweede ten laste gelegde feit dezelfde feiten betreffen en dat de artikelen 55 tot en met 57 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn.

6.3. Het oordeel van de rechtbank

Na te melden maatregel is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Verdachte heeft, samen met een ander, gedurende een periode van twee weken geprobeerd om het slachtoffer, [slachtoffer], een geldbedrag af te persen. Aan het slachtoffer zijn hiertoe twee brieven gestuurd en een aantal sms-berichten met daarin dreigende teksten die hem moesten bewegen om een aanzienlijk geldbedrag te betalen aan verdachte en zijn medeverdachte. Ook hebben in diezelfde periode verdachte en een ander het slachtoffer, zijn ex-vrouw en zijn kinderen schriftelijk bedreigd.

Verdachte heeft verklaard dat hij en zijn medeverdachte de feiten hebben gepleegd om op een makkelijke manier aan een geldbedrag te komen. Het betreffen ernstige feiten, die door aangever, zijn ex-vrouw en nog jonge kinderen als zeer beangstigend zijn ervaren. Zij hebben twee weken in spanning en angst moeten leven. De feiten hebben een enorme impact op hen gehad.

Blijkens een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie van 31 december 2010 is verdachte eerder met politie en justitie in aanraking geweest.

De rechtbank houdt rekening met het reclasseringsadvies d.d. 14 februari 2011 van de Reclassering Nederland, opgemaakt en ondertekend door [naam], reclasseringswerker en [naam], leidinggevende, betreffende verdachte. Hieruit blijkt dat de reclassering het recidiverisico als hoog gemiddeld inschat. Verdachte lijkt zich in zijn handelen door anderen te laten leiden, waarbij hij keuzes maakt, die hem in vervelende situaties brengen. Volgens de reclassering is verdachte gebaat bij het volgen van een COVA-training, die hij in detentie kan volgen. Hierbij leert verdachte keuzes te maken bij het aangaan van vriendschappen en wordt hij zich bewust van de gevolgen van zijn keuzes voor de korte- en lange termijn, zodat de kans op recidive volgens de reclassering wordt verkleind. Door een verplicht reclasseringscontact kan verdachte na detentie worden gemonitoord met betrekking tot zijn handelen, sociaal netwerk, huisvesting en een dagbesteding.

De rechtbank neemt de conclusies van de reclassering over en maakt die tot de hare.

Naar het oordeel van de rechtbank is een straf zoals gevorderd door de officier van justitie passend en geboden. Het voorwaardelijk gedeelte van de straf is niet alleen bedoeld om verdachte ervan te doen weerhouden in de toekomst opnieuw (strafbare) feiten te plegen, maar ook als forse stok achter de deur voor het nakomen van de bijzondere voorwaarde die de rechtbank daarbij zal opleggen. Deze bijzondere voorwaarde houdt in dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat inhoudt het volgen van een COVA-training.

Anders dan door de verdediging is betoogd, is de rechtbank van oordeel dat in dit geval geen sprake is van eendaadse samenloop of voortgezette handeling. Daarentegen is sprake van meerdaadse samenloop, gelet op de andersluidende strekking van de in het geding zijnde strafrechtelijke overtreden bepalingen. Voorts kan niet worden gesproken van een enkel wilsbesluit, maar van meerdere op zich zelf staande wilsbesluiten.

7. De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 25.856,62. Ter zitting heeft de gemachtigde van de benadeelde partij, mr. A.R. van Roo, advocaat te Nieuwegein, de vordering toegelicht.

7.1. De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer].

Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 25.856,52, subsidiair 164 dagen hechtenis ten behoeve van het voornoemde slachtoffer.

7.2. Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van verdachte heeft ter zitting de noodzakelijkheid betwist van de door de benadeelde partij ingehuurde persoonsbeveiliging.

Voorts heeft de raadsvrouw ter terechtzitting verzocht de vordering van de benadeelde partij in gelijke delen aan beide verdachten toe te wijzen. Volgens de verdediging heeft de medeverdachte een grote schuld en niet de mogelijkheid deze schuld af te betalen. De medeverdachte heeft daardoor vermoedelijk ook niet de mogelijkheid om zijn deel van de (op te leggen hoofdelijke) vordering te voldoen. Bij een hoofdelijke toewijzing van de vordering zou op verdachte de verplichting komen te rusten om de gehele vordering te voldoen.

7.3. Het oordeel van de rechtbank

Gelet op de ernst van de bedreigingen en de impact die deze had op het slachtoffer, zijn ex-vrouw en kinderen, acht de rechtbank, anders dan door de raadsvrouw is betoogd, de door het slachtoffer gemaakte onkosten voor het inhuren van een beveiligingsbedrijf noodzakelijk en derhalve aan te merken als rechtstreekse schade als gevolg van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten. De vordering is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij [slachtoffer] voornoemd.

De rechtbank volgt de raadsvrouw evenmin in haar verzoek de vordering van de benadeelde partij in gelijke delen aan verdachte en zijn medeverdachte toe te wijzen. Naar civielrechtelijke maatstaven zijn zowel verdachte als zijn medeverdachte hoofdelijk aansprakelijk voor de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd. Een toewijzing in gelijke delen, zoals door de raadsvrouw verzocht, vindt geen steun in de wet.

De rechtbank zal derhalve de vordering (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van

€ 25.856,62.

Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbare feiten is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 25.856,62, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd.

8. De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:

- 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 45, 47, 57, 285, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9. De beslissing

De rechtbank,

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1:

medeplegen van poging tot afpersing;

ten aanzien van feit 2:

medeplegen van bedreiging met zware mishandeling en met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden;

bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 9 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

alsmede onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en onder de hierna te noemen bijzondere voorwaarde:

dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting Reclassering Nederland, zolang die instelling zulks nodig acht, ook als dat inhoudt het volgen van een COVA-training;

geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;

wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe en veroordeelt verdachte voorts:

om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer], wonende te [adres], een bedrag van € 25.856,62, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot

€ 25.856,62 ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer] voornoemd;

bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 164 dagen;

bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader opgelegde, verplichting tot betaling aan de staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag.

Dit vonnis is gewezen door

mrs. Van Loenhoud, voorzitter,

Van der Poort-Schoenmakers en Christiaan, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. Van Dijk, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 april 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature