De rechtbank leidt uit de arresten Zambrano en McCarthy af dat geen sprake is van een zuiver interne situatie indien nationale maatregelen tot gevolg hebben dat burgers van de Unie het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan deze status ontleende rechten. Het Hof heeft in zijn rechtspraak niet geƫxpliciteerd wat de belangrijkste aan de status van de burger van de Unie ontleende rechten zijn. Uit deze arresten leidt de rechtbank af dat het Hof in situaties als in die arresten aan de orde vooral het recht zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te verplaatsen en er vrij te verblijven en meer in het bijzonder het daaruit voortvloeiende recht om op het grondgebied van de Europese Unie te verblijven op het oog heeft gehad als belangrijkste aan de status van de burger van de Unie ontleende rechten. Het recht op gezinsleven en het recht op persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse contacten met de ouders neergelegd in de artikelen 7 en 24, derde lid, van het Handvest behoren niet tot de belangrijkste aan de status van de burger van de Unie ontleende rechten.
Een belangrijk verschil met de zaak Zambrano is dat de partner van eiser de Nederlandse nationaliteit heeft en dus net als het kind Unieburger is. Reeds omdat het kind bij haar moeder kan verblijven, bestaat voor haar niet de verplichting het grondgebied van de Europese Unie te verlaten. Dat de partner van eiser wegens psychische problemen niet geheel zelfstandig voor het kind kan zorgen, leidt niet tot een ander oordeel. Een ander belangrijk verschil met de zaak Zambrano is dat het kind en de partner over voldoende middelen van bestaan beschikken om in hun levensonderhoud te voorzien. De conclusie is dat deze zaak een zuiver interne situatie betreft en dat daarom het Unierecht niet op deze zaak van toepassing is.