Frustratie onderzoek / paragraaf C4/2.5 van de Vc 2000
De rechtbank is met eiser van oordeel dat verweerder een inhoudelijke beoordeling van zijn relaas niet achterwege heeft kunnen laten op de grond dat hij het onderzoek van zijn asielrelaas frustreert en dat sprake is van het verstrekken van onjuiste gegevens dan wel het verzwijgen van de juiste gegevens. Hiertoe overweegt de rechtbank dat de ontkenning van eiser dat hij op 18 november 2008 in Griekenland was, niet kan worden aangemerkt als het verstrekken van onjuiste gegevens dan wel het verzwijgen van de juiste gegevens, waarmee het onderzoek van het asielrelaas wordt gefrustreerd. Als de ontkenning van door verweerder als vaststaand aangenomen gegevens zou mogen worden aangemerkt als het frustreren van onderzoek dan wel het verstrekken van onjuiste gegevens c.q. het verzwijgen van de juiste gegevens, wordt immers het bestrijden van een besluit per definitie onmogelijk. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder een onjuiste waarderingsmaatstaf heeft aangelegd. Het bestreden besluit is onvoldoende zorgvuldig voorbereid en ontbeert een deugdelijke motivering. Het bestreden besluit is daarom genomen in strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht .