E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP2563
LJN BP2563, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 10-28990

Inhoudsindicatie:

Eisers zijn afkomstig uit de Russische deelrepubliek Dagestan.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat in Dagestan geen sprake is van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn. Verweerder heeft zich daarbij kunnen baseren op de algemene ambtsberichten van juli 2008 en april 2010. Deze ambtsberichten omvatten een verslagperiode van maart 2007 tot maart 2010. De informatie uit de producties die eiser heeft overgelegd, omvat grosso modo dezelfde verslagperiode en is meegewogen in de ambtsberichten. Weliswaar blijkt uit de informatie dat er geweldsincidenten zijn geweest waarbij willekeurige burgerslachtoffers zijn gevallen, maar de informatie geeft verder onvoldoende handvatten voor de stelling dat burgers in Dagestan het reële gevaar lopen het slachtoffer van geweld te worden reeds door hun enkele aanwezigheid aldaar. Uit de overgelegde stukken valt veeleer de conclusie te trekken dat het geweld in Dagestan zich voornamelijk richt tegen leger-, politie- en andere overheidsfunctionarissen, dan wel tegen opstandelingen. Verder geven de stukken er geen blijk van dat binnen of vanuit Dagestan sprake is van vluchtelingenstromen of dat zich in Dagestan een humanitaire noodsituatie voordoet.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie