Appelant heeft beroep ingesteld tegen een besluit op bezwaar omdat hij van mening is dat het nieuwe (hogere) toegekende persoonsgebonden budget nog steeds niet toereikend is. De rechtbank oordeelt dat het oorspronkelijke bezwaarschrift te laat is ingediend en dat er geen sprake geweest is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Verweerder heeft appellant ten onrechte in zijn bezwaar ontvangen en daarom zal de rechtbank het besluit op bezwaar vernietigen en op grond van 8:72 lid 4 Awb zelf in de zaak voorzien door appellant niet-ontvankelijk in zijn bezwaarschrift te verklaren. Appellant zou echter door vernietiging van het besluit in een slechtere positie komen te verkeren, daarom zal de rechter op grond van 8:69 lid 1 de rechtsgevolgen van het besluit in stand laten.