Machtiging uithuisplaatsing.
De kinderrechter overweegt dat het feit dat de moeder de kinderen heeft blootgesteld aan een situatie waarbij hun veiligheid en basisbehoeften in gevaar kwamen, voldoende aanleiding vormt voor de conclusie dat sprake is van een bedreigende situatie. De kinderrechter is met de Raad van oordeel dat er eerst voldoende waarborgen moeten zijn voordat de minderjarigen naar huis kunnen terugkeren.
De kinderrechter merkt de ongeboren vrucht van de moeder als reeds geboren aan., nu zijn belang zulks vordert gelet op hetgeen hieromtrent uit het verzoekschrift is gebleken. De kinderrechter is van oordeel dat de in artikel 1:254 lid 1 Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling van de ongeboren vrucht aanwezig zijn.
De kinderrechter stelt zowel de minderjarigen als het ongeboren kind onder toezicht.