Verlies uit het ter beschikking stellen van vorderingen aan BV niet aannemelijk gemaakt. Eiser stelt dat hij na het overlijden van zijn vader onvolwaardige vorderingen op zijn BV heeft overgenomen van zijn moeder en dat hij op zakelijke gronden de nominale waarde heeft betaald. In zijn aangifte IB heeft eiser een verlies uit het ter beschikking stellen van vorderingen aan zijn BV opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij dit verlies heeft behaald. De rechtbank overweegt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de vorderingen op zijn BV heeft verkregen. Verder oordeelt de rechtbank dat voor zover eiser de vorderingen op zijn BV wel heeft verkregen, hij deze vorderingen tegen de waarde in het economisch verkeer op zijn tbs balans had moeten activeren. De rechtbank acht het aannemelijk dat de waarde van de vorderingen nihil is, zodat er geen grond tot afwaardering is.