E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2008:BC8245
LJN BC8245, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 07/45574, 08/443, 07/45577

Inhoudsindicatie:

Medewerking verlenen aanvragen laisser passer / motiveringsgebrek / onzorgvuldige voorbereiding

Ter zitting is gebleken, dat aanvragen om verlening van laissez-passers ten behoeve van eisers zijn gedaan door de Dienst Terugkeer en Vertrek, gedateerd 28 september 2007. Deze aanvragen zijn via het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken doorgeleid naar de Servische autoriteiten. Ter zitting is medegedeeld, dat toezeggingen tot verlening van laissez-passers zijn gedaan ten behoeve van vier van de vijf eisers, en dat nog overleg gaande is over de verlening van een laissez-passer ten behoeve van eiseres Leonora. Mogelijk speelt daarbij een discussie mee over haar nationaliteit, omdat zij buiten Servië is geboren. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder uit de verslagen van de terugkeergesprekken mogen afleiden, dat het vertrouwen op een veilige terugkeer naar Servië bij eisers gering is en dat hun (emotionele) weerstand zeer groot is. Menselijkerwijs gesproken is dat niet onbegrijpelijk, gezien hun eerdere ervaringen. Juridisch zijn die emoties in het kader van de beoordeling of eisers in aanmerking komen voor een buiten schuld vergunning niet relevant. Juridisch is slechts relevant

a) of bemiddeling is gevraagd, dus of voldoende is meegewerkt aan een aanvraag via de Dienst Terugkeer en Vertrek en

b) of die bemiddeling niet het gewenste resultaat heeft gehad. Naar het oordeel van de rechtbank voert het, gezien hun eerdere ervaringen, net iets te ver om aan hun emotionele uitlatingen zonder meer te verbinden, dat eisers niet bereid zijn mee te werken aan de aanvragen voor een laissez-passer. In het licht van de mededeling dat mee is gewerkt aan het maken van foto's, van eisers opmerkingen waarvan de strekking is "probeer het maar" en van de omstandigheid dat de Dienst Terugkeer en Vertrek ná het tweede gesprek de aanvraag in gang heeft gezet, is het oordeel dat eisers die medewerking hebben geweigerd, onvoldoende gemotiveerd. Daar komt bij, dat naar het oordeel van de rechtbank verweerder, gezien zijn beleid, pas besluiten had kunnen nemen nadat het resultaat van de bemiddeling bekend is (doordat een ambtsbericht van de DT&V is ontvangen). Anders gezegd: verweerder had in dit geval niet uit mogen gaan van de verwachting dat het wel zou lukken, maar moeten wachten op het resultaat, dat er nog niet is. In zoverre zijn de bestreden besluiten onzorgvuldig voorbereid. In deze samenstelling is de rechtbank van oordeel, dat het, voor zover het het besluitonderdeel 'buitenschuld' betreft, weinig gelukkig is dat de rechtbank in eerdere uitspraken verweerder ook betreffende dat onderdeel een ongeclausuleerde termijn van zes weken heeft gesteld waarbinnen beslist moet worden, juist omdat verweerder bij dat besluitonderdeel afhankelijk is van de opstelling van eisers (die om bemiddeling moeten verzoeken) en van het resultaat van een verzoek om verlening van een laissez-passer aan de (externe) autoriteiten van een andere staat en het ambtsbericht daarover van een andere dienst. Van verweerder kan niet meer verlangd worden dan dat hij zelf voldoende voortvarend handelt nadat, in dit geval, het eindresultaat van het verzoek aan Servië bekend is. Verweerder dient nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen zes weken nadat verweerder het eindresultaat van het verzoek om afgifte van laissez-passers voor alle eisers heeft ontvangen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie