Limitering alimentatie; afgescheiden pensioen; vaststelling termijn. De verplichting tot voldoening van een bijdrage van de man jegens de vrouw is vastgesteld bij vonnis d.d. 10 december 1990, derhalve vóór de inwerkingtreding van de Wet limitering alimentatie, zodat in beginsel de overgangsbepalingen bij deze Wet op de plicht van de man van toepassing zijn. Ingevolge deze overgangsbepalingen kan de rechter op verzoek van de alimentatieplichtige de verplichting tot het verstrekken van een uitkering tot levensonderhoud beëindigen, indien die verplichting op of na dat tijdstip vijftien jaren heeft geduurd, tenzij hij van oordeel is dat de beëindiging van zo ingrijpende aard is dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de alimentatiegerechtigde kan worden gevergd.