Uitspraak
locatie Dordrecht
zaaknummer: 11066652/ CV EXPL 24-1948
vonnis van 18 juli 2024 van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te ’s-Gravenhage,
eiser,
gemachtigde: mr. G.W.L den Haan,
tegen
VLOEREN OUTLET NEDERLAND B.V.,
Gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden aangeduid als “ [eiser] ” en “Vloeren Outlet”.
1 Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
de dagvaarding van 19 april 2024 en de daarin genoemde stukken;
de aantekeningen mondeling verweer van 2 mei 2024;
producties 10 en 11 van [eiser] ;
de spreekaantekeningen van mr. Den Haan van 8 juli 2024.
2 Samenvatting
Vloeren Outlet heeft [eiser] een laminaatvloer verkocht en heeft de vloer gelegd. De vloer vertoont gebreken die niet zijn hersteld. De kantonrechter ontbindt de koop/aannemingsovereenkomst en veroordeelt Vloeren Outlet om terug te betalen wat [eiser] haar heeft betaald.
3. De feiten
3.1.
Vloeren Outlet heeft op 10 maart 2022 aan [eiser] een offerte uitgebracht voor het leveren en leggen van laminaat in de gang, keuken, woonkamer en de slaapkamers van het woonhuis van [eiser] . Voor het leveren van het laminaat en de voor het leggen benodigde materialen rekende Vloeren Outlet € 4.000,00 inclusief btw. Voor het leggen rekende Vloeren Outlet € 1.250,00. [eiser] heeft de offerte geaccepteerd. Zo is een koop- en aannemingsovereenkomst tot stand gekomen (hierna: de overeenkomst).
3.2.
In de overeenkomst is bepaald dat algemene voorwaarden van toepassing zijn. [eiser] heeft bij de offerte een kopie van de algemene voorwaarden ontvangen en hij heeft zich door ondertekening van de offerte ermee akkoord verklaard dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. In de algemene voorwaarden staat:
“ARTIKEL 1 7 • Klachten en schade
1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst of door ondernemer veroorzaakte schade aan afnemers eigendommen moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de ondernemer. Dit moet bij voorkeur schriftelijk en in leder geval tijdig gebeuren.
2. Als bij (op)levering geen gelegenheid bestaat om klachten en schade aan het geleverde of aan afnemers eigendommen te constateren en/of te melden, dan moet de afnemer klachten of schade zo spoedig mogelijk daarna schriftelijk melden, liefst bij ontvangst van de levering overleggen met de bezorger. Als binnen 2 dagen na (op)levering geen melding door ondernemer is ontvangen, dan wordt aangenomen dat de producten onbeschadigd zijn geleverd en/of dat er geen schade door ondernemer is veroorzaakt.
3. Bij schade stelt de afnemer de ondernemer in de gelegenheid om door of namens hem de schade te inspecteren en te taxeren ten behoeve van zijn aansprakelijkheidsverzekering. Ook verleent de afnemer medewerking aan reparatie door of namens de ondernemer.
4. Klachten die pas na levering in het gebruik ontstaan worden zo spoedig mogelijk na ontstaan - uiterlijk binnen twee weken na ontdekking - schriftelijk gemeld.
5. Niet tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat de afnemer zijn rechten op dit gebied verliest.”
3.3.
Op 21 maart 2022 is de vloer geleverd en gelegd. [eiser] heeft de overeengekomen koopprijs en de aanneemsom betaald.
3.4.
Op 6 april 2022 heeft [eiser] geklaagd dat de vloer gebreken vertoont. Hij heeft dat gedaan via WhatsApp-berichten aan een zekere [persoon A] , die de vloer op 21 maart had gelegd. [eiser] heeft foto’s meegestuurd van de geconstateerde gebreken. [persoon A] heeft in reactie op dit bericht aangekondigd op 14 mei 2022 langs te zullen komen “om een en ander in orde te maken.” Op 14 mei 2022 is er niemand namens Vloeren Outlet verschenen. [eiser] heeft meerdere keren nieuwe afspraken gemaakt, maar die is Vloeren Outlet niet nagekomen. De gebreken zijn niet hersteld.
3.5.
Op 1 november 2022 heeft [eiser] per WhatsApp contact opgenomen met [persoon B] , de bestuurder van Vloeren Outlet. [eiser] heeft hem filmpjes gestuurd, waarop de gebreken aan de vloer werden getoond. [persoon B] reageerde per WhatsApp: “Broer ik heb de filmpjes gezien dit kan natuurlijk niet maar ik heb het met hem er morgen over dan komt hij bij mij langs ik bel je anders morgen terug dit ga ik regelen voor je”.
3.6.
Op enig moment is een vloerenlegger van Vloeren Outlet met de naam “ [persoon C] ” bij [eiser] komen kijken. Naar aanleiding van dit bezoek heeft Vloeren Outlet op 21 juni 2023 een offerte uitgebracht voor de levering van materialen die benodigd waren om de gebreken te herstellen. Vloeren Outlet heeft de materiaalkosten van € 915,04 voor haar rekening genomen. De materialen zijn bij [eiser] bezorgd.
3.7.
Op 3 september 2023 heeft [persoon C] geprobeerd herstelwerkzaamheden uit te voeren op de eerste verdieping. Bij het verwijderen van vloerdelen is gebleken dat de vloer onder zo’n spanning is gelegd, dat vloerdelen niet zonder beschadiging verwijderd konden worden en moesten worden vervangen. De vloer was ook hierna niet vlak. [persoon C] heeft bij die gelegenheid verklaard dat hij er niet meer van kon maken, omdat de dekvloer niet egaal zou zijn. Herstelwerkzaamheden aan de benedenverdieping heeft [persoon C] niet uitgevoerd, omdat daarvoor geen tijd was en omdat het aan voldoende laminaat ontbrak.
3.8.
Bij brief van 20 oktober 2023 heeft de advocaat van [eiser] Vloeren Outlet gesommeerd om binnen veertien dagen tot herstel over te gaan. Deze sommatie heeft geleid tot een afspraak op 25 en 26 november 2023. Deze afspraak is door de vloerenlegger van Vloeren Outlet afgezegd.
3.9.
Bij e-mail van 29 november 2023 is Vloeren Outlet tegen 5 december 2023 in gebreke gesteld. In reactie op deze ingebrekestelling heeft [persoon C] op 5 december 2023 telefonisch contact met [eiser] opgenomen om een afspraak te maken voor het herstel van de vloer in de gang. [persoon C] heeft tijdens dat telefoongesprek verklaard dat de gebreken elders in de woning alleen verholpen konden worden door de gehele vloer te verwijderen en opnieuw te leggen. Hij heeft ook gezegd: “dat gaat [persoon B] niet doen” of woorden van die strekking. [eiser] heeft er na die mededeling vanaf gezien om nog een afspraak te maken voor het herstel van de gang. Het is dan ook niet tot herstel van de gebreken gekomen.
4 Het geschil
4.1.
[eiser] vordert:
“van uw rechtbank om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. De overeenkomst tussen [eiser] en Vloeren Outlet te ontbinden en Vloeren Outlet te veroordelen om aan [eiser] het volledige door [eiser] aan Vloeren Outlet betaalde bedrag voor de vloer en de uitgevoerde werkzaamheden ad € 5.250,00 terug te betalen;
II. Vloeren Outlet te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente vanaf de datum waarop het verzuim is ingetreden, namelijk 5 december 2023, tot aan de dag van volledige betaling;
III. Vloeren Outlet te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 637,50;
IV. Vloeren Outlet te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met
de eventuele nakosten.”
4.2.
[eiser] stelt dat het laminaat ondeugdelijk is gelegd. [eiser] heeft Vloeren Outlet de mogelijkheid geboden tot herstel, maar de gebreken zijn niet weggenomen. [eiser] vordert ontbinding wegens een tekortkoming in de nakoming en maakt aanspraak op volledige terugbetaling, omdat de vloer na het verwijderen ervan voor hem geen waarde vertegenwoordigt.
4.3.
Vloeren Outlet voert verweer. Zij stelt met een beroep op haar algemene voorwaarden dat [eiser] te laat heeft geklaagd en geen beroep meer kan doen op een tekortkoming in de nakoming. Vloeren Outlet stelt dat de dekvloer van de woning niet egaal is en dat zij [eiser] voor de gevolgen hiervan heeft gewaarschuwd. Vloeren Outlet stelt dat [eiser] haar heeft belet om de vloer te herstellen, waardoor [eiser] de overeenkomst niet kan ontbinden. Tenslotte stelt Vloeren Outlet dat de vloer na het verwijderen ervan een waarde vertegenwoordigt die in mindering gebracht moet worden op haar verplichting om terug te betalen.
5 De beoordeling
De vloer vertoont gebreken5.1.
De overeenkomst is een gemengde overeenkomst, omdat Vloeren Outlet een verbintenis op zich heeft genomen om de vloer te leveren (koop) en om die te leggen (aanneming). De gestelde gebreken hebben geen betrekking op de vloer als zodanig, maar op het leggen van ervan. Als die gebreken vaststaan, beantwoordt de vloer niet aan de overeenkomst.
5.2.
[eiser] heeft aan de hand van foto’s gesteld dat de vloer “bol staat”, dat laminaatdelen wijken en verschuiven en niet aansluiten op de plint. Vloeren Outlet heeft tijdens de zitting erkend dat de vloer gebreken vertoont. Zij komt hiermee terug op haar mondelinge verweer van 2 mei 2024. De vloer beantwoordt dus niet aan de overeenkomst.
[eiser] heeft tijdig geklaagd
5.3.
Vloeren Outlet heeft gesteld dat zij niet eerder dan op 1 november 2022 met de gebreken bekend raakte. Op die datum heeft [eiser] filmpjes gestuurd aan haar bestuurder [persoon B] . Dat is niet schriftelijk binnen de termijn van twee weken die in artikel 17 van de algemene voorwaarden is voorgeschreven. [eiser] heeft daarom te laat geklaagd en kan geen beroep meer doen op de tekortkoming in de nakoming, aldus Vloeren Outlet.
5.4.
De kantonrechter volgt Vloeren Outlet hierin niet. Artikel 17 lid 1 van de algemene voorwaarden stelt geen andere eisen dan dat klachten over de uitvoering bij voorkeur schriftelijk en in ieder geval tijdig moeten worden ingediend. Artikel 17 lid 3 noemt wel een termijn van twee weken, maar dat artikel ziet op gebreken die pas na levering in het gebruik ontstaan. Daarvan is hier geen sprake. [eiser] heeft op 6 april 2022 per WhatsApp geklaagd bij [persoon A] , die de vloer heeft gelegd. [persoon A] heeft zich op 20 maart 2022 voorafgaand aan het uitvoeren van de opdracht ook zelf per WhatsApp bij [eiser] gemeld (“Goedenavond, morgen staat u gepland voor het leggen van uw vloer. We zijn er rond 10:00 uur.”) en heeft ook op de klacht gereageerd met de mededeling dat hij een en ander in orde zou maken. [eiser] mocht er onder deze omstandigheden van uitgaan dat [persoon A] een hulppersoon is van Vloeren Outlet die zijn klachten aan Vloeren Outlet heeft overgebracht. [eiser] klaagde dus op 6 april 2022 en niet pas op 1 november 2022. Dat was tijdig, omdat tussen het leggen op 21 maart 2022 en de klacht op 6 april 2022 niet meer dan elf werkdagen zijn verstreken.
Vloeren Outlet heeft niet gewaarschuwd
5.5.
Vloeren Outlet stelt dat de dekvloer van de woning van [eiser] niet egaal is en dat zij [eiser] voor de gevolgen heeft gewaarschuwd, zodat de gevolgen voor zijn rekening moeten blijven. De waarschuwing is gegeven door [persoon A] voor hij met het leggen van de vloer is begonnen. [eiser] vond het geen probleem, aldus Vloeren Outlet.
5.6.
[eiser] heeft gemotiveerd betwist dat hij is gewaarschuwd. Hij heeft in dit verband verklaard dat [persoon B] , die hem in de winkel de vloer heeft verkocht, juist laminaat in plaats van vinyl heeft geadviseerd, omdat de dekvloer daarvoor niet geëgaliseerd hoeft te worden. [persoon A] is zonder waarschuwing met leggen begonnen. [eiser] heeft er ook op gewezen dat Vloeren Outlet op 2 mei 2024 nog mondeling het verweer heeft gevoerd dat [eiser] tegen het advies van Vloeren Outlet de bestaande ondervloer wilde gebruiken die niet door Vloeren Outlet was gelegd. Tijdens de zitting heeft Vloeren Outlet haar verweer bijgesteld. Zij heeft toen gesteld dat zij wel de ondervloer heeft gelegd, maar dat haar waarschuwing de dekvloer betrof.
5.7.
De kantonrechter gaat ervanuit dat ook in geval van een gemengde overeenkomst als hier aan de orde betekenis toekomt aan artikel 7:760 lid 2 BW, naast artikel 7:18a lid 1 aanhef en 1 BW. Een waarschuwing als bedoeld in artikel 7:760 lid 2 BW moet voldoende concreet zijn, opdat de opdrachtgever kan begrijpen welke risico’s hij loopt als hij de waarschuwing in de wind slaat.
5.8.
Vloeren Outlet heeft niet gesteld dat zij bij het aangaan van de koop heeft gewaarschuwd. Zij stelt dat de [persoon A] , de vloerenlegger, dat mondeling heeft gedaan direct voorafgaand aan de werkzaamheden, toen de vloer al was geleverd. Vloeren Outlet heeft echter niet concreet gesteld, wat [persoon A] volgens haar tegen [eiser] heeft gezegd. Dat heeft Vloeren Outlet ook op de zitting niet gedaan, terwijl dat wel op haar weg lag. Wat Vloeren Outlet heeft gesteld op 2 mei 2024 en tijdens de zitting is immers niet consistent geweest (ondervloer of dekvloer). [persoon B] , de bestuurder van Vloeren Outlet die de vloer aan [eiser] heeft verkocht, is niet zelf op de zitting verschenen, zodat hij hierover ook geen vragen heeft kunnen beantwoorden. De kantonrechter gaat aan dit verweer voorbij, omdat het berust op onvoldoende concrete stellingen.
Vloeren Outlet heeft genoeg gelegenheid tot herstellen gekregen
5.9.
[eiser] heeft geëist dat Vloeren Outlet de gebreken zou herstellen. Vloeren Outlet had de vloer binnen een redelijke termijn moeten herstellen. Dat is niet gebeurd. Op 3 september 2023, dus meer dan een jaar nadat [eiser] heeft geklaagd, heeft Vloeren Outlet een mislukte poging gedaan tot herstel. Uit de verklaringen van [persoon C] tijdens het telefoongesprek op 5 december 2023 mocht [eiser] afleiden dat Vloeren Outlet niet tot herstel wilde overgaan. Dat [eiser] herstel zou hebben belet, valt met deze feiten niet te rijmen. Tijdens de zitting heeft Vloeren Outlet verklaard niet bereid te zijn om alsnog een herstelpoging te doen.
Ontbinding
5.10.
De kantonrechter zal de overeenkomst ontbinden. Vloeren Outlet is tekortgekomen in de nakoming van die overeenkomst door een vloer te leveren die niet aan de overeenkomst beantwoordt. [eiser] heeft haar voldoende gelegenheid geboden tot herstel, maar Vloeren Outlet is tekortgeschoten in haar verplichting om de vloer te herstellen en heeft dat uiteindelijk geweigerd. [eiser] kan in dat geval ontbinding vorderen. Het gevolg van de ontbinding is dat Vloeren Outlet aan [eiser] moet terugbetalen wat hij haar heeft betaald.
5.11.
Vloeren Outlet heeft aangevoerd dat zij op zich een goede vloer heeft geleverd en dat in geval van ontbinding de waarde van de vloer in mindering gebracht moet worden op haar verplichting tot terugbetaling. Zoals hiervoor onder 5.1 is overwogen, beantwoordt de vloer niet aan de overeenkomst en wordt het gebrekkige leggen ervan niet als geïsoleerd gebrek beoordeeld. Vloeren Outlet heeft tijdens de zitting verklaard dat de vloer na verwijdering geen waarde vertegenwoordigt. [eiser] heeft verklaard dat hij de vloer ook niet wenst te behouden. Er is dan geen grond om de verplichting tot terugbetaling te verminderen.
Kosten
5.12.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn uitgaande van de toewijsbare hoofdsom volgens het gebruikelijke tarief toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van € 637,50.
5.13.
Vloeren Outlet moet de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt. De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van [eiser] op € 136,72 aan dagvaardingskosten, € 135,97 aan griffierecht en € 660,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 330,00). Dat is in totaal € 932,69. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
6 De beslissing
De kantonrechter:
6.1.ontbindt de overeenkomst tussen [eiser] en Vloeren Outlet van 10 maart 2022;
6.2.
veroordeelt Vloeren Outlet om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 5.250,00 vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 5 december 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
6.3.
veroordeelt Vloeren Outlet om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 637,50 aan buitengerechtelijke kosten;
6.4.
veroordeelt Vloeren Outlet in de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot heden worden begroot op € 932,69;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.D. Olden en uitgesproken op de openbare terechtzitting door de rolrechter.
7:18a lid 1 aanhef en onder a BW.
Artikel 7:21 lid 1 onder c BW en 7:21 lid 3 BW .
Artikel 7:22 lid 5 onder a BW.
Artikel 7:22 lid 1 onder a BW.