Vrijspraak van verkrachting. Onvoldoende steunbewijs dat het handelen van de verdachte (mede) bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de aangeefster. Eveneens vrijspraak van aanranding. Onvoldoende steunbewijs dat de door de verdachte verrichte seksuele handelingen tegen de wil van de aangeefster plaatsvonden.