Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de wrakingskamer. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek is een lid van de wrakingskamer gewraakt. De wrakingskamer stelt dit buiten behandeling, en neemt ook het verzoek tot wraking van (alle leden van) de wrakingskamer niet in behandeling. Het wrakingsverzoek wijst het wrakingsverzoek tegen de voorzitter van de meervoudige kamer af en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker niet in behandeling hoeft te worden genomen wanneer sprake is van evident misbruik van het wrakingsinstrument.

Uitspraak



proces-verbaal

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingkamer

zaaknummer: C/10/688867 / HA RK 24-1039

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 6 november 2024

op het verzoek van

[naam verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: verzoeker,

strekkende tot de wraking van

mr. H. Bedee,

rechter in deze rechtbank,

hierna te noemen: de rechter.

en strekkende tot de wraking van

mr. M. de Geus, rechter van deze wrakingskamer,

en strekkende tot de wraking van

de wrakingskamer die het tegen mr. M. de Geus gerichte wrakingsverzoek niet in behandeling neemt, hierna te noemen: de wrakingskamer.

De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank, locatie Rotterdam.

Tegenwoordig zijn mr. A. Verweij, voorzitter,

mr. R.J.A.M. Cooijmans en mr. M. de Geus , rechters,

mr. B. Tijssen, griffier.

Na uitroeping van de zaak verschijnen:

- [naam verzoeker] .

In deze zaak heeft een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek plaatsgevonden. Aansluitend op de mondelinge behandeling heeft de wrakingskamer – na een onderbreking voor beraad – mondeling uitspraak gedaan, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt.

1 Beoordeling

1.1.

Verzoeker heeft op 6 november 2024 mondeling ter zitting een verzoek tot wraking gedaan. Het verzoek strekt tot wraking van mr. H. Bedee, voorzitting van de meervoudige kamer in de bestuurszaken met nummers ROT 22/801, ROT 22/1032, ROT 22/1921, ROT 22/3504, ROT 22/5208, ROT 22/5209, ROT 22/5395, ROT 22/5414, ROT 22/5480, ROT 22/5593, ROT 23/1268, ROT 23/1269, ROT 23/1292, ROT 23/3116, ROT 23/3117, ROT 23/3118, ROT 23/3119, ROT 23/3120, ROT 23/3121, ROT 23/3122, ROT 23/3295, ROT 23/5108, ROT 23/5473, ROT 23/5517, ROT 23/5519, ROT 23/5520, ROT 23/6915, ROT 23/6994, ROT 23/7025, ROT 23/7314, ROT 23/7881, ROT 24/101. De dossiers van deze zaken en het proces-verbaal van de zitting zijn ter beschikking gesteld van de wrakingskamer.

De rechter heeft niet in de wraking berust.

1.2.

Verzoeker heeft zijn wrakingsgronden tijdens de mondelinge behandeling van deze zaken op zitting als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De rechter heeft hem in eerdere zaken ten onrechte geen proceskosten toegekend wegens verletkosten. Daarnaast is aan verzoeker geen vrijstelling van het verschuldigde griffierecht verleend terwijl andere rechtbanken hem dit wel verlenen. De rechter heeft er in eerdere procedure geen blijk van gegeven dat hij weet wat een fictief besluit is of wat het forfaitaire stelsel inhoudt. Daarnaast voert verzoeker aan dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eerder heeft geoordeeld dat niet kan worden aangenomen dat er sprake is van misbruik van recht zonder dat de desbetreffende belanghebbende wordt gehoord. De rechtbank Rotterdam heeft dit in weerwil van deze rechtspraak wel gedaan. Toegang tot de rechter is een mensenrecht. Dit wordt geschonden. Daarnaast is er sprake geweest van agressie in de voorfase van de procedure(s). Er zijn wrakingsverzoeken genegeerd. Tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft verzoeker hier nog aan toegevoegd dat de verschillende bestuursorganen zijn gevraagd naar de proceskosten die zij hebben gemaakt in de onder 1.1. genoemde procedures. Tot slot wil verzoeker niet dat 33 zaken op één zitting worden behandeld. Verzoeker heeft tijdens de mondelinge behandeling van zijn wrakingsverzoek benadrukt dat zijn verzoek vooral gestoeld is op de gronden die specifiek zien op de persoon van de rechter.

1.3.

Bij aanvang van de mondelinge behandeling van het hiervoor genoemde wrakingsverzoek heeft verzoeker ook mr. M. de Geus, lid van de wrakingskamer, gewraakt. Daar heeft verzoeker het volgende aan ten grondslag gelegd. De rechter heeft volgens verzoeker in een eerdere procedure over een uithuisplaatsing ernstige fouten gemaakt. Daarnaast heeft de rechter hem tijdens een andere procedure waarin hij als gemachtigde optrad, de toegang tot de zittingszaal ontzegd, hetgeen in strijd is met zijn grondwettelijk recht op toegang tot de rechter. In dit kader heeft verzoeker de rechtbank ook aansprakelijk gesteld.

De rechter heeft niet in de wraking berust.

1.4.

De wrakingskamer heeft na een korte onderbreking van de zitting voor beraad over de wraking van mr. M. de Geus als volgt geoordeeld.

In het geval dat sprake is van een opeenstapeling van wrakingsverzoeken doordat

eerst de zittingsrechter en vervolgens (een lid van) de wrakingskamer wordt gewraakt, kan de wrakingskamer — mede ter voorkoming van ongerechtvaardigd oponthoud — in het geval van evident misbruik van recht, het verzoek tot wraking van een of meer van haar leden buiten behandeling laten zonder dat de zaak in handen van een andere wrakingskamer wordt gesteld (vergelijk Hoge Raad 25 september 2018, ECLI:NL:HR:20 18:1770, r.o. 4.7.).

De wrakingskamer is van oordeel dat verzoeker met zijn tegen mr. M. de Geus gerichte verzoek evident misbruik van het wrakingsmiddel maakt. Het wrakingsverzoek kan namelijk in redelijkheid niet anders worden verstaan dan als de aanwending van de bevoegdheid tot wraking voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven.

Verzoeker is een zogenoemde ‘veel-procedeerder’, die jaarlijks talloze wrakingsverzoeken indient die niet worden gehonoreerd. Zoals (inmiddels) bij verzoeker bekend kan worden verondersteld, kan een eerdere rechterlijke beslissing in beginsel geen grond vormen voor toewijzing van een verzoek tot wraking van de rechter die deze beslissing heeft genomen, omdat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen zich daar tegen verzet, en het oordeel over een rechterlijke beslissing is voorbehouden aan de rechter die in geval van de aanwending van een rechtsmiddel belast is met de behandeling van de zaak. Alleen als de motivering van de (tussen)beslissing in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten – bijvoorbeeld door de in de motivering gebezigde bewoordingen – niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid van de rechter die haar heeft gegeven kan dit anders liggen. In het onderhavige geval is dit niet gesteld of gebleken. De wrakingskamer stelt daarom het wrakingsverzoek tegen mr. M. de Geus buiten behandeling. Omdat de wrakingskamer van oordeel is dat er sprake is van evident misbruik van het wrakingsrecht, zal zij ook bepalen dat een volgend verzoek tot wraking tegen de wrakingsrechters niet meer in behandeling zal worden genomen.

1.5.

Nadat voorgaande aan verzoeker is meegedeeld, heeft verzoeker de wrakingskamer in zijn geheel gewraakt. De wrakingskamer neemt gelet op het vorenstaande ook dit verzoek niet in behandeling en is na een korte onderbreking van de zitting voor beraad overgegaan tot een beoordeling van het wrakingsverzoek ten aanzien van mr. H. Bedee.

1.6.

De wrakingskamer stelt vast dat ook dit wrakingsverzoek – evenals de wraking van mr. M. de Geus – is gebaseerd op eerdere uitspraken en (proces)beslissingen van de desbetreffende rechter. Zoals hiervoor reeds is overwogen, kan dit in beginsel geen grond voor een wraking vormen. Er is ten aanzien van mr. Bedee evenmin gebleken van bijzondere omstandigheden die aanleiding vormen om in dit geval hier anders over te oordelen. De wrakingskamer zal dit verzoek afwijzen. Bovendien ziet zij aanleiding om te bepalen dat de meervoudige kamer, die de onder 1.1. genoemde bestuurszaken behandelt, volgende wrakingsverzoeken van verzoeker niet in behandeling zal hoeven te nemen wanneer er wederom sprake is van evident misbruik van het wrakingsrecht door verzoeker. Het voorgaande betekent dat de procedure doorgang kan vinden.

2 De beslissing

De rechtbank:

2.1.

stelt het wrakingsverzoek tegen mr. M. de Geus buiten behandeling, en neemt ook het verzoek tot wraking van (alle leden van) de wrakingskamer niet in behandeling;

2.2.

wijst het verzoek tot wraking van mr. H. Bedee af en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de onder 1.1. genoemde zaken niet in behandeling hoeft te worden genomen wanneer sprake is van evident misbruik van het wrakingsinstrument.

Waarvan proces-verbaal.

de voorzitter

Verzonden op: 14 november 2024

aan:

- verzoeker

- mr. H. Bedee


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature