Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/010591.22

Datum uitspraak: 20 april 2023

Verstek

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte01] ,

geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01],

zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland.

wonende te [adres01] ,

niet gemachtigde raadsvrouw mr. M.C.A. Schulpen, advocaat te Rotterdam.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 6 april 2023.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W. van Prooijen heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde (aanranding);

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek van voorarrest, waarvan 3 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4. Waardering van het bewijs

4.1.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering

Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde aanranding heeft begaan.

Ten aanzien van het tweede feit bevat het dossier een aangifte van [aangeefster01] . De rechtbank acht haar verklaring geloofwaardig en betrouwbaar, nu die verklaring in de kern steun vindt in de verklaring van aangeefster [aangeefster02] en de verklaring van getuige [getuige01] . Uit deze verklaringen blijkt dat de aard van de handeling van de verdachte seksueel getint was en dat de wijze waarop de verdachte aangeefster benaderde op essentiële punten overeenkomt met de aangifte van [aangeefster01] . Dat wat [aangeefster02] en [getuige01] hebben gezien sluit aan bij de weergave van de feiten zoals aangeefster hierover heeft verklaard. Daarmee is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte [aangeefster01] heeft aangerand door haar onverhoeds bij haar bil te betasten.

4.2.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1

hij

op 27 december 2021 te Vlaardingen,

door een feitelijkheid iemand, te

weten [slachtoffer01] , heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, namelijk het betasten van de bil waarbij een andere feitelijkheid heeft bestaan uit het

onverhoeds plegen van die ontuchtige handeling bij die [slachtoffer01] ;

2

hij

op 27 december 2021 te Vlaardingen,

door een feitelijkheid iemand, te weten [slachtoffer02] , heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, namelijk het betasten van

de bil, waarbij een andere feitelijkheid heeft bestaan uit het

onverhoeds plegen van die ontuchtige handeling bij die [slachtoffer02] ;

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

5. Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6. Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7. Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft in aangeschoten toestand twee voor hem willekeurige vrouwen aangerand door aan hun billen te zitten. Dit grensoverschrijdende gedrag van de verdachte vond plaats op de openbare weg op klaarlichte dag. Door zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de twee slachtoffers, waaronder een minderjarig slachtoffer van 13 jaar. Een dergelijk feit zorgt niet alleen bij de direct betrokkenen, maar ook in de maatschappij voor gevoelens van onrust en onveiligheid. Het moet vanzelfsprekend zijn dat meisjes of vrouwen zich veilig en ongestoord over straat kunnen bewegen. Deze vanzelfsprekendheid is door de verdachte op respectloze wijze beschaamd.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Hoewel dit over het algemeen taakstraffen betreft zal de rechtbank afzien van het opleggen van een taakstraf. Omdat de verdachte niet in Nederland woonachtig is, is het uiterst moeizaam om een taakstraf te executeren. Mede gezien de ernst van de feiten wordt daarom een gevangenisstraf opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk. Het voorwaardelijke strafdeel dient ertoe om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

De rechtbank komt bij haar afweging tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie geëist.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 246 van het Wetboek van Strafrecht .

9. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10 . Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 1 (één) week niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar ;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;

stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Franken, voorzitter,

en mrs. M.J.C. Spoormaker en S.A. van Egmond, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. V.J.H. Mooren, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1 hij op of omstreeks 27 december 2021 te Vlaardingen, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer01] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk het namelijk het aanraken/betasten van en/of slaan/tikken op de bil(len), het geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het onverhoeds/onverwachts plegen van die ontuchtige handelingen bij die [slachtoffer01] ;

2 hij op of omstreeks 27 december 2021 te Vlaardingen, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer02] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk het namelijk het aanraken/betasten van en/of wrijven over de bil(len), het geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het onverhoeds/onverwachts plegen van die ontuchtige handelingen bij die ;


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature