U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Verzoek voorlopig deskundigenonderzoek in kader van aansprakelijkstelling door patient van ziekenhuis. Partijen bereiken overeenstemming over de persoon van de deskundige en de vraagstelling, welke overeenstemming de rechtbank in beschikking opneemt.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rekestnummer: C/10/644891 / HA RK 22-950

Beschikking van 6 januari 2023

in de zaak van

[verzoeker01] ,

wonende te [woonplaats01] ,

verzoeker,

advocaat mr. M. Yavuzyiğitoğlu te Rotterdam,

tegen

STICHTING PROTESTANTS CHRISTELIJK ZIEKENHUIS IKAZIA,

gevestigd te Rotterdam,

verweerster,

advocaat mr. M. van Gool te Utrecht.

Partijen zullen hierna [verzoeker01] en het Ikazia ziekenhuis genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het verzoekschrift van 19 september 2022, met producties;

het verweerschrift van 14 november 2022, met producties;

het e-mailbericht namens het Ikazia Ziekenhuis van 22 november 2022 dat partijen overeenstemming hebben bereikt met daarbij een e-mailbericht met akkoord namens [verzoeker01] .

1.2.

Op verzoek van partijen heeft de mondelinge behandeling van 23 november 2022 geen doorgang gevonden.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker01] is op 31 januari 2017 gezien op het spreekuur van orthopedisch chirurg [naam01] (hierna: [naam01] ) in het Ikazia ziekenhuis, na verwijzing door zijn huisarts vanwege recidiverende pijn aan zijn rechterhiel.

2.2.

Het klachtenbeeld paste bij fasciitis plantaris (hierna: hielspoor). [naam01] stelde een expectatief beleid voor.

2.3.

Na een drietal corticosteroïden injecties en gipsmobilisatie en aanhoudende klachten is met [verzoeker01] een operatief behandeltraject besproken.

2.4.

Op 21 november 2017 heeft [verzoeker01] in het Ikazia ziekenhuis een consult gehad met orthopedisch chirurg [naam02] (hierna: [naam02] ) over een hielspooroperatie. In het elektronisch patiëntendossier staat bij deze datum bij informed consent: ja.

2.5.

Op 18 december 2017 heeft [verzoeker01] een preoperatief consult gehad in het Ikazia ziekenhuis.

2.6.

Op 12 januari 2018 is [verzoeker01] door [naam02] in het Ikazia ziekenhuis geopereerd waarbij de hielspoor is verwijderd.

2.7.

In oktober 2018 heeft [verzoeker01] een second opinion ingewonnen bij het Erasmus Medisch Centrum (hierna: EMC) vanwege aanhoudende pijnklachten na de operatie.

2.8.

Op 9 juni 2020 heeft [verzoeker01] het Ikazia ziekenhuis aansprakelijk gesteld.

Het Ikazia ziekenhuis heeft de aansprakelijkheid afgewezen.

3 Het verzoek

3.1.

Het verzoek van [verzoeker01] luidt om een voorlopig deskundigenbericht te bevelen, volgens de IWMD-vraagstelling, met de mogelijkheid dat de medisch adviseurs van partijen nog aanvullende vragen mogen toevoegen, waarbij de rechtbank een orthopedisch chirurg tot deskundige zou benoemen, en met de bepaling dat het Ikazia ziekenhuis het voorschot op de kosten van de deskundige zou voldoen en zou worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

3.2.

Het Ikazia ziekenhuis verweert zich niet tegen het verzoek op zichzelf, maar heeft bezwaar tegen de IWMD-vraagstelling. Het Ikazia ziekenhuis stelt een aangepaste vraagstelling voor, met benoeming van orthopedisch chirurg [deskundige01] als deskundige, waarbij het voorschot op de kosten van de deskundige ten laste van [verzoeker01] wordt gebracht.

4 De beoordeling

4.1.

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. [verzoeker01] verwijt het Ikazia ziekenhuis:

dat de operatie niet noodzakelijk was en dat hij niet juist is voorgelicht;

dat [naam02] verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij begon met insnijden terwijl de controle van de verdoving niet was voltooid;

dat sprake is van nalatigheid omdat hij na de operatie niet is verwezen naar een fysiotherapeut en/of revalidatiearts, terwijl dat noodzakelijk was voor het herstel;

dat hij er slechter aan toe is dan voor de operatie.

Het Ikazia ziekenhuis betwist dat een beroepsfout is gemaakt. Er was volgens het Ikazia Ziekenhuis geen indicatie voor een verwijzing naar een fysiotherapeut of revalidatiearts en een tegenvallend resultaat leidt zonder strijd met de professionele standaard niet tot aansprakelijkheid. De operatie is geslaagd: er is geen sprake meer van hielspoor, aldus het Ikazia Ziekenhuis.

4.2.

Gelet op de aard van het geschil is een voorlopig deskundigenbericht als verzocht zinvol en aan de wettelijke eisen is voldaan. Het verzoek is toewijsbaar als na te melden.

4.3.

Na nader overleg voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over de persoon van de deskundige, te weten: orthopedisch chirurg [deskundige01] (hierna: de deskundige), over de vraagstelling en over de (voorschot)kosten van het onderzoek.

4.4.

De deskundige heeft de rechtbank laten weten in staat en bereid te zijn deze opdracht op zich te nemen. De rechtbank zal overgaan tot benoeming van deze deskundige.

4.5.

De rechtbank zal de vraagstelling die partijen zijn overeengekomen en die is opgenomen in het e-mailbericht namens het Ikazia Ziekenhuis van 22 november 2022 aan de deskundige voorleggen, met enige wijzigingen die de rechtbank noodzakelijk acht. Deze vraagstelling wordt hierna onder de beslissing opgenomen.

4.6.

De deskundige heeft het aan het onderzoek verbonden loon en de kostenvergoeding begroot op een bedrag van € 3.339,60 gebaseerd op een uurtarief van € 230,00 exclusief btw, uitgaande van twaalf uren werk. Partijen hebben aangegeven hiermee te kunnen instemmen.

4.7.

De rechtbank zal, conform het wettelijk uitgangspunt en nu de aansprakelijkheid in geschil is, bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [verzoeker01] moet worden gedeponeerd. Omdat [verzoeker01] met een toevoeging procedeert, zal echter aan hem geen voorschot worden opgelegd.

4.8.

De rechtbank zal de termijn waarbinnen de deskundige het onderzoek dient te verrichten bepalen op zes maanden. De rechtbank ontvangt graag tijdig bericht van de deskundige indien deze periode niet toereikend blijkt te zijn. In dat geval zal in overleg met de deskundige een nadere termijn worden bepaald.

4.9.

De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

4.10.

Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

4.11.

Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

beveelt een onderzoek door de deskundige ter beantwoording van de volgende vragen, waarbij de deskundige wordt verzocht de vragen zo uitgebreid en gemotiveerd mogelijk te beantwoorden naar de stand van de wetenschap van 2017-2018.

De vragen

1.a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen?

b. Wilt u een actuele inventarisatie van de medische voorgeschiedenis van [verzoeker01] op uw vakgebied vermelden?

c. Wilt u bij uw antwoord op de vragen onder a en b aangeven welke gegevens u ontleent aan het relaas van [verzoeker01] en welke u ontleent aan onderzoek van door de u verkregen medische gegevens?

d. Wat zijn uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?

e. Wat is de diagnose op uw vakgebied?

2 a. Heeft de betrokken orthopeed naar uw oordeel bij de behandeling van [verzoeker01] onzorgvuldig gehandeld in die zin dat hij niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot onder dezelfde omstandigheden verwacht had mogen worden?

b. Indien er over het onderwerp van de expertise medisch-wetenschappelijk uiteenlopende opvattingen bestaan, kunt u dan in hoofdlijnen uiteenzetten in welk opzicht de meningen uiteenlopen? Kunt u dan aangeven welke uw eigen opvatting is?

c. Indien u meent dat van onzorgvuldig handelen sprake is, wilt u dan zo uitvoerig en gemotiveerd mogelijk aangeven waaruit dit onzorgvuldig handelen bestaat en hoe wel gehandeld had moeten worden? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden?

3 a. Is sprake van een complicatie waarover [verzoeker01] geïnformeerd had moeten worden? Kunt u daarbij het percentage van de gevallen aangeven waarin deze complicatie voorkomt? Wilt u uw antwoord mede onderbouwen aan de hand van literatuurgegevens en de gebruiken binnen uw beroepsgroep?

b. Kunt u aangeven of [verzoeker01] voor de ingreep van 12 januari 2018 voldoende is geïnformeerd over het risico (onder meer op bedoelde complicatie) en over behandelalternatieven? Waar blijkt dit uit?

c. Is uit uw praktijk bekend dat patiënten die omtrent deze complicatie, behandelalternatieven en risico’s werden geïnformeerd om die reden van de ingreep hebben afgezien?

d. Voor het geval u niet kunt vaststellen dat [verzoeker01] voldoende is geïnformeerd (3b):

hoe aannemelijk acht u het dat [verzoeker01] van de ingreep zou hebben afgezien als

dat wel was gebeurd?

e. In hoeverre speelt een rol dat [verzoeker01] zelf heeft aangedrongen op een operatie (“shared decision making”)?

f. Voor het geval [verzoeker01] wel voldoende is geinformeerd (3b) Welke

afwegingen heeft [verzoeker01] moeten/kunnen maken bij zijn bewuste keuze?

g. Wat waren de gevolgen geweest indien [verzoeker01] van de uitgevoerde behandeling zou hebben afgezien?

Indien u van mening bent dat sprake is geweest van medisch handelen, dat niet zorgvuldig is in de zin dat een redelijk bekwaam vakgenoot anders zou hebben gehandeld, dan verzoek ik u tevens de volgende vragen te beantwoorden:

4 Kunt u de door [verzoeker01] aangegeven klachten en beperkingen verklaren op basis van uw onderzoeksbevindingen?

5. a Wat zijn naar uw mening de gevolgen voor [verzoeker01] op uw vakgebied van dit door u aangegeven onzorgvuldig medisch handelen? Wilt u aangeven of en in hoeverre deze blijvend zijn?

b. Wilt u deze gevolgen en eventuele functionele beperkingen op uw vakgebied

zo concreet mogelijk weergeven en zo mogelijk uitdrukken in een

percentage blijvende functionele invaliditeit met inachtneming van de laatste

editie van de AMA-Guide en eventueel toepasselijke (NOV NVN-) richtlijnen?

Wilt u zo nauwkeurig mogelijk omschrijven hoe het totale percentage is

opgebouwd en zo nodig links en rechts vergelijken?

6. Wilt u aangeven of, en zo ja, op welk ander vakgebied deze gevolgen nader door een andere specialist dienen te worden onderzocht?

7. a Wat zijn naar uw mening de gevolgen en beperkingen op uw vakgebied die ook bij adequaat medisch handelen zouden zijn opgetreden?

Wilt u deze gevolgen en eventuele functionele beperkingen op uw vakgebied zo concreet mogelijk weergeven en zo mogelijk uitdrukken in een percentage blijvende functionele invaliditeit met inachtneming van de laatste editie van de AMA-Guide en eventueel toepasselijke (NO VNVN-) richtlijnen? Wilt u zo

nauwkeurig mogelijk omschrijven hoe het totale percentage is opgebouwd en zo nodig links en rechts vergelijken?

b Is er een kans dat ook bij zorgvuldig handelen de door u vastgestelde restverschijnselen bij [verzoeker01] zouden zijn opgetreden? Zo ja, wilt u gemotiveerd aangeven hoe groot u die kans acht en indien mogelijk uitdrukken in een percentage, eventueel rekening houdend met een marge?

Indien het niet mogelijk is een percentage te noemen, wilt u deze kans dan uitdrukken in één van de volgende termen: zeker, zeer groot, groot, klein, zeer klein, verwaarloosbaar klein?

Wilt u bij uw antwoord op deze vraag zo mogelijk relevante literatuur vermelden?

8. Is er thans sprake van een medische eindtoestand? Zo nee, verwacht u nog een verbetering dan wel een verslechtering ten opzichte van de huidige toestand?

Op welke termijn is dit te verwachten en waar is dit eventueel van afhankelijk?

In hoeverre zal deze verandering de op dit moment bestaande beperkingen en/of

functiestoornissen beïnvloeden?

De deskundige

5.2.

benoemt tot deskundige:

Drs. [deskundige01]

Orthopedisch Chirurg-traumatoloog

Amphia Ziekenhuis Breda

Molengracht 21

4818 CK Breda

Tel.: 076-595 5000 of 076-595 5224

Emailadres: info@oebreda.nl

Het voorschot

5.3.

stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 3.339,60

5.4.

legt aan [verzoeker01] geen voorschot op;

Het onderzoek

5.5.

bepaalt dat [verzoeker01] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,

5.6.

bepaalt dat, indien en voor zover de deskundige dat noodzakelijk acht, [verzoeker01] zijn medisch dossier in afschrift aan de deskundige ter beschikking moet stellen;

5.7.

de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,

5.8.

wijst de deskundige er op dat:

de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),

de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,

5.9.

bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,

Het schriftelijk rapport

5.10.

draagt de deskundige op om uiterlijk zes maanden na deze beslissing een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,

5.11.

wijst de deskundige er op dat:

uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,

dat de deskundige [verzoeker01] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [verzoeker01] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [verzoeker01] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [verzoeker01] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [verzoeker01] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [verzoeker01] zich van commentaar op het concept moet onthouden),

dat, indien [verzoeker01] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de [verzoeker01] de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,

dat, indien [verzoeker01] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden

5.12.

bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren.

Deze beschikking is gegeven door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2023.

3246/ 106


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature