U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Afwijzing verzoek beëindiging ISD-maatregel

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/246353-20 en 10/328130-20 (ter terechtzitting gevoegd)

Datum uitspraak: 14 september 2022

Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van een onderzoek als bedoeld in artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in de zaak tegen de veroordeelde:

[naam verdachte],

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres verdachte],

(formeel) gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein,

raadsman mr. R. Tetteroo, advocaat te Schiedam.

1. Procedure

Bij vonnis van deze rechtbank van 26 januari 2021 is aan de veroordeelde opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaren.

Bij brief van 20 juli 2022 heeft de raadsman namens de veroordeelde een verzoek gedaan als bedoeld in artikel 6:6:14, eerste lid, Sv tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel.

Op de griffie van de rechtbank is een voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel ingekomen van 31 augustus 2022 van de senior casemanager en de (plaatsvervangend) vestigingsdirecteur van de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein, locatie Zeist.

De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 14 september 2022. De officier van justitie mr. H.A. van Wijk, de veroordeelde en zijn raadsman zijn gehoord. Tevens is door middel van een videoverbinding als deskundige gehoord [naam], als senior casemanager ISD verbonden aan de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein.

2. Standpunten van partijen

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.

De veroordeelde en de raadsman hebben beëindiging van de ISD-maatregel bepleit.

Daartoe is aangevoerd dat de ISD-maatregel niet zorgvuldig is uitgevoerd, nu op het moment dat de veroordeelde vergevorderd was met zijn behandeling en hij al buiten de kliniek werkte, zijn toenmalige casemanager gedurende enkele maanden niet bereikbaar voor hem was. Als gevolg hiervan heeft de veroordeelde een aan hem aangeboden woning niet kunnen accepteren. De door de veroordeelde ingediende klacht over het handelen van de toenmalige casemanager is door de beklagcommissie gegrond verklaard.

Daarnaast zal beëindiging van de ISD-maatregel niet leiden tot onveiligheid, overlast en verloedering, nu de veroordeelde heeft laten zien dat hij abstinent van verdovende middelen kan blijven, hij sinds kort een eigen woning en werk buiten de kliniek heeft gevonden en hij gedurende de extramurale fase geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.

Tevens is het verdere voortduren van de ISD-maatregel niet zinvol of noodzakelijk, nu de veroordeelde zich ook zelfstandig en op eigen kosten kan laten behandelen en begeleiden, bijvoorbeeld bij zijn financiën. Ook heeft hij bewezen dat hij trainingen met goed gevolg kan afronden.

3. Beoordeling

Voor de beantwoording van de vraag of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is, dient allereerst te worden vastgesteld of beëindiging van de maatregel naar verwachting zal leiden tot onveiligheid en/of ernstige (drank-/ drugs)overlast en/of verloedering van het publiek domein. Daarna moet worden bezien of verdere voortzetting van de maatregel niet zinvol is door een omstandigheid die buiten de macht van de veroordeelde ligt.

Uit het voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel van de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein van 31 augustus 2022, met hierin tevens opgenomen het verslag van de toezichthouder reclassering, komt het volgende naar voren:

De veroordeelde is op 25 februari 2021 geplaatst op de ISD-afdeling van de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein. De veroordeelde is op 24 september 2021 opgenomen in de forensisch psychiatrische kliniek De Kijvelanden voor een klinisch traject ten aanzien van emotieregulatie, copingvaardigheden, terugvalpreventie en het abstinent blijven van middelen. De veroordeelde is gemotiveerd voor behandeling waarbij hij over het algemeen een meewerkende houding heeft en hij op rationeel niveau goed naar zichzelf kan kijken. Tegelijkertijd wordt de veroordeelde snel overspoeld door oplopende spanningen waarbij wantrouwen gevoeld wordt, hij de hulpverlening op afstand houdt en hij dwingend kan overkomen. Er is sprake van langdurige verslavingsproblematiek. Hoewel de veroordeelde de overtuiging uit dat hij niet zal terugvallen in gebruik, is hij driemaal aantoonbaar teruggevallen in cocaïnegebruik. De tweede terugval leidde tot een time-out. Er volgde een periode waarbij de veroordeelde voornamelijk zo snel mogelijk de klinische behandeling wilde afronden en veel frustratie voelde over onduidelijkheid over uitstroom. Nadat hij zich onttrok aan de behandeling door niet terug te keren van verlof op 24 april 2022 en hij het gebruik van verdovende middelen, ondanks een positieve uitslag van de urinecontrole, ontkende, werd besloten tot beëindiging van de klinische behandeling. Op dit nieuws heeft de veroordeelde zich op 25 april 2022 volledig onttrokken door vanuit de patio over het hek te klimmen. Het advies is om op termijn opnieuw een behandelpoging te doen, met als belangrijkste voorwaarde om de behandeling te laten slagen dat hij openheid geeft over zijn kwetsbaarheden, met de verslaving als belangrijkste risicofactor. Op 27 juli 2022 is intern een ambulante behandeling door Inforsa gestart door het maken van behandelafspraken gericht op het versterken van de copingvaardigheden en terugvalpreventie als voorbereiding op de extramurale fase. De veroordeelde is gekoppeld aan een behandelaar van Fivoor. De toezichthouder is bekend en Humanitas Homerun, die de veroordeelde helpt bij emotieregulatie en praktische zaken, is gestart. Op 15 augustus 2022 heeft veroordeelde een woning bezichtigd aan de [adres]. Veroordeelde heeft deze woning geaccepteerd. Op 1 september 2022 vindt de sleuteloverdracht plaats.

Op basis van de risicotaxatie van 1 november 2021 wordt geconcludeerd dat het algehele risico op recidive in gewelddadig gedrag hoog is wanneer de veroordeelde uit zorg is. In zorg wordt het risico ingeschat als matig tot hoog. Indien de maatregel wordt opgeheven, wordt de kans op recidive hoog geacht, omdat de beschermende factoren zoals opgesteld in het re-integratieplan van de veroordeelde nog niet allemaal zijn opgestart en deze wegvallen wanneer de maatregel wordt opgeheven. Wanneer de veroordeelde is uitgestroomd naar zijn eigen woning in de extramurale fase, is voortzetting van de maatregel van belang om de veroordeelde te blijven monitoren en eventueel bij te sturen wanneer dit nodig is en hiermee de kans op recidive te verminderen. Daarom is het advies het continueren van de maatregel en het verder uitvoering geven aan het opgestelde trajectplan. Het beëindigen van de maatregel zal gezien het verleden leiden tot onveiligheid, overlast en verloedering van het publieke domein.

De deskundige heeft op de zitting de rapportage nader toegelicht en daarbij verklaard dat de veroordeelde in een bepaalde periode zijn toenmalige casemanager vanwege onderbezetting en uitval inderdaad niet goed heeft kunnen bereiken. De veroordeelde is hierdoor echter niet in de door hem gestelde zin benadeeld, omdat hij destijds nog geen toestemming had voor het accepteren van een woning. De veroordeelde is nog geen week voor de zitting verhuisd naar een eigen woning. Ingeval van beëindiging van de ISD-maatregel, komen de woonbegeleiding van Humanitas, het reclasseringstoezicht en de ambulante behandeling door Fivoor te vervallen. De veroordeelde kan deze begeleiding dan slechts op eigen kosten voortzetten.

De veroordeelde heeft op de zitting verklaard dat hij op de eerste dag van zijn onttrekking aan de ISD-maatregel een terugval heeft gehad in cocaïnegebruik. De veroordeelde is bereid om de woonbegeleiding van Humanitas op eigen kosten voort te zetten, maar twijfelt aan het nut van voortzetting van de ambulante behandeling bij Fivoor na beëindiging van de ISD-maatregel.

De rechtbank overweegt het volgende.

Gelet op hetgeen uit het rapport over de voortgang van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel blijkt en hetgeen op de zitting is besproken, zal beëindiging van de maatregel naar verwachting leiden tot onveiligheid en/of ernstige (drank-/ drugs)overlast en/of verloedering van het publieke domein. De rechtbank stelt voorop dat de ISD-maatregel is opgelegd voor de duur van 2 jaren, juist ook omdat behandeling voor een langdurige verslaving aan verdovende middelen veel tijd vergt. Hoewel de veroordeelde stellig meent dat hij niet zal terugvallen in cocaïnegebruik, is hij gedurende de ISD-maatregel driemaal aantoonbaar teruggevallen. De laatste keer was relatief kort geleden, in april 2022. Ook heeft hij zich nog recentelijk volledig onttrokken aan de ISD-maatregel door over het hek van de kliniek te klimmen. De rechtbank stelt vast dat het contact tussen de veroordeelde en zijn toenmalige casemanager gedurende enkele maanden niet naar behoren is verlopen. Dit leidt echter niet tot de conclusie dat het behandeltraject van de veroordeelde niet (voldoende) van de grond is gekomen. Evenmin is er aanleiding te veronderstellen dat voortzetting van de ISD-maatregel niet meer zinvol is. De veroordeelde toont zich zeer gemotiveerd, neemt deel aan ambulante behandeling, heeft concreet zicht op werk en heeft een eigen woning buiten de inrichting gevonden. De rechtbank heeft waardering voor de inzet en de gemotiveerde houding van de veroordeelde, maar de veroordeelde heeft een langdurige verslavingsgeschiedenis en de ingezette positieve lijn is nog pril. De veroordeelde verblijft nog geen week in een eigen woning en moet nog starten met zijn nieuwe baan buiten de inrichting. Juist het afmaken van de gestarte ambulante behandeling is onderdeel van de ISD-maatregel. De langdurige verslavingsproblematiek van de veroordeelde maakt hem kwetsbaar voor de verleidingen die juist in de extramurale fase op zijn pad zullen komen. Daarom acht de rechtbank het van belang dat de veroordeelde de ondersteuning en begeleiding in het kader van de ISD-maatregel behoudt, zoals van Humanitas, Fivoor en de reclassering.

Voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is dus nog altijd vereist. Er is geen grond om tot beëindiging van de maatregel over te gaan.

5. Beslissing

De rechtbank:

wijst af het verzoek tot beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders;

bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt voortgezet.

Deze beslissing is gegeven door:

mr. M.V. Scheffers, voorzitter,

en mrs. C.H. van Breevoort-de Bruin en E.C. Harting, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,

en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.

De oudste rechter, jongste rechter en griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature