Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

vervangende toestemming: verzoek tot verkrijgen van vervangende toestemming inschrijven school afgewezen.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team familie

Zaaknummer / rekestnummer: C/10/627486 / FA RK 21-7958

Beschikking van 25 januari 2022 betreffende vervangende toestemming op grond van artikel 1:253 a BW

in de zaak van:

[naam vrouw] , de vrouw,

wonende te [woonplaats vrouw] ,

advocaat mr. F.J.M. Hamers te Rotterdam,

t e g e n

[naam man] , de man,

wonende te [woonplaats man]

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 21 oktober 2021.

1.2.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 17 januari 2022. Daarbij zijn verschenen:

de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

de man;

de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] .

2. De vaststaande feiten

2.1.

Uit de vrouw is geboren de minderjarige:

- [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2016 te [geboorteplaats minderjarige] .

2.2.

De man heeft de minderjarige erkend.

2.3.

De vrouw en de man oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit over de minderjarige.

2.4.

De hoofdverblijfplaats van de minderjarige is bij de vrouw.

2.5.

Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam van 14 april 2021 is bepaald dat:

de man aan de vrouw met ingang van 26 juni 2020 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, voor de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling, zal uitkeren € 150,- per maand;

de minderjarige met ingang van 22 april 2021 in de even weken van donderdag na school tot vrijdagavond 19.00 uur en in de oneven weken van donderdag na school tot maandagochtend bij de man is;

tevens is de navolgende verdeling van de vakanties en feestdagen vastgelegd:

Krokusvakantie: in de oneven jaren bij de vrouw, in de even jaren bij de man;

Meivakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in de even jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;

Zomervakantie: in de oneven jaren de eerste drie weken bij de vrouw en de tweede drie weken bij de man, in de even jaren de eerste drie weken bij de man en de tweede drie weken bij de vrouw;

Herfstvakantie: in de even jaren bij de vrouw, in de oneven jaren bij de man;

Kerstvakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in de even jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;

Eerste Paasdag, Koningsdag, Eerste Pinksterdag, Halloween, intocht Sinterklaas, Kerstavond, Eerste Kerstdag: in de oneven jaren bij de vrouw en in de even jaren bij de man;

Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Sinterklaasavond, Tweede Kerstdag, Oudejaarsdag, Nieuwjaarsdag: in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man

Moederdag en de verjaardag van de vrouw bij de vrouw;

Vaderdag en verjaardag van de man bij de man;

Verjaardag [voornaam minderjarige] : in de oneven jaren bij de vrouw en in de even jaren bij de man.

Daarbij is de behandeling van de zaak ten aanzien van de zorgregeling pro forma aangehouden tot 1 januari 2022.

3. De beoordeling

3.1.

De vrouw verzoekt vervangende toestemming te verlenen om de minderjarige in te schrijven op de Openbare basisschool Prins Willem Alexander te Nieuwerkerk aan den IJssel (hierna: PWA), met ingang van de datum van de beschikking of met ingang van een datum als de rechtbank juist acht.

3.1.1.

De man voert gemotiveerd verweer.

3.1.2.

Op grond van artikel 1:253a lid 1 BW kunnen geschillen over de gezamenlijke uitoefening van het gezag op verzoek van de ouders of één van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Bij een dergelijke beslissing moeten alle omstandigheden van het geval in acht worden genomen, wat er soms ook toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind, hoezeer ook dat belang een overweging van de eerste orde moet zijn bij de afweging van belangen.

3.1.3.

Bij de beoordeling van het verzoek betrekt de rechtbank de belangen van de minderjarige, van de vrouw en van de man.

Belang van de minderjarige

3.1.4.

Naar de man onweersproken stelt hebben partijen gezamenlijk gekozen hebben voor de (kwaliteit van de) huidige school van de minderjarige, te weten de Christelijke Basisschool De Stelberg, aan de Clazina Kouwenbergzoom 130 te Rotterdam, ook al lag deze school niet het dichtst bij de woonadressen van partijen en liep de minderjarige niet zelf naar school. De man vindt de PWA niet of in ieder geval minder geschikt. Hij kan zich niet vinden in de richtlijnen van deze school, en hij vindt de school ten opzichte van de huidige school van de minderjarige oubollig. Gelet de op weloverwogen keuze voor de huidige school, lag het op de weg van de vrouw te onderbouwen dat de PWA ook voldoet aan wat partijen belangrijk vonden bij hun eerdere keuze. Met inachtneming van de betwisting door de man, is zij daarin niet geslaagd.

Uit wat partijen stellen volgt voor de rechtbank dat er op de huidige school geen problemen zijn voor de minderjarige.

De vrouw stelt onweersproken dat de zorgregeling ongewijzigd blijft bij een wisseling van de school.

Met zijn onderbouwing dat de minderjarige sociale contacten in de omgeving van de huidige woning van de vrouw kan opdoen via voetbal, zwemmen en de kinderrijke buurt waarin de vrouw woont, betwist de man gemotiveerd dat, zoals de vrouw stelt, het belangrijk is voor de minderjarige om naar school te gaan in de buurt van de woning van de vrouw. De vrouw weerlegt deze betwisting van de man niet, ook niet met haar stelling dat de overgang van de middelbare school gemakkelijker zal zijn omdat de minderjarigen dan kinderen van de basisschool heeft om mee op te trekken. Dit is geen vaststaand gegeven; dit hangt af van meerdere omstandigheden die op voorhand niet te voorspellen zijn.

Bij het belang van de minderjarige betrekt de rechtbank verder dat er de afgelopen twee jaar veel veranderingen in zijn leven zijn geweest; zijn ouders zijn gescheiden, hij heeft een halfbroertje gekregen, krijgt daarnaast nog een halfbroertje - of zusje, en zijn moeder is verhuisd. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige die zo ernstig zijn dat er bij de kinderrechter is verzocht om een ondertoezichtstelling. Een volgende verandering, zijnde een wisseling van school, verhoudt zich daarom niet goed met het belang van de minderjarige.

De juistheid van de stelling van de vrouw dat de minderjarige zodanig last heeft van wagenziekte dat het te belastend is voor hem om met de auto naar school te worden gebracht, is voor de rechtbank niet vast komen te staan.

Belang van de vrouw

3.1.5.

De man stelt onweersproken dat de vrouw het reizen naar en van haar werk eenvoudig kan combineren met het brengen en halen van de minderjarige naar zijn huidige school. Niet onaannemelijk is dat het voor de vrouw desondanks makkelijker is als zij de minderjarige helemaal niet meer hoeft te brengen en halen omdat hij zelf naar school kan lopen. Zij heeft echter niet inzichtelijk gemaakt op welke momenten het reizen naar en van haar werk samenvalt met de schooltijden van de minderjarige, en wanneer dat niet het geval is.

Belang van de man

3.1.6.

De man zal door de wijziging van de school met logistieke problemen worden geconfronteerd. Factoren die hier een rol spelen zijn de richting waar de PWA ten opzichte van de huidige school ligt, het werk van de man, zijn beperkte vervoersmiddelen, de baby die hij met zijn partner heeft en het minderjarige leerplichtige kind dat zijn partner uit een eerdere relatie heeft. Hoewel de problemen die door een wijziging zouden ontstaan niet onoverkomelijk zijn (de man zou bijvoorbeeld de minderjarige met de fiets naar school kunnen brengen en zelf naar zijn werk kunnen fietsen), heeft de man (en daarmee overigens ook de minderjarige) er wel enig belang bij, bijvoorbeeld voor de gevallen waarin het regent of anderszins slecht weer is, dat zijn (logistieke) situatie ongewijzigd blijft.

Bij het belang van de man betrekt de rechtbank verder dat hij er op mocht vertrouwen dat de verhuizing van de vrouw niet betekende dat de school van de minderjarige zou wisselen. De vrouw heeft, op het moment dat zij de man heeft verteld over haar plan om te verhuizen, niet verteld dat zij ook de door hen samen weloverwogen uitgekozen school wilde wijzigen. De man heeft dus gereageerd op en geen bezwaar gemaakt tegen het plan om te verhuizen van de minderjarige, in de veronderstelling dat de school niet zou veranderen. De rechtbank volgt de vrouw niet in haar stelling dat zij er vanwege het gedrag van de man op mocht vertrouwen dat hij akkoord zou gaan met een school in Nieuwerkerk aan den IJssel.

3.1.7.

Alle belangen tegen elkaar afwegende komt de rechtbank tot een afwijzing van het verzoek.

3.2.

Gelet op de aard van de procedure bepaalt de rechtbank dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

4. De beslissing

De rechtbank:

4.1.

wijst af het verzoek van de vrouw voor het verkrijgen van vervangende toestemming voor inschrijving van de minderjarige op de Openbare basisschool Prins Willem Alexander te Nieuwerkerk aan den IJssel;

4.2.

compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier A.D. Lavieren op 25 januari 2022.

Voor zover in deze beschikking een of meer eindbeslissingen zijn opgenomen, staat tegen deze beschikking hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.

Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden voor het instellen van hoger beroep.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature