Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Vonnis in kort geding. Arbeidszaak. Afwijzing verbod tot handhaving / schorsing concurrentiebeding.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10108122 VV EXPL 22-386

datum uitspraak: 3 november 2022

Vonnis in kort geding van de kantonrechter

in de zaak van

[eiser01] ,

wonende te [woonplaats01],

eiser,

gemachtigde: mr. B.R.J. Rothuizen,

tegen

Precision Parts Supply B.V. ,

gevestigd te Schiedam,

gedaagde,

gemachtigde: mr. H.E. Meerman.

Partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘PPS’ genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

de dagvaarding, met bijlagen 1 tot en met 18;

de brieven van de gemachtigde van [eiser01] , met bijlagen 19 tot en met 25 en bijlage 26;

het e-mailbericht van de gemachtigde van PPS met bijlagen 1 tot en met 10;

de pleitaantekeningen van de gemachtigden van partijen.

1.2.

Op 13 oktober 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [eiser01] , bijgestaan door mr. Rothuizen, en voor PPS haar (indirect) bestuurder [naam01] , bijgestaan door mr. H.E. Meerman en haar kantoorgenoot mr. M.A.W. Holdtgrefe.

2. De feiten

2.1.

Op grond van een op 9 september 2019 gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is [eiser01] bij PPS in dienst getreden in de functie van Commercieel Medewerker Buitendienst. In de arbeidsovereenkomst zijn een geheimhoudings-, een concurrentie- en een relatiebeding alsmede een daarop toepasselijk boetebeding opgenomen.

2.2.

Bij brief van 20 juli 2022 heeft [eiser01] de arbeidsovereenkomst opgezegd.

2.3.

Daarnaar gevraagd heeft [eiser01] aan PPS verteld dat hij op

1 september 2022 in dienst treedt bij (de vennootschap naar Belgisch recht) [bedrijf01] (hierna: [bedrijf01] ).

2.4.

Bij brief van 24 augustus 2022 heeft PPS de ontvangst van de ontslagbrief van [eiser01] bevestigd en hem meegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst eindigt op 31 augustus 2022. Voorts is [eiser01] te kennen gegeven dat indiensttreding bij [bedrijf01] schending oplevert van het geheimhoudings-, concurrentie- en relatiebeding en dat, mocht op 1 september blijken dat het dienstverband bij [bedrijf01] gestalte heeft gekregen, de overeengekomen boete direct opeisbaar wordt en dat [eiser01] of [bedrijf01] aansprakelijk zal worden gesteld voor alle gevolgschade.

2.5.

Op 29 augustus 2022 heeft PPS een brief met dezelfde strekking verzonden aan [bedrijf01] , waarin [bedrijf01] erop gewezen is dat zij tegenover PPS onrechtmatig handelt als zij [eiser01] faciliteert om genoemde bedingen te kunnen overtreden.

2.6.

Bij e-mailbericht van [bedrijf01] van 2 september 2022 is PPS ervan op de hoogte gesteld dat [bedrijf01] en [eiser01] met wederzijds goedvinden het dienstverband per direct beëindigd hebben op 31 augustus 2022.

3. Het geschil

3.1.

[eiser01] eist samengevat om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

primair,

PPS te verbieden om hem door handhaving van het concurrentiebeding te

belemmeren werkzaamheden te verrichten voor [bedrijf01] , op straffe van een

dwangsom van € 15.000,-, althans een door de kantonrechter te bepalen dwangsom, voor iedere keer dat PPS in strijd handelt met dit verbod;

subsidiair,

het concurrentiebeding te schorsen, zodat het hem is toegestaan om voor [bedrijf01] werkzaamheden te verrichten in de functie van Sales Engineer;

meer subsidiair,

PPS te veroordelen tot betaling aan hem van € 10.000,- netto, of een door de kantonrechter vast te stellen bedrag, als voorschot op een in een bodemprocedure vast te stellen vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW , met rente;

en, zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:

PPS te veroordelen in de proceskosten, met rente.

3.2.

[eiser01] legt aan zijn eis ten grondslag dat hij wil gaan werken bij [bedrijf01] , maar dat PPS hem daarvan weerhoudt door tegenwerping van het concurrentiebeding. [bedrijf01] is echter geen concurrent van PPS. Daarnaast wijkt de beoogde functie van Sales Engineer bij [bedrijf01] af van de functie van Commercieel Medewerker Buitendienst, die hij bij PPS heeft verricht. Om die reden en omdat [eiser01] geen kennis heeft van bedrijfsgeheimen en commerciële, concurrentiegevoelige, informatie is het bedrijfsdebiet van PPS niet in het geding bij de door hem gewenste overstap. Met de functie bij [bedrijf01] kan hij zijn positie en financiële situatie verbeteren. [eiser01] zal de verplichtingen die voortvloeien uit het geheimhoudings- en relatiebeding volledig respecteren, zodat de bedrijfsbelangen van PPS zijn gewaarborgd. Voor zover [bedrijf01] en PPS te beschouwen zijn als concurrenten geldt dat [eiser01] in verhouding tot het te beschermen belang van PPS onbillijk wordt benadeeld door het concurrentiebeding.

Doordat de arbeidsovereenkomst met PPS inmiddels is geëindigd, maar hij niet in dienst durft te treden bij [bedrijf01] vanwege de dreiging boetes verschuldigd te zullen worden, zit [eiser01] nu zonder werk en inkomen. Daarom heeft hij spoedeisend belang bij toewijzing van het gevorderde, aldus [eiser01] .

3.3.

PPS is het niet eens met de eis en concludeert tot afwijzing daarvan.

3.4.

Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee [eiser01] en PPS de vorderingen en het verweer daartegen (verder) onderbouwen.

4. De beoordeling

4.1.

Voldoende is gebleken dat [eiser01] een spoedeisend belang heeft bij het door hem gevorderde, zodat hij in zoverre ontvankelijk is in zijn vordering.

4.2.

Dit is een kort geding. Dit betekent dat het antwoord op de vraag of wat [eiser01] vordert kan worden toegewezen afhangt van een combinatie van twee aspecten. Ten eerste van een voorlopige beoordeling van de verschillende aspecten van deze zaak, aan de hand van wat partijen daarover naar voren brengen met in gedachten de vraag hoe aannemelijk het is dat de bodemrechter de vorderingen zal toewijzen. Ten tweede, dus in combinatie met het eerste, van een afweging van het belang dat [eiser01] heeft bij toewijzing van de vordering tegen het belang dat PPS heeft bij afwijzing van de vordering. In dit vonnis geeft de kantonrechter ‘slechts’ een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen. Het is aan de bodemrechter om definitief te beslissen.

4.3.

Het concrete spoedeisende belang van [eiser01] is een antwoord op de vraag of hij op korte termijn al dan niet in dienst kan treden bij PPS. Toewijzing van de daarop betrekking hebbende vordering blijft echter achterwege, omdat niet zonder meer aannemelijk is dat de eis in een gewone procedure wordt toegewezen. Hiertoe is het volgende redengevend.

4.4.

Partijen zijn een geldig concurrentiebeding overeengekomen, terwijl PPS, gelet op het onderbouwde verweer op dit punt, twijfel heeft doen ontstaan over het door [eiser01] gestelde dat indiensttreding bij [bedrijf01] in de functie van Sales Engineer geen strijd oplevert met het bepaalde in het beding. Gezien het aangevoerde door PPS valt nu niet uit te sluiten dat [bedrijf01] en PPS deels dezelfde markt bedienen met concurrerende activiteiten op het gebied van meet- en regelapparatuur. Hierbij is van belang dat niet weersproken is dat [bedrijf01] haar klantenbestand in Nederland verder wil laten groeien, waarbij de focus ligt op de regio’s Botlek-Europoort-Maasvlakte-Zeeland, waar PPS ook actief is. Ook valt op dit moment niet uit te sluiten dat [eiser01] uit hoofde van zijn functie van Commercieel Medewerker Buitendienst beschikt over kennis aangaande PPS die tot ongeoorloofd concurrentievoordeel zou kunnen leiden als het binnen korte tijd na de beëindiging van het dienstverband gedeeld zou worden met [bedrijf01] . Omdat de stellingen van partijen hierover uiteenlopen en in het kader van de kort geding procedure geen ruimte is voor bewijslevering wordt nu geen grond aanwezig geacht om het primair gevorderde verbod en de subsidiair gevorderde schorsing toe te wijzen. Dat geldt ook voor het meer subsidiair gevorderde voorschot op een in een bodemprocedure vast te stellen vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW .

4.5.

Naar het zich thans laat aanzien is het niet waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat sprake is van een situatie waarin het concurrentiebeding [eiser01] in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van PPS werkzaam te zijn. Ook is geen sprake van een situatie waarin, in verhouding tot het te beschermen belang van PPS, [eiser01] door het beding onbillijk wordt benadeeld. Daarbij weegt mee dat het concurrentiebeding betrekking heeft op concurrerende werkzaamheden in Nederland, niet in België, terwijl [eiser01] in België woont en [bedrijf01] daar gevestigd is en ook klanten in Belgíë wil bedienen, waarvoor [eiser01] zou kunnen worden ingezet. Ook staat het [eiser01] vrij om niet concurrerende werkzaamheden in Nederland te verrichten, wat niet onmogelijk wordt geacht, want er is krapte op de arbeidsmarkt en met zijn commerciële achtergrond lijkt hij niet gebonden aan de branche waarin PPS actief is.

4.6.

Gelet op het voorgaande wordt de vordering, in al haar onderdelen, afgewezen.

4.7.

[eiser01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van PPS tot vandaag vast op € 747,- aan salaris voor de gemachtigde. Voor kosten die PPS maakt na deze uitspraak moet [eiser01] een bedrag betalen van € 124,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).

5. De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

wijst het gevorderde af;

5.2.

veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de kant van PPS tot vandaag vastgesteld op € 747,-.

Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en in het openbaar uitgesproken.

465


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature