U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

immateriële schadevergoeding ogv onrechtmatige daad, winkeldiefstal is niet komen vast te staan, onterecht beschuldigd, aantasting in eer

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 9878378 / CV EXPL 22-14999

datum uitspraak: (bij vervroeging) 25 november 2022

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

[eiseres01] , alsmede in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter [naam minderjarige01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

eiseres,

gemachtigde: mr. R.J. Michielsen,

tegen

Detailconsult Supermarkten B.V.,

statutair gevestigd te Amsterdam, met nevenvestiging h.o.d.n. Dirk van den Broek te Vlaardingen,

gedaagde,

gemachtigde: mr. M. Meijerink.

De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘Detailconsult’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

de dagvaarding van 6 mei 2022, met bijlagen;

het antwoord, met bijlagen;

de brief van 25 juli 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;

de spreekaantekeningen van de zijde van Detailconsult;

1.2.

Op 5 oktober 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij is [eiseres01] in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Namens Detailconsult is verschenen, [naam01] , verkoopleider bij Dirk van den Broek te Vlaardingen, bijgestaan door de gemachtigde.

2 De feiten

2.1.

Detailconsult drijft een supermarktorganisatie onder de naam Dirk. Een van de nevenvestigingen van Detailconsult is de Dirk van den Broek gevestigd te Vlaardingen aan de dr. Wiardi Beckmansingel 3 (hierna: ‘Dirk van den Broek’).

2.2.

Op 2 december 2021 is [eiseres01] tijdens haar winkelbezoek aan Dirk van den Broek aangesproken door de filiaalmanager en verzocht om mee te lopen naar de bedrijfskantine, alwaar de filiaalmanager een winkelverbod heeft opgelegd aan [eiseres01] voor de duur van 12 maanden, vanwege het plegen van een winkeldiefstal op 25 november 2021.

2.3.

Bij brief van 17 januari 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres01] Detailconsult gesommeerd het winkelverbod op te heffen en heeft de gemachtigde Detailconsult aansprakelijk gesteld voor de geleden immateriële schade, met het verzoek de schadevergoeding binnen 14 dagen na dagtekening te voldoen.

2.4.

Detailconsult heeft het winkelverbod niet opgeheven, dan wel de gevorderde schadevergoeding betaald.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres01] eist samengevat:

Detailconsult te veroordelen aan haar te betalen € 2.000,00 met rente;

Detailconsult te veroordelen aan haar, in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter, te betalen € 1.000,00 met rente;

Detailconsult te veroordelen tot het opheffen van het winkelverbod, op verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag;

Detailconsult te veroordelen in de proceskosten met rente;

het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.2.

[eiseres01] baseert de eis op het volgende. [eiseres01] is door de filiaalmanager van de Dirk van den Broek op 2 december 2021 in het openbaar valselijk beschuldigd van winkeldiefstal. Zij voelt zich hierdoor in haar eer en goede naam aangetast. [eiseres01] heeft haar dochter op de hoogte gesteld van de door Dirk van den Broek valselijk geuite beschuldiging van winkeldiefstal. Haar dochter kampt sindsdien met psychosomatische klachten zoals slapeloosheid, verminderde eetlust, angst om naar een winkel of school te gaan. [eiseres01] maakt aanspraak op een billijke vergoeding van € 2.000,00 vanwege de onrechtmatige gedraging van Detailconsult, en, in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter, een bedrag van € 1.000,00. Ook vordert zij opheffing van het winkelverbod.

3.3.

Detailconsult is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. De oplegging van het winkelverbod is niet onrechtmatig waardoor er geen aanleiding bestaat tot opheffing van dat verbod. Drie medewerkers van de Dirk van den Broek hebben gelijkelijk verklaard over het incident op 25 november 2021, waarbij [eiseres01] volgens die verklaringen enkele artikelen uit de winkel in de winkelwagen had liggen en zonder die af te rekenen uit de winkel heeft meegenomen. Er bestaat geen grond voor het toekennen van een schadevergoeding. [eiseres01] heeft haar vordering onvoldoende onderbouwd. Bovendien is er geen sprake van een zodanige inbreuk of gedraging dat op grond daarvan een immateriële schadevergoeding moet worden toegekend.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Ter beoordeling ligt de vraag voor of Detailconsult onrechtmatig heeft gehandeld ten aanzien van [eiseres01] en haar minderjarige dochter en of Detailconsult daarom aansprakelijk is voor de schade die [eiseres01] en haar minderjarige dochter daardoor hebben geleden.

Onrechtmatig handelen

4.2.

Voor de vaststelling van de onrechtmatigheid is relevant of [eiseres01] onterecht beschuldigd is van winkeldiefstal, zodat Dirk van den Broek geen grond had een winkelverbod op te leggen. Aanleiding voor het opleggen van het winkelverbod vormt de vermeende diefstal die zou hebben plaatsgevonden op 25 november 2021 in de Dirk van den Broek. Detailconsult baseert zich op drie verklaringen van de caissière, de afdelingsmanager en de supermarktmanager. Daartegenover staat de stellige ontkenning van de zijde van [eiseres01] . Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de drie verklaringen van onvoldoende gewicht ter onderbouwing van het feit dat de beweerdelijke diefstal heeft plaatsgevonden. Daarbij neemt de kantonrechter mee dat deze niet gebaseerd zijn op eigen waarnemingen. Bovendien kan de kantonrechter niet begrijpen op welke wijze zichtbaar geweest zou zijn dat sprake was van artikelen die notabene onder een tas in de kar verborgen waren, en ook als zodanig afkomstig van Dirk van den Broek. Het komt de kantonrechter bovendien merkwaardig voor dat – als de caissière daadwerkelijk een en ander had geconstateerd – [eiseres01] niet ter plekke is geconfronteerd met de vermeende diefstal, waarvoor Detailconsult geen afdoende verklaring heeft gegeven. De afdelingsmanager en supermarktmanager hebben op basis van de camerabeelden verklaard dat [eiseres01] artikelen uit de Dirk van de n Broek in de winkelkar onder haar tas heeft laten liggen die zij niet heeft afgerekend. Kennelijk kon op basis van die beelden de vermeende diefstal vastgesteld worden. Op 2 december 2021 is vervolgens het winkelverbod aan [eiseres01] opgelegd. Desondanks zijn de beelden op dat moment niet aan [eiseres01] getoond, terwijl – zoals zij ter zitting heeft verklaard – zij de beschuldiging van diefstal heeft ontkend, en desgevraagd ook niet in de gelegenheid is gesteld om de betreffende camerabeelden te zien en haar versie van het voorval te geven. De verklaring van de supermarktmanager ondersteunt die gang van zaken, hij verklaart immers: “Mevrouw is met mij meegelopen naar achteren en ik heb haar vervolgens een winkelverbod opgelegd naar aanleiding van hetgeen geschiedde op 25 november 2021”. De kantonrechter weegt bovendien mee dat de nagenoeg gelijkluidende verklaringen – pas een halfjaar na het voorval – zijn opgesteld door de gemachtigde van Detailconsult naar aanleiding van antwoorden op vragen die zij zelf heeft gesteld. Nu [eiseres01] de verklaringen van de medewerkers heeft betwist had het op de weg van Detailconsult gelegen om de betreffende camerabeelden beschikbaar te stellen. De omstandigheid dat die beelden inmiddels niet meer beschikbaar zijn omdat deze kennelijk automatisch worden gewist, komt voor rekening en risico van Detailconsult. Dat brengt met zich mee dat niet is komen vast te staan dat [eiseres01] op 25 november 2021 een winkeldiefstal heeft gepleegd.

4.3.

Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat het handelen van Detailconsult in ieder geval als een onrechtmatige daad moet worden aangemerkt op grond van het bepaalde in artikel 6:162 lid 2 BW. Het ongefundeerd uiten van een beschuldiging van een strafbaar feit jegens [eiseres01] waarna er – zonder enige vorm van wederhoor – ten onrechte een winkelverbod is opgelegd moet immers worden aangemerkt als handelen in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.

Opheffing winkelverbod

4.4.

[eiseres01] heeft gevorderd om het aan haar opgelegde winkelverbod op te heffen op straffe van een dwangsom. Nu voldoende is gebleken dat het winkelverbod op onterechte gronden is opgelegd, wijst de kantonrechter de vordering tot opheffing van het winkelverbod toe. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan de vordering een dwangsom te verbinden.

Schade

4.5.

[eiseres01] heeft op grond van artikel 6:106 lid 1 onder b BW aanspraak gemaakt op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding wegens (opzettelijke) aantasting in haar eer en goede naam. De beschuldiging van diefstal ervaart zij als een diep ingrijpende vernedering. Dit geldt te meer nu de valse beschuldiging in het openbaar is geuit ten overstaan van andere klanten en er een screenshot van [eiseres01] tezamen met haar dochter met het personeel van de organisatie is gedeeld. Detailconsult heeft betwist dat [eiseres01] in het openbaar is beschuldigd. Zij is in de supermarkt aangesproken door een van de veiligheidsmedewerkers waarna zij is verzocht mee te lopen naar achteren. In de bedrijfskantine is haar pas het winkelverbod opgelegd. Het screenshot is enkel met de betreffende veiligheidsmedewerkers gedeeld. De gevorderde immateriële schadevergoeding is bovendien onvoldoende onderbouwd. Er is op geen enkele wijze gebleken dat [eiseres01] of haar dochter door het opgelegd zijn van het winkelverbod schade hebben geleden.

4.6.

De kantonrechter stelt voorop dat voor het schaden van iemands eer niet de eis geldt dat daarvan alleen sprake kan zijn indien derden van de beschuldigingen kennis nemen. De kantonrechter is van oordeel dat het ongefundeerd beschuldigen van een strafbaar feit op zichzelf al een ernstige normschending is, en dat het voldoende aannemelijk is dat [eiseres01] als gevolg daarvan ernstig gegriefd is en zij in haar eer is aangetast. De stelling van [eiseres01] dat zij ten overstaan van andere klanten valselijk is beschuldigd van winkeldiefstal, waardoor zij ook in haar goede naam is aangetast, volgt de kantonrechter dan weer niet. [eiseres01] heeft ter zitting immers verklaard dat zij niet in de winkel is geconfronteerd met de beschuldiging van diefstal, maar alleen is verzocht om mee naar achteren (oftewel de bedrijfskantine) te lopen. In de bedrijfskantine, die, naar de kantonrechter aanneemt, niet voor het publiek toegankelijk is, heeft Dirk van den Broek vervolgens het winkelverbod opgelegd.

4.7.

Nu - gelet op het voorgaande - voldoende is gebleken dat [eiseres01] in haar eer is aangetast, bestaat aanleiding om aan haar een immateriële schadevergoeding toe te kennen. De schade als gevolg van deze onrechtmatige gedraging kan echter niet nauwkeurig worden vastgesteld en daarom zal deze op grond van artikel 6:97 BW worden geschat. Alles afwegende acht de kantonrechter een bedrag van € 100,00 aan immateriële schadevergoeding billijk, in tegenstelling tot het gevorderde bedrag van € 2.000,00.

4.8.

De gevorderde schadevergoeding ter hoogte van € 1.000,00 in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter wijst de kantonrechter af. Vast staat dat de minderjarige dochter van [eiseres01] niet aanwezig was tijdens het winkelbezoek op 2 december 2021 waarbij de filiaalmanager het winkelverbod vanwege winkeldiefstal aan [eiseres01] heeft opgelegd. Zij is door [eiseres01] zelf op de hoogte gesteld van het voorval, zodat het causaal verband tussen de gestelde schade en de onrechtmatige gedraging ontbreekt.

buitengerechtelijke incassokosten en rente

4.9.

De rente wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van [eiseres01] volgt dat deze moet worden betaald en Detailconsult deze stellingen niet heeft betwist.

proceskosten

4.10.

Detailconsult krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vast op € 125,03 aan dagvaardingskosten, € 86,00 aan griffierecht en € 436,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 218,00 tarief). Dit is totaal € 647,03. Voor kosten die [eiseres01] maakt na deze uitspraak moet Detailconsult ook een bedrag betalen van

€ 109,00 (1/2 punt x € 218,00 tarief). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.

uitvoerbaarheid bij voorraad

4.11.

Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5 De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

wijst toe de vordering tot opheffing van het winkelverbod met ingang van de dag na betekening van dit vonnis;

5.2.

veroordeelt Detailconsult om aan [eiseres01] te betalen € 100,00 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 100,00 vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;

5.3.

veroordeelt Detailconsult in de proceskosten, aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vastgesteld op € 647,03 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag van af de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;

5.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.5.

wijst al het andere af.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.

50724


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature