U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

OTS

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht

Zaaknummer: C/10/617894 / JE RK 21-1206

Datum uitspraak: 23 juni 2021

Beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,

betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2011 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind].

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende op een voor de rechtbank onbekend adres,

advocaat: mr. V.M.A. Saris,

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader],

advocaat: mr. C.K. Visser.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de brief van de moeder, ingekomen bij de griffie op 10 juni 2021;

- het verzoek met bijlagen van de Raad van 3 mei 2021, ingekomen bij de griffie op 3 mei 2021;

- de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 4 maart 2021;

- de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 1 oktober 2020.

Op 23 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld.

Verschenen zijn:- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. C.K. Visser;- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. V.M.A. Saris;- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 1];- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 2].

Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 3], tolk in de Poolse taal.

Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 4], tolk in de Poolse taal.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de vader.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De Raad handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. [naam kind] zit klem in de verstoorde relatie tussen haar ouders. Beide ouders uiten zorgen over de opvoedsituatie bij de andere ouder. [naam kind] krijgt niet de kans om onbelast contact met haar moeder te hebben. Hulpverlening en begeleide omgang of telefonisch contact komt niet tot stand en de houding van de vader ten opzichte van de moeder verhardt. Daarnaast is er sprake van loyaliteitsproblematiek bij [naam kind]. Het is van belang dat de relatie tussen [naam kind] en haar moeder verbetert en dat [naam kind] onbelaste omgang kan hebben met haar moeder. Hiervoor is betrokkenheid van de GI noodzakelijk. De Raad voert de komende periode een onderzoek naar gezag en omgang uit.

De standpunten

De GI stemt in met het verzoek van de Raad.

De moeder verzet zich, mede bij monde van haar advocaat, niet tegen het verzoek van de Raad. De moeder wil graag hulp bij het tot stand brengen van contact tussen haar en [naam kind] en bij het verbeteren van de relatie tussen haar en [naam kind]. Daarnaast wenst de moeder dat er inzicht komt in de opvoedsituatie van [naam kind] bij de vader. De moeder is blij met de ondertoezichtstelling omdat hulpverlening in het verleden niet van de grond is gekomen vanwege het ontbreken van een inschrijving van de moeder op een Nederlands adres.

De vader verzet zich, mede bij monde van zijn advocaat, tegen het verzoek van de Raad. De vader verbiedt [naam kind] niet contact met haar moeder te hebben, maar wil haar wel beschermen tegen de moeder. De vader heeft geen vertrouwen in de moeder omdat zij een alcoholverslaving en psychische problematiek heeft. Daarnaast houdt de moeder de echtscheiding tegen. De moeder houdt zich niet aan de afspraken die er zijn gemaakt over de omgang en komt haar beloften aan [naam kind] niet na. Daarnaast zegt [naam kind] dat zij de moeder niet meer wil zien. Sinds de moeder in Nederland is, is de situatie onrustig en plast [naam kind] in bed. De vader heeft moeite met de ondertoezichtstelling omdat deze alleen maar gericht is op het opstarten van omgang. Dit is niet in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad. De vader verzoekt afwijzing van het verzoek van de Raad.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek . [naam kind] wordt ernstig in haar ontwikkeling bedreigd door de strijd tussen haar ouders en [naam kind] zit klem in de strijd tussen haar ouders. De communicatie tussen de ouders is ernstig verstoord. Bij de vader is er sprake van een ernstige diskwalificatie van de moeder waarmee hij [naam kind] op een ontoelaatbare wijze belast. [naam kind] heeft recht op onbelast contact met beide ouders. Hoewel er in het vrijwillig kader meerdere pogingen zijn gedaan om (begeleide) omgang op te starten is de situatie al een lange tijd nauwelijks verbeterd. Het feit dat de ouders verwikkeld zijn in een echtscheidingsprocedure, doet er niet aan af dat het noodzakelijk blijft om hun onderlinge communicatie te verbeteren. Het is van belang dat de ouders inzien wat de gevolgen zijn van hun handelen voor de ontwikkeling van [naam kind]. Daarnaast is het van belang dat er wordt gekeken of er hulpverlening voor [naam kind] noodzakelijk is. Het is van belang dat de ouders zich inzetten om het recht van [naam kind] op onbelast contact met beide ouders te verzekeren. Hiertoe dient de relatie tussen [naam kind] en de moeder verbeterd te worden en de omgang opgebouwd te worden. Aldus bezien is er, anders dan de advocaat van de vader stelt, méér aan de hand dan enkel het tot stand brengen van een omgangsregeling tussen de moeder en [naam kind]. De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:

stelt [naam kind] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 23 juni 2021 tot 23 juni 2022;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2021 door mr. R.H. de Vries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. de Leeuw, als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 juli 2021.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature