Veroordeling artikel 243 Sr. Verklaring van aangeefster wordt ondersteund door het onderzoek van het NFI. Uit het toxicologisch rapport van het NFI blijkt voorts dat het bewustzijn/gedrag van aangeefster ten tijde van de bloedafname beïnvloed was door de aanwezige ethanol. De rechtbank gaat er vanuit dat aangeefster door de hoeveelheid aanwezige ethanol in het bloed ten tijde van het delict in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Tevens heeft de verdachte geen volledige en juiste weergave van wat er werkelijk is gebeurd gegeven, kennelijk om de waarheid te verhullen. Uit de feiten en omstandigheden in onderling samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat de verdachte bij het plegen van de genoemde seksuele handelingen tenminste voorwaardelijk opzet heeft gehad op het verminderde bewustzijn van de aangeefster.