U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Brandverzekering voor meerdere gemeentelijke onroerende zaken. Voor gedeelte van de verzekerde objecten btw meeverzekerd ingevolge btw-clausule en vermelding van voortaxatie in objectlijsten. Schade aan gemeentekantoor door brand. Ten aanzien van gemeentekantoor geen vermelding van voortaxatie in aanbestedingsstukken of in opeenvolgende objectlijsten. Mededeling van voortaxatie door gemeente aan consultant van gemeente bij aanbestedingsprocedure niet gelijk te stellen aan mededeling ex artikel 17.1 van de (op de polis toepasselijk verklaarde) Nederlandse Beursvoorwaarden voor Zaak- en Bedrijfsschade (NBZB 2006) aan verzekeringsmakelaar. Ten aanzien van gemeentekantoor btw niet meeverzekerd en btw-clausule niet van toepassing.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/586496 / HA ZA 19-1103

Vonnis van 29 december 2021

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE LINGEWAARD,

zetelend te Bemmel,

eiseres,

advocaat mr. S. Baks te Utrecht,

tegen

1. de naamloze vennootschap

VIVAT SCHADEVERZEKERING N.V. mede handelend onder de naam REAAL SCHADEVERZEKERINGEN,

gevestigd te Amstelveen,

2. de naamloze vennootschap

NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., mede handelend onder de naam DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING,

gevestigd te Den Haag,

3. de naamloze vennootschap

ASR NEDERLAND N.V.,

gevestigd te Utrecht,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

INTERMONT ASSURADEUREN B.V.,

gevestigd te Alkmaar,

5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CANOPIUS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagden,

advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam.

Eiseres zal hierna de Gemeente genoemd worden. Gedaagden zullen hierna, gezamenlijk en in enkelvoud, Reaal c.s., en, voor zover gedaagde sub 1 separaat wordt bedoeld, Reaal Schadeverzekeringen genoemd worden.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding, met producties,

de conclusie van antwoord,

de conclusie van repliek, met producties,

de akte houdende producties en wijziging van eis zijdens de Gemeente,

de conclusie van dupliek, met een productie,

de antwoordakte inhoudende reactie productie 1 bij dupliek zijdens de Gemeente

de brief van 17 november 2020 van de rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,

de akte houdende nadere producties voor zitting zijdens de Gemeente,

de spreekaantekeningen zijdens de Gemeente,

de pleitnotitie zijdens Reaal c.s.,

het proces-verbaal van mondelinge behandeling gehouden op 23 maart 2021.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1.

Per 31 maart 2015 heeft de Gemeente, na een openbare aanbesteding, met Reaal c.s. een brandverzekering (verder de “Raetsheren-polis”) afgesloten voor (een groot aantal van) haar opstallen, onder polisnummer [polisnummer 1] Ook het gemeentekantoor aan de [adres] (verder het “gemeentekantoor”) is onder de Raetsheren-polis verzekerd.

2.2.

In het aanbestedingsdocument is, voor zover hier van belang, het navolgende opgenomen:

“4. Beschrijvingen en doel van de aanbesteding

(…)

4.3.

Achtergrondinformatie

Teneinde aanbieders in de gelegenheid te stellen een zo goed mogelijke inschatting te kunnen maken van het te verzekeren risico en een op dat risico aangesloten marktconforme aanbieding te kunnen doen, is in bijlage 2 een objectenbestand toegevoegd.

(…)

8. De gunningscriteria

(…)

8.1.

Programma van Eisen

Voor de beoordeling van de offerte op basis van het gunningscriterium ‘‘laagste prijs ’’ komen alleen die offerten in aanmerking door ondertekening van de eigen verklaring onvoorwaardelijk akkoord gaan met de in bijlage 1D (programma van eisen) genoemde eisen en voorwaarden.

Het niet voldoen aan de eisen uit bijlage 1D en ondertekening van de eigen verklaring betekent uitsluiting van verdere beoordeling.”

2.3.

De in paragraaf 8.1 van het aanbestedingsdocument genoemde bijlage 1D luidt, voor zover hier van belang:

“Bijlage 1D Programma van Eisen

(…)

Algemene condities voor alle objecten

Uitgebreide gevarendekking conform:

Nederlandse Beursvoorwaarden voor Uitgebreide Gevaren - NBZB 2006

Clausuleblad Lingewaard - NBZB 2006

Clausuleblad Raetsheren van Orden - Lingewaard 2015”

2.4.

Het in bijlage 1D bij het aanbestedingsdocument vermelde Clausuleblad Raetsheren van Orden - Lingewaard 2015 (verder het “clausuleblad Lingewaard - 2015”) bevat, voor zover hier van belang, de navolgende bepaling (verder “de btw-clausule”):

“24. Clausule BTW

Ten aanzien van de meeverzekerde BTW is het volgende bepaald:

Deze verzekering dekt de vergoeding van betaalde of te betalen BTW, tot maximaal het op schadedatum van toepassing zijnde BTW percentage, dit ongeacht de eventuele uitkering welke verzekerde ontvangt uit het BTW compensatiefonds (BCF). In deze doen verzekeraars afstand van beroep op art. 7:960 BW.”

2.5.

Het in paragraaf 4.3 van het aanbestedingsdocument als bijlage 2 bedoelde objectenbestand (zie hiervoor onder 2.2), is een objectenlijst bestaande uit een tabel (verder de “objectenlijst”) met, voor zover hier van belang, de navolgende kolommen:

Omschrijving

Adres

Taxatie gebouwen: incl BTW

Gebouwen 2013

Gebouwen 2014

Elke (horizontale) rij in de objectenlijst betreft een te verzekeren opstal. Bij het merendeel van de in de objectenlijst vermelde opstallen – maar niet bij allemaal – is in de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” een datum vermeld. Deze datum betreft de datum waarop een taxatierapport ten aanzien van de waarde inclusief btw van het betreffende opstal is opgemaakt. Opstallen waarbij wel een datum is vermeld in de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” en opstallen waarbij dat niet het geval is wisselen elkaar af in de tabel, waarbij soms bij meerdere in de tabel opeenvolgende opstallen wel, of juist niet, een datum is vermeld.

2.6.

In de objectenlijst is met betrekking tot het gemeentekantoor het volgende vermeld:

Omschrijving

Adres

Taxatie gebouwen: incl BTW

Gebouwen 2013

Gebouwen 2014

Gemeentekantoor Bemmel

[adres]

13.350.000,00

13.764.700,00

2.7.

Aan de Raetsheren-polis heeft Reaal c.s. in de loop van de tijd zes polisaanhangsels toegevoegd, genummerd 1 t/m 6. Elk van deze polisaanhangsels bevat, voor zover hier van belang, de navolgende bepaling:

“Bijzonderheden: Taxatierapport.

(vervolg) Diverse verzekerde sommen gebouwen en/of bedrijfsinventariszijn vastgesteld door Lengkeek Taxaties zie specificatie voor details.

Het taxatierapport voor de gebouwen heeft een geldigheidsduur van 6 jaar (indien jaarlijks geïndexeerd).

Het taxatierapport voor de bedrijfsinventaris heeft een geldigheidsduur van 3 jaar.

Waarmerking taxatie

Ondertekening van de polis/het aanhangsel door verzekeraars zal gelden als waarmerking van de daarbij behorende taxatierapporten.”

2.8.

Bij de polisaanhangsels zijn steeds objectenlijsten gevoegd, gelijkaardig aan die in bijlage 2 bij het aanbestedingsdocument (vgl. 2.5 en 2.6 hiervoor). De objectenlijsten bij de polisaanhangsels 1 en 2 zijn voor wat betreft de volgorde van de opstallen op dezelfde wijze opgebouwd als de objectenlijst bij het aanbestedingsdocument. In de rij waarin het gemeentekantoor wordt genoemd is in deze objectenlijsten in de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” elke keer niets ingevuld. De objectenlijsten bij de polisaanhangsels 3 en 4 zijn voor wat betreft de volgorde van de opstallen opgesplitst in twee delen. In het eerste deel van de tabel (“Gemeentelijk bezit”) is de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” niet opgenomen. In het tweede deel (“Primair en Voortgezet Onderwijs”) is de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” wel opgenomen. Het gemeentekantoor is in deze objectenlijsten steeds opgenomen in het eerste gedeelte (dus gerangschikt onder het zogenoemde “Gemeentelijk bezit”), waarin de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” niet is opgenomen. In de objectenlijsten bij de polisaanhangsels 5 en 6 is de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” niet meer opgenomen.

In augustus 2018 was polisaanhangsel 5 het aanhangsel dat de inhoud van de geldende verzekering weergaf.

2.9.

Op 19 maart 2013 is het gemeentekantoor door Lengkeek Taxaties (verder “Lengkeek”) getaxeerd op een herbouwwaarde van € 13.350.000,00 inclusief btw. Het rapport van Lengkeek (verder de “Lengkeek taxatie”) bevat, voor zover hier voorts van belang, de navolgende vermeldingen:

“Uw referentie: Polisnr: [polisnummer 2]

(…)

Taxatierapport 7:960

(…)

Deze waardering is uitgevoerd ten behoeve van een verzekering.”

2.10.

In de nacht van 21 op 22 augustus 2018 heeft een brand gewoed in en aan het gemeentekantoor.

2.11.

De onder de dekking van de Raetsheren-polis vallende schade aan het gemeentekantoor is vastgesteld op € 6.868.355,55 excl. btw. (€ 8.300.000,00 incl. btw). Eerstgenoemd bedrag is op grond van de polis uitgekeerd.

2.12.

Raetsheren van Orden B.V. (verder “Raetsheren”) is een assurantietussenpersoon.

2.13.

Voorafgaand aan de Raetsheren-polis was (onder meer) het gemeentekantoor verzekerd onder een polis die tot stand gekomen was via een andere tussenpersoon, Meijers Assurantiën bv, onder polisnummer [polisnummer 2] (verder “de Meijers-polis”).

3. Het geschil

3.1.

De Gemeente vordert, na wijziging van eis – samengevat – bij vonnis, veroordeling van Reaal c.s., elk voor hun aandeel, tot verdere nakoming van de verzekeringsovereenkomst en daarmee betaling van € 1.447.020,45 (de btw over het uitgekeerde bedrag) te vermeerderen met rente en kosten.

3.2.

De Gemeente voert daartoe aan dat Reaal c.s. op grond van de btw-clausule in de Raetsheren-polis gehouden is om ook de btw-component van de schade te vergoeden. Uit paragraaf 8.1 van het aanbestedingsdocument blijkt dat de Gemeente voor de te sluiten verzekering strikte, niet onderhandelbare, voorwaarden hanteerde, die volgden uit de bij het aanbestedingsdocument behorende bijlagen. De btw-clausule was opgenomen in het clausuleblad Lingewaard 2015, dat vermeld werd in bijlage 1D bij het aanbestedingsdocument. In de objectenlijst bij het aanbestedingsdocument is voor het gemeentekantoor de door Lengkeek in 2013 getaxeerde waarde inclusief btw opgenomen. Die waarde is jaarlijks geïndexeerd en in de objectenlijsten aangepast. Reaal c.s. heeft ook steeds op basis van de in de objectenlijsten vermelde waarde inclusief btw de premie berekend en ontvangen. Daaruit volgt dat ten aanzien van het gemeentekantoor de btw meeverzekerd was. Dat geen datum van voortaxatie in de objectenlijst was ingevuld is een voor Reaal c.s. kenbare omissie geweest, waar Reaal c.s. zich niet achter kan verschuilen, aldus de Gemeente.

3.3.

Reaal c.s. voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten. Reaal c.s. heeft daartoe aangevoerd dat de btw-clausule inderdaad onderdeel was van de Raetsheren-polis, maar dat die clausule niet gold voor alle verzekerde objecten. De clausule gold niet voor het gemeentekantoor. In de objectenlijst bij de aanbestedingsstukken is in de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” voor de gebouwen die op voorgetaxeerde basis, en dus inclusief btw, verzekerd moesten worden, steeds de datum opgenomen van de voortaxatie. Bij het gemeentekantoor stond in die kolom geen datum ingevuld. Dat er sprake zou zijn van een voortaxatie bleek dus niet uit die objectenlijst. Ook in de latere, bij de opeenvolgende polisaanhangsels behorende objectenlijsten is nooit een datum van een voortaxatie opgenomen geweest. Bij de totstandkoming van de verzekering heeft de Gemeente niet (genoeg) duidelijk gemaakt dat het haar bedoeling was om ook voor het gemeentekantoor de btw mee te verzekeren. Dit is dan ook niet overeengekomen. Dat in de objectenlijst door de Gemeente de getaxeerde waarde inclusief btw is ingevuld, maakt dat niet anders. Dat betekent hooguit dat een te hoge premie berekend en betaald is. Te veel berekende en betaalde premie zal aan de Gemeente terugbetaald worden, aldus Reaal c.s.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1.

Tussen partijen is niet in geschil dat de btw-clausule deel uitmaakt van de Raetsheren-polis. Reaal c.s. heeft echter gemotiveerd betwist dat de btw-clausule ook voor het gemeentekantoor geldt. De eerste door de rechtbank te beantwoorden vraag is of, op basis van wat partijen zijn overeengekomen, het gemeentekantoor te gelden heeft als een opstal waarvoor de btw meeverzekerd werd, of niet.

4.2.

De rechtbank overweegt daartoe het volgende.

4.3.

In de kern betreft het hier een kwestie van uitleg van deze verzekeringsovereenkomst tussen twee professionele partijen. Nu het een makelaarspolis betreft en over de tekst niet is onderhandeld is de uitleg daarvan met name afhankelijk van objectieve factoren zoals de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden (Chubb/Dagenstaed, ECLI:NL:HR:2008:BC2793).

4.4.

De rechtbank begrijpt het standpunt van de Gemeente zo, dat zij meent dat de tekst op bijlage 1D, algemene condities voor alle objecten, en daaronder de Lingewaardclausule 2015, meebrengt dat de btw in beginsel voor alle verzekerde objecten is meeverzekerd. Voor de verzekerde objecten verwijst de polis (en het ten tijde van de brand geldende polisaanhangsel 5) naar een objectenlijst, waarop het gemeentekantoor ook voorkomt. De btw over de waarde van het gemeentekantoor is dus meeverzekerd, aldus de Gemeente.

4.5.

De rechtbank is van oordeel dat deze uitleg onvoldoende rekening houdt met de structuur van de polis en de totstandkoming daarvan.

4.6.

Partijen zijn het er immers over eens dat voor het meeverzekerd zijn van de btw noodzakelijk is dat een voortaxatie inclusief btw heeft plaatsgevonden. De Gemeente heeft in dat verband verwezen naar de Lengkeek taxatie. Vast staat dat deze taxatie niet is gedaan in het kader en ten behoeve van de Raetsheren-polis, maar ten behoeve van de daaraan voorafgaande Meijers-polis. Aldus maakt de Lengkeek taxatie niet zonder meer onderdeel uit van hetgeen partijen in het kader van de Raetsheren-polis zijn overeengekomen.

4.7.

Ter zitting heeft de Gemeente bevestigd dat de Lengkeek taxatie (net als alle overige voortaxaties) geen onderdeel uitmaakte van de aanbestedingsstukken. Dit betekent dat bij de aanbesteding de enige voor verzekeraars beschikbare informatie over het wel of niet meeverzekeren van de btw voor een bepaalde opstal, de informatie was die werd gegeven in de wel tot de aanbestedingsstukken behorende objectenlijst (zie 2.5 en 2.6 hiervoor).

4.8.

Vast staat dat in die objectenlijst, voor wat betreft het gemeentekantoor, in de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” niets was ingevuld. Ook overigens stond daar niets over btw vermeld. Derhalve was bij de aanbesteding voor Reaal c.s. niet kenbaar dat het de bedoeling van de Gemeente was het gemeentekantoor inclusief btw te verzekeren.

4.9.

Dat Reaal Schadeverzekeringen ook onder de Meijers-polis de leidende verzekeraar was geweest en dus uit dien hoofde met het bestaan van de Lengkeek taxatie bekend was, maakt dit niet anders. De enkele omstandigheid dat de Gemeente onder de Meijers-polis het gemeentekantoor inclusief btw verzekerd had, betekent niet automatisch dat de Gemeente dat onder de opvolgende polis ook weer beoogde (of dat Reaal c.s. daarvan uit moest gaan of uit eigen beweging daarnaar navraag moest doen).

4.10.

Dat in de objectenlijst bij de aanbestedingsstukken in de kolom “Gebouwen 2013” de door Lengkeek in 2013 getaxeerde waarde inclusief btw is vermeld, maakt een en ander ook niet anders. Dat was uit die lijst niet kenbaar en dat bleek ook niet uit enig ander voor verzekeraars kenbaar stuk. De aanbestedingsprocedure is bijna twee jaar na de Lengkeek taxatie aangevangen. Op de objectenlijst zijn tussen 100 en 150 gebouwen vermeld met hun respectieve waardes. In de kolom die specifiek tot uitdrukking moet brengen of inclusief btw verzekerd moet worden of niet, was bij de aanbestedingsprocedure ten aanzien van het gemeentekantoor niets ingevuld. Van Reaal c.s. kan onder die omstandigheden niet gevergd worden dat zij, zonder nadere informatie (die niet voorhanden was), onderkent dat juist van dit gebouw de vermelde waarde gelijk is aan de bijna twee jaar eerder getaxeerde waarde inclusief btw, laat staan dat Reaal c.s. daar, gezien het ontbreken van een taxatiedatum, uit af had moeten leiden dat het dus de bedoeling van de Gemeente was om de btw mee te verzekeren.

4.11.

In het licht van het voorgaande en het feit dat ook in de objectenlijsten bij de opeenvolgende polisaanhangsels (zie 2.7 hiervoor) nooit (alsnog) een taxatiedatum voor het gemeentekantoor is ingevuld, verwerpt de rechtbank de stelling van de Gemeente dat het niet vermelden van een datum in de kolom “Taxatie gebouwen: incl BTW” een voor Reaal c.s. kenbare omissie is geweest. De Gemeente miskent met deze stelling naar het oordeel van de rechtbank ook het belang van een correct ingevulde objectenlijst bij de aanbesteding, zoals dat blijkt uit paragraaf 4.3 van het aanbestedingsdocument (zie hiervoor onder 2.2).

4.12.

De Gemeente heeft gesteld dat bij de makelaar bekend was dat voor het gemeentekantoor een voortaxatie was gedaan. Met “de makelaar” doelt de Gemeente op assurantietussenpersoon Raetsheren. Voor zover de gemeente beoogd heeft met deze stelling een beroep te doen op artikel 17.1 van de (op de polis toepasselijk verklaarde) Nederlandse Beursvoorwaarden voor Zaak- en Bedrijfsschade - NBZB 2006 én dat zij een mededeling als in die bepaling bedoeld aan de makelaar heeft gedaan, overweegt de rechtbank het volgende.

4.13.

Ter zitting heeft de aan de zijde van de Gemeente verschenen [naam], assurantiemakelaar bij Raetsheren, uitdrukkelijk verklaard dat Raetsheren bij de totstandkoming van de Meijers-polis betrokken was als makelaar en dat Raetsheren bij de aanbesteding (en daarmee totstandkoming) van de Raetsherenpolis betrokken was als consultant, waaraan hij heeft toegevoegd dat dat “een heel andere rol” is. De Gemeente heeft ter zitting geen ander standpunt ingenomen, waaruit de rechtbank afleidt dat de Gemeente het met de door [naam] gegeven beschrijving van de positie van Raetsheren eens is. De rechtbank onderschrijft dat het zijn van consultant iets anders is dan het zijn van makelaar. Een mededeling aan Raetsheren als consultant kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet gelijkgesteld worden aan een mededeling aan de makelaar als bedoeld in het hiervoor genoemde artikel 17.1, zodat een beroep van de Gemeente op deze bepaling reeds daarom in de gegeven omstandigheden faalt.

Dat Raetsheren later, tijdens de looptijd van de verzekeringen, kennelijk wel als makelaar is opgetreden doet aan het voorgaande niet af, nu de Gemeente niets heeft gesteld over latere mededelingen aan de makelaar omtrent de voortaxatie.

4.14.

De Gemeente beroept zich nog op de wijze waarop de schadeafwikkeling heeft plaatsgevonden, meer in het bijzonder op de omstandigheid dat daarbij het taxatierapport van Lengkeek leidraad is geweest.

Hoewel, onder omstandigheden, voor de uitleg van een overeenkomst van belang kan zijn hoe partijen zich later hebben gedragen, baat dat argument de Gemeente niet. Reaal c.s. heeft inderdaad de getaxeerde waarde uitgekeerd, doch exclusief btw. Daaruit valt niets op te maken omtrent haar aanvaarding van de btw als meeverzekerde schadepost.

4.15.

De premiestelling zou wel een aanwijzing kunnen zijn voor een dergelijke aanvaarding door Reaal c.s. Die is immers afgestemd op de waarde inclusief btw. Gelet op de grote hoeveelheid objecten en de onbetwiste omstandigheid dat Raetsheren aan Reaal c.s. de (geaggregeerde) premie doorgaf op basis van gegevens waarover zij wel en Reaal c.s. niet beschikte, weegt deze aanwijzing niet zwaar genoeg om, tegenover de hiervoor genoemde argumenten die pleiten voor de uitleg van Reaal c.s., de doorslag te geven.

4.16.

Op grond van al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van het gemeentekantoor niet is overeengekomen dat de btw werd meeverzekerd. De btw-clausule is daarom op (de vergoeding van de schade aan) het gemeentekantoor niet van toepassing. De vordering van de Gemeente zal daarom worden afgewezen.

4.17.

Voor zover de premie is berekend op basis van de in de objectenlijsten steeds vermelde waarde inclusief btw, is een te hoge premie berekend en betaald. De rechtbank heeft nota genomen van de ter zitting door Reaal c.s. gedane toezegging dat de teveel betaalde premie aan de Gemeente zal worden terugbetaald. De rechtbank gaat ervan uit dat Reaal c.s. deze toezegging gestand zal doen.

4.18.

De overige stellingen en verweren kunnen gezien het voorgaande onbesproken blijven. De rechtbank merkt in dat verband op dat, als de btw over de waarde van het gemeentekantoor wel was meeverzekerd, in het kader van het beroep op het indemniteitsbeginsel niet in het midden zou kunnen blijven of de Gemeente in feite die schade -via een uitkering uit het fonds- al vergoed heeft gekregen.

4.19.

De Gemeente zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Reaal c.s. worden begroot op:

- griffierecht € 4.030,00

- salaris advocaat 11.997,00 (3,0 punten × tarief € 3.999,00)

Totaal € 16.027,00

4.20.

De door Reaal c.s. gevraagde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5. De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijst de vorderingen af,

5.2.

veroordeelt de Gemeente in de proceskosten, aan de zijde van Reaal c.s. tot op heden begroot op € 16.027,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

5.3.

veroordeelt de Gemeente in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de Gemeente niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

5.4.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, mr. J.E. Molenaar en mr. J.B. Smits en in het openbaar uitgesproken op 29 december 2021.

[3195/106/3152]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature