Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar voor de eendaadse samenloop van het overdragen van 2 vuurwapens en bijbehorende munitie. Vrijspraak voor het voorhanden hebben van een derde vuurwapen. Last tot teruggave van de inbeslaggenomen elektrische step. Tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke gedeelte van de aan de veroordeelde opgelegde jeugddetentie voor de duur van 38 dagen en deze te vervangen door een gevangenisstraf van gelijke duur.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/211706-21

Parketnummer vordering TUL VV: 09/189515-20

Datum uitspraak: 19 november 2021

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 2003,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] ,

[postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,

raadsvrouw mr. S.M. Hoogenraad, advocaat te Zoetermeer.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 november 2021.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.B.J. ten Have heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair en 2 tenlastegelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals geadviseerd door de reclassering;

tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 09/189515-20.

4. Waardering van het bewijs

4.1.

Bewijsoverweging feit 1

4.1.1.

Standpunt verdachte

De verdachte verklaart dat hij een tas heeft afgeleverd voor een ander en er op dat moment pas achter kwam dat er vuurwapens in zaten.

4.1.2.

Beoordeling

Door het pseudokoopteam van de politie-eenheid Rotterdam werd op Telegram met de contactpersoon " [naam contactpersoon] " een afspraak gemaakt voor de levering van twee vuurwapens op vrijdag 6 augustus 2021 om 20:00 uur te Den Haag. Vast staat dat de verdachte op die dag een tas met vuurwapens heeft afgeleverd en dat hij als betaling daarvoor € 1.400 heeft ontvangen van het pseudokoopteam.

Volgens de verdachte wist hij niet dat er vuurwapens in de tas zaten. Hij zou via een Telegramgroep een bericht hebben geplaatst met de vraag bij wie hij geld kon verdienen. Op die vraag van de verdachte zou via een privébericht gereageerd zijn door ene “ [naam contactpersoon] ” dat hij geld kon verdienen door iets weg te brengen. De verdachte stelt hierop ingegaan te zijn. Hij is naar deze jongen toegegaan en heeft bij hem een tas en een iPhone6 opgehaald. De tas zou hij hebben afgeleverd, zonder te weten wat erin zat.

Echter, bij het afleveren van de vuurwapens heeft de verdachte de tas geopend en daar twee kunststof dozen uitgehaald en geopend voor de politie met daarin de vuurwapens en kogels. Vervolgens heeft de verdachte instructies gegeven aan een van de pseudokopers door uit te leggen dat hij eerst de safety van het vuurwapen moest afhalen voordat hij kon zien of er een slagpin in zat. Vervolgens heeft hij aan de kopers via de Telegramgroep op de iPhone6 foto’s laten zien van een ladykiller.

Uit onderzoek van de politie is verder gebleken dat de bij de verdachte aangetroffen iPhone 6 diverse foto's en video's bevat van (vuur)wapens en van het testen van die vuurwapens. Op de telefoon was tevens de app Telegram geïnstalleerd waarbij de gebruiker lid was een groep genaamd “ [naam groep] ”, welke was aangemaakt door “ [naam contactpersoon] ”. Daarin werden diverse (vuur)wapens te koop aangeboden. De verdachte heeft verklaard door de telefoon te hebben gebladerd, waaronder deze Telegramgroep.

Door onder de bovenstaand beschreven feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, de tas af te leveren oordeelt de rechtbank dat de verdachte wist dat de door hem afgeleverde tas vuurwapens bevatte.

4.2.

Vrijspraak feit 2

Nadat de verdachte was aangehouden is er nog een derde vuurwapen met bijbehorende munitie aangetroffen in een door hem meegevoerde koeltas. Anders dan bij feit 1 heeft de verdachte dit vuurwapen niet laten zien of overhandigd aan de pseudokopers en de pseudokoop zelf zag ook op de koop van twee vuurwapens. Op basis van de inhoud van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting kan daarom niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte eveneens wetenschap had of had moeten hebben van het feit dat er nog een derde vuurwapen in de tas zat.

4.2.1.

Conclusie

Het onder 2 tenlastegelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

4.3.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:

1

hij op 6 augustus 2021 te Den Haagtwee wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie te weten

twee vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een

pistool (merk Erol Firat P92, kaliber .380)

en bijbehorende munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te

weten 16 kogelpatronen, type S&B van het kaliber .380, heeft overgedragen.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5. Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. Impliciet primair

De eendaadse samenloop van

handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie , en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,

en

handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie .

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn strafbaar.

6. Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is strafbaar.

7. Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De verdachte heeft twee omgebouwde gaspistolen met bijbehorende munitie overgedragen aan twee politiële pseudokopers. Het in omloop brengen van wapens vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en brengt gevoelens van onveiligheid in de samenleving met zich mee. Door een toename van wapenbezit zal een toename van het gebruik ervan volgen. De verdachte heeft zich daar niet om bekommerd, maar heeft zich uitsluitend laten leiden door zijn eigen financiële gewin. Gelet op de toename van het aantal vuurwapenincidenten wordt fors opgestreden tegen de handel in wapens.

Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van geruime duur.

7.2.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.2.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 september 2021, waaruit blijkt dat de verdachte op 28 januari 2021 eveneens is veroordeeld voor de handel in vuurwapens en daarvoor nog in een proeftijd liep.

7.2.2.

Rapportages

Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 oktober 2021. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.

Uit onderzoek van het NIFP van november 2020 blijkt dat de verdachte zwakbegaafd is en daardoor een gebrek aan inzicht heeft in oorzaak en gevolg. Voorts wordt er door het NIFP vermeld dat de verdachte moeite heeft met een goede en vlotte inschatting van de consequenties van zijn handelen. Dit wordt -naast het ontbreken van passende huisvesting en dagbesteding- gezien als risicofactoren voor delictgedrag.

Na detentie kan van passende huisvesting en betaalde dagbesteding een beschermende werking uitgaan. Omdat zijn thuissituatie hem onvoldoende structuur, begrenzing en positieve stimulatie biedt, is het wenselijk dat hij begeleid gaat wonen waarbij er wordt toegewerkt naar zelfstandigheid passend bij zijn functioneren en leeftijd. Uit het onderzoek van het NIFP komt daarnaast naar voren dat dagelijkse ondersteuning en begeleiding noodzakelijk zijn om hem te begeleiden naar een passende dag - en vrijetijdsbesteding.

Een behandeling die zich richt op het adequaat leren uiten van boosheid, waarbij aandacht dient te zijn voor de nare en ingrijpende gebeurtenissen in het leven, zou een positief effect kunnen hebben op het recidiverisico. Een dergelijke behandeling wordt niet geïndiceerd, omdat de verdachte daar geen intrinsieke motivatie voor heeft. Een verplichte behandelsetting zal een averechts effect kunnen hebben op zijn verdere ontwikkeling en groei.

De verdachte wil meewerken aan begeleiding vanuit een toezicht bij de volwassenreclassering. Het is daarbij van groot belang om te werken aan de opbouw van een vertrouwensband tussen de toezichthouder en de verdachte, zodat het verloren vertrouwen in hulpverleningsinstanties wordt teruggewonnen.

Een positieve factor is dat de verdachte gemotiveerd lijkt om zijn leven op te willen pakken na de huidige detentieperiode. Hij wil in een stabiele en regelmatige situatie, door passende huisvesting en een betaalde baan, zijn leven op de rit krijgen. Er lijkt een intrinsieke motivatie uit te gaan ten aanzien van deze doelen, waarbij volgens de reclassering passende begeleiding in de vorm van een reclasseringstoezicht onmisbaar is in het behalen van deze doelen.

De kans op herhaling wordt ingeschat als hoog. Ondanks de beperkte verstandelijke begaafdheid van de verdachte ziet de reclassering redenen om hem volgens het volwassenen strafrecht te berechten. Geadviseerd wordt om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan intake en verblijf voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang bij Anton Constandse of een soortgelijke instelling en een inspanningsverplichting voor het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van vrijwilligerswerk en/of scholing.

De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd

Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet , dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8. In beslag genomen voorwerpen

8.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de inbeslaggenomen elektrische step verbeurd te verklaren.

8.2.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw heeft bepleit de step terug te geven aan de verdachte.

8.3.

Beoordeling

De step is door de verdachte gebruikt als vervoermiddel naar de met de pseudokoper afgesproken plek. De rechtbank acht deze step niet vatbaar voor verbeurdverklaring, omdat niet gesteld kan worden dat de bewezen feiten met behulp van deze step zijn begaan of voorbereid.

Ten aanzien van de inbeslaggenomen elektrische step zal -zoals door de verdediging bepleit- een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9. Vordering tenuitvoerlegging

9.1.

Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd

Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag is op 28 januari 2021 de verdachte ter zake van het meermalen overtreden van de Wet Wapens en Munitie en overtreding van het Vuurwerkbesluit veroordeeld voor zover van belang tot een jeugddetentie voor de duur van 230 dagen waarvan 38 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

De proeftijd is ingegaan op 12 februari 2021.

9.2.

Standpunt officier van justitie

Verzocht is om de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke strafdeel toe te wijzen en deze straf om te zetten in een gevangenisstraf.

9.3.

Standpunt verdediging

Bepleit is om de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke strafdeel af te wijzen, omdat de door de reclassering verzochte bijzondere voorwaarden teveel verweven zijn met de aan de verdachte opgelegde gedragsbeïnvloedende maatregel.

9.4.

Beoordeling

De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.

Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde jeugddetentie. Omdat de veroordeelde inmiddels de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en de rechtbank oordeelt dat hij niet meer voor jeugddetentie in aanmerking komt zal deze overeenkomstig artikel 6:6:29 van het Wetboek van Strafvordering worden vervangen door een gevangenisstraf voor de duur van 38 dagen.

10 .Toepasselijke wettelijke voorschriften

Behalve op de reeds genoemde artikelen, is gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 55 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 31 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.

11 .Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12 .Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 impliciet primair tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;

bepaalt van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een van de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;

stelt als algemene voorwaarde:

- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

stelt als bijzondere voorwaarden:

de veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet hij zich melden bij de reclassering voor zolang en zo frequent als zij gedurende deze periode nodig acht. Hij meldt zich zodra hij hiervoor wordt uitgenodigd bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179, 2594 AH Den Haag;

de veroordeelde zal meewerken aan een intake voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang bij Stichting Anton Constandse of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering, en verblijft daar. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;

de veroordeelde zal zich inspannen voor het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van (vrijwilligers)werk en/of scholing. Hij geeft de reclassering toestemming om contact te leggen met relevante referenten om dit te verifiëren;

verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden

- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;

- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;

geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:- gelast de teruggave aan verdachte van de elektrische step.

gelast de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke gedeelte, groot 38 dagen, van de bij vonnis van 28 januari 2021 van de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag aan de veroordeelde opgelegde jeugddetentie en vervangt deze straf overeenkomstig artikel 6:6:29 Sv door een gevan genisstraf voor de duur van 38 dagen.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. I.M.A. Hinfelaar, voorzitter,

en mrs. L. Daum en A. Bonder, rechters,

in tegenwoordigheid van M.M. Cerpentier, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 november 2021.

De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1

hij op of omstreeks 6 augustus 2021 te Rotterdam en/of Den Haag, althans in

Nederland,

twee wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en

munitie

te weten

twee vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een

pistool (merk Erol Firat P92, kaliber .380)

en/of bijbehorende munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te

weten 16 kogelpatronen, type S&B van het kaliber .380,

heeft overgedragen, althans voorhanden heeft gehad;

2

hij op of omstreeks 6 augustus 2021 te Rotterdam en/of Den Haag, althans in

Nederland,

een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en

munitie,

te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van

een revolver (merk Bbm, type Olympic 38, kaliber .22 lr)

en/of bijbehorende munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te

weten 11 kogelpatronen van het kaliber .22 Lr,

voorhanden heeft gehad;


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature