E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBROT:2021:1249
Rechtbank Rotterdam, C/10/593074 / FA RK 20-1690

Inhoudsindicatie:

Wetsartikelen: 8 lid 1 en 16 lid 1 van de Verordening Brussel II bis bevoegdheid Nederlandse rechter.

Het aangewezen gerecht blijft bevoegd om te beslissen over de verzoeken van de man ten aanzien van het gezag over en de omgang met de minderjarige, zelfs wanneer de gewone verblijfplaats van de minderjarige in de loop van een procedure wordt gewijzigd (perpetuatio fori-beginsel).

Ondanks verhuizing met zijn moeder naar Schotland is de minderjarige door banden van maatschappelijke aard (duurzaam) met Nederland verbonden. Hierdoor is de gewone verblijfplaats van de minderjarige sinds zijn vertrek naar Schotland niet gewijzigd. De Nederlandse rechter is bevoegd naar Nederlands recht te beslissen op de verzoeken van de man. Het verzoek van de vrouw om de zaak naar de Schotse rechter te verwijzen, wordt afgewezen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie