U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De verdachte is ruim 5 jaar lang lid geweest van en (daarmee) deelnemer aan de terroristische organisatie Al-Shabaab en heeft zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden en bevorderen van terroristische misdrijven. De verklaring van de verdachte dat hij geen wetenschap had van het terroristische karakter van Al-Shabaab is ongeloofwaardig. Van louter burgerschap is geen sprake.

Veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest en oplegging van de maatregel ex artikel 38z Sr .

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/960374-16

Datum uitspraak: 28 september 2021

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,

raadsman mr. A.M. Seebregts, advocaat te Rotterdam.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 augustus 2021.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Kort gezegd wordt de verdachte onder feit 1 verweten dat hij in de periode van 28 november 2010 tot en met medio april 2016 heeft deelgenomen aan een terroristische organisatie, te weten Al Shabaab, dat hij aansluitend hierop tot in maart 2020 in Jemen heeft deelgenomen aan een terroristische organisatie, te weten Al Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAP) en onder feit 2 dat hij in de periode van 1 november 2010 tot en met 10 maart 2020 voorbereidingshandelingen heeft verricht tot het plegen van terroristische misdrijven.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Sannes heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaar, met aftrek van voorarrest, alsmede oplegging van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking ex artikel 38z Wetboek van Strafrecht;

opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis per datum uitspraak.

4. Waardering van het bewijs

4.1.

Niet wettig en overtuigend bewezen

De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan de terroristische organisatie Al Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAP) in Jemen en dat hij de daarbij onder 2 ten laste gelegde voorbereidingshandelingen heeft gepleegd.

Het dossier bevat onvoldoende wettig bewijs, nu alleen de verdachte dienaangaande heeft verklaard. Daarmee is niet aan het wettig bewijsminimum voldaan.

De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van dit deel van de tenlastelegging.

4.2.

Standpunt verdediging

De raadsman heeft - overeenkomstig de door hem aan de rechtbank overgelegde pleitnotities - bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken voor beide feiten.

Daartoe heeft de raadsman - kort gezegd - aangevoerd dat verdachtes verblijf in Somalië niet verder ging dan burgerschap. Er zijn geen aanwijzingen dat de verdachte heeft gestreden of op andere wijze een aandeel heeft gehad in of ondersteuning heeft geboden aan de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven.

De handelingen die aan de verdachte onder feit 2 worden verweten kunnen niet worden gekwalificeerd als voorbereiding van terroristische misdrijven omdat het oogmerk van de verdachte niet was gericht op het voorbereiden en/of bevorderen van brandstichting en/of doodslag en/of moord met een terroristisch oogmerk. De verdachte wilde slechts ontkomen aan zijn schuldeisers en “gewoon wonen” in Somalië.

4.3.

Beoordeling

Terroristische organisatie

Uit het dossier – Kennisdocument Jihadisme in Somalië - blijkt omtrent de aard van Al-Shabaab het navolgende.

1. Harakat Al-Shabaab al-Mujahidin (beweging van de strijdende jeugd of de mujahidin jeugdbeweging) is een organisatie die in de jaren 2000 is opgericht in Somalië.

De organisatie, die beter bekend is onder de naam Al-Shabaab (de jeugd), was aanvankelijk een onderdeel van de ICU (Islamic Courts Union). De ICU is een unie van onafhankelijke rechtbanken, waarbinnen de politieke islam een belangrijke rol speelt, ontstaan in 1991.

2. Het precieze ontstaan van Al-Shabaab binnen de ICU is onduidelijk, maar duidelijk is dat de organisatie die eerst opereert als militaire tak binnen de ICU, is ontstaan onder invloed van de ontwikkelingen binnen Somalië. Vanaf 2004 gaat Al-Shabaab opereren als de gewapende tak van de ICU, waarmee onder meer door al-Qa’ida getrainde strijders zich aansluiten bij Al-Shabaab. Wanneer de ICU in 2006 wordt ontbonden, blijft Al-Shabaab als zelfstandige jihadistische organisatie in Somalië over.

3. Ofschoon weinig bekend lijkt over de organisatie van Al-Shabaab wordt door de VN aangegeven dat er sprake is van:

“een sterk gecentraliseerde leiderschap in combinatie met gedecentraliseerde operationele capaciteiten;

een officiële structuur met diverse senior leiders die bekend zijn en een publieke functie

hebben. Ook is er een militaire operationele structuur die meer gebaseerd is op de clans en die minder zichtbaar is;

een Amniyat, dat functioneert als een geheime politie die verantwoordelijk is voor

contra-intelligence en controle en dat ook een clandestine special operation unit is.

Het vermogen om zowel een lokale als een nationale agenda na te streven, terwijl de

organisatie ook onderdeel is van de internationale jihad.”

4. Ook blijkt dat Al-Shabaab tot tenminste 2019 grote delen van Somalië onder controle heeft en een veelheid van gewapende aanslagen pleegt (zie Kennisdocument Jihadisme in Somalië o.m. onder 4.1.3., 4.1.6., 4.5.) waarbij de doelen zijn:

“nog steeds om de vreugde van God te bereiken door het tot stand brengen van tawhid (monotheïsme), zichtbaar op onze vlag;

strijden ervoor om het ‘framework’ van afvalligheid te vernietigen en de seculiere systemen omver te werpen, en om op deze ruïnes een islamitisch systeem tot stand te brengen op basis van de shari'a;

doen ons best om de moslim umma te verenigen onder de vlag van de shahada ondanks de verschillen in taal en kleur;

zien onszelf als onderdeel van de mondiale Jihad beweging die vraagt om eenheid, wederzijdse hulp en advies. Niets is belangrijker dan de gelederen samen te brengen

onder het principe van monotheïsme;

streven naar herstel van de ingenomen moslimlanden, en specifiek de heilige landen.”

5. En tenslotte wordt in 2012 Al-Shabaab officieel gezien als onderdeel van al-Qa'ida, zo blijkt uit een video van de nieuwe leider van al-Qa’ida al-Zawahiri en van Al-Shabaab leider Godane. In de video legt Godane een eed van trouw, bay'a, af aan al-Zawahiri welke door laatstgenoemde is erkend.

Voornoemde gegevens zijn door zowel de Officier van Justitie als de verdediging niet ter discussie gesteld.

6. De rechtbank voegt aan het vorenstaande nog toe dat blijkens de VN en EU lijsten waarop terroristische organisaties worden vermeld – kenbaar uit openbare bronnen – al-Qa’ida – waarvan Al-Shabaab in ieder geval sinds 2012 deel uitmaakt – op die lijsten als terroristische organisatie is opgenomen.

En dit alles leidt tot de conclusie dat deelname aan Al-Shabaab moet worden beschouwd als deelname aan een terroristische organisatie als bedoeld in artikel 140a van het Wetboek van Strafrecht, gelijk ook als opvatting is neergelegd in ECLI:NL: PHR:2011:BO9998.

Deelneming van verdachte aan een terroristische organisatie

Van deelneming aan een criminele (terroristische) organisatie is sprake indien een betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.

Een dergelijk aandeel kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten die op zichzelf niet strafbaar hoeven te zijn, maar wel strekken tot verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.

Het is voldoende dat een betrokkene in zijn algemeenheid - in de zin van onvoorwaardelijk opzet - weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Niet is vereist dat een betrokkene enige vorm van opzet heeft op de door de terroristische organisatie beoogde concrete misdrijven. Wetenschap van een of meer concrete misdrijven is niet vereist. Evenmin is vereist dat een betrokkene zelf heeft meegedaan of meedoet aan de misdrijven die door andere leden van de organisatie zijn respectievelijk worden gepleegd.

Vaststaande feiten en omstandigheden

De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.

De verdachte ontvlucht in 2007 wegens hoge schulden Nederland en reist naar Marokko , waar zijn ouders woonachtig zijn. Omdat hij zijn schuldeisers ook in Marokko niet kan ontlopen en zijn financiële problemen zelfs verergeren, besluit hij naar zijn zus in Spanje te gaan. De verdachte reist op 10 augustus 2010 naar Spanje.

In Spanje zoekt de verdachte op internet naar landen en/of gebieden waar mensen met problemen, zoals hij, hun toevlucht kunnen zoeken. Hij besluit naar Somalië te gaan teneinde te gaan wonen in een gebied van Harakat Shabaab Mujahideen (Al-Shabaab).

De verdachte verklaart daarover onder meer:

“De makkelijkste weg was om via Al-Shabaab te gaan, zij hebben eigen gebieden.”

De verdachte vliegt half november 2010 naar Dubai. Vanaf Dubai boekt de verdachte een ticket naar Bosaso, Somalië, maar zijn ticket wordt, omdat het in Bosaso te gevaarlijk is, omgezet naar Djibouti in Somalië. Vanuit Djibouti gaat de verdachte naar Nairobi, Kenia, en vervolgens naar Garissa, Kenia, nabij de grens met Somalië. Daar ontmoet de verdachte een persoon die hem op 28 november 2010 over de grens naar Dobli, Somalië, smokkelt. Over de grens is het gebied van Al-Shabaab.

De verdachte verklaart daarover onder meer:

“Al Shabaab was er de baas, ik zag dat aan de vlag en de mensen in militaire kleding met wapens.”

Via een checkpoint komt de verdachte terecht bij de “Hizbah”, de politie van Al-Shabaab.

In Dobli krijgt hij van de burgemeester tevens emir van Al-Shabaab woonruimte.

Na 10 à 12 dagen wordt de verdachte door Al-Shabaab naar Kismayo gebracht en na 4 à 5 weken daar te hebben verbleven wordt hij naar Mogadishu gebracht.

Na aankomst in Mogadishu wordt de verdachte ondergebracht in een huis samen met ongeveer 50 andere mannen. Aan de verdachte wordt medegedeeld dat hij in trainingskamp moet. De personen die “tezquia”, referenties, hebben gaan vrij snel door naar trainingskampen, de verdachte blijft met mannen zonder “tezquia” achter in het huis.

De verdachte hoort in die periode in de verte knallen en er wordt hem verteld dat er gevochten wordt in Mogadishu.

Na 3 maanden wordt de verdachte terug naar Kismayo gebracht omdat het niet meer veilig is in Mogadishu. Na nog eens 3 maanden wordt de verdachte samen met anderen naar een trainingskamp in Mogadishu gebracht. Omdat de verdachte tijdens een tussenstop op weg naar Mogadishu een blessure aan zijn knie oploopt belandt hij in een ziekenhuis waar hij ook malaria en tyfus oploopt. In plaats van een trainingskamp krijgt de verdachte daarom een simpele “geweer- en pistooltraining”.

De verdachte verklaart daarover onder meer:

“Daarna kwam een verantwoordelijke van Harakat Shabaab naar mij toe in het ziekenhuis. Hij was verantwoordelijk voor de buitenlandse strijders. Hij zei dat mijn groep al op trainingskamp was gegaan en dat ik dus niet meer mee kon. Hij zei dat ik een simpele training in het huis zou krijgen. Ik kreeg toen van een leraar in het huis een pistooltraining. Wapen uit elkaar halen en in elkaar zetten. Dit was dus allemaal nog in Mogadishu, in 2011.”

Omstreeks deze periode stuurt de verdachte foto’s van zichzelf naar zijn broer waarop de verdachte is afgebeeld in gevechtskleding met een vuurwapen en een handgranaat.

Op 27 februari 2012 stuurt de verdachte een e-mail naar zijn broer met de volgende inhoud:

“(..) echte oorlog is begonen tegen ons en islam, we zijn door vier landen aangevalen en binnen kort komt Frankrijk en engeland bij en ze krijgen steun van turkye en amirika, turkye is de grootste slaav en klootzak, en geloof niet in het nieuws het is allemaal leugens wat ze over ons zegen, Allah zegt in zijn boek

Degenen (hypocrieten) die tegen de mensen zeggen: “Waarlijk, de mensen hebben zich tegen jullie verzameld, vrees hen daarom.” Maar het deed hen (slechts) vermeerderen in het geloof en zij zeiden: “Allah (alleen) is ons voldoende en Hij is de beste Beschermer.”

het kan zijn dat ik een tijdje geen kontact met jou kan op nemem wegens netwerk, en als Allah mij beloont met chaheda inchaAllah broeders zullen kontact met jou op nemen.

ik hoop van allah dat Juli mij alles vergeven in het verleden voor all mijn live moeder ik weet dat ik Juli heel erg pijn en verdrietig heb gemaakt maar ik weet zeker dat ik goede weg heb gekozen inchaAllah, en zeg tegen hele familie voor all mijn live moeder als we elkaar niet meer zien in deze wereld dan zien we elkaar in janah inchaAllah

O, jullie die geloven! Wat scheelt jullie dat wanneer er tot jullie wordt gezegd: “Rukt uit op de Weg van Allah,” jullie bezwaard op de grond zakken? Zijn jullie meer verheugd met het leven van deze wereld dan dat van het Hiernamaals? Gering is het vermaak van het leven van deze wereld, als je het met dat van het Hiernamaals vergelijkt. Als jullie niet uitrukken, zal Hij jullie een pijnlijke bestraffing geven en jullie door een ander volk vervangen en jullie kunnen Hem in het geheel niet kwetsen. En Allah is tot alle dingen in staat.

na dat ik deze Ayah heb goed gelezen

en goed begrepen was nieks meer belanrijk voor mij in deze wereld ik hoop dat juli mij goed begrijpen.”

en

“We zijn door vier landen aangevallen en binnenkort komt Frankrijke en Engeland erbij en ze krijgen steun van Turkije en Amerika” en “Turkije is de grootste slaaf en klootzak”.

Hij verklaart daarover onder meer:

“Ja, als ik die berichten terug lees, daarmee bedoel ik de berichten over waar ik schrijf dat

de oorlog tegen ons begonnen was.”

De verdachte verblijft 1,5 tot 2 maanden in het ziekenhuis. Na zijn verblijf in het ziekenhuis komt de verdachte uiteindelijk terecht in Halisa en trouwt hij met [persoon A] .

De verdachte verklaart daarover onder meer:

“Ik was getrouwd met [persoon A] in Haleesha (Somalië) vanaf die tijd moesten we iedere keer verhuizen weg van de strijd.”

Na 6 maanden scheidt hij van [persoon A] . Na zijn scheiding verhuist de verdachte naar Afgooye waar hij trouwt met [persoon B] van wie hij een paar maanden later weer scheidt.

Daarna trouwt hij met [persoon C] en samen verhuizen zij naar Marka.

De verdachte verklaart daarover onder meer:

“Er brak oorlog uit in Afgooye, de overheid had Mogadishu ingenomen en we moesten echt snel weg uit Afgooye”.

De verdachte woont ongeveer 3 maanden met [persoon C] in Marka. [persoon C] vertrekt wegens ziekte naar Mogadishu. De verdachte trouwt daarop met een tweede vrouw [persoon D] . Na terugkomst van [persoon C] scheidt de verdachte van [persoon D] .

In maart 2013 wordt verdachtes zoon [persoon E] geboren. Zij wonen dan inmiddels in Barawa.

Na 2 à 3 maanden scheiden de verdachte en [persoon C] . Kort daarna, eind 2014 of begin 2015, gaat de verdachte naar Jamane. Hij trouwt daar met [persoon F] . Een bekende van de verdachte, [persoon G] , helpt hem aan een huis.

Half 2015 trouwt hij wederom met zijn ex [persoon A] . Zij is zijn tweede vrouw naast [persoon F] . Met [persoon A] krijgt de verdachte een dochter.

Eerst begin 2016 bereidt de verdachte zijn vertrek uit Somalië naar Jemen voor.

De verdachte regelt dat hij naar Hardere, een vissersplaats, wordt gebracht. Hij verlaat uiteindelijk Somalië en gaat met een vissersboot naar Jemen, zijn vrouw(en) en kinderen achterlatend.

Op 21 maart 2016 publiceert de Staatscourant het volgende besluit:

Besluit: De Sanctieregeling terrorisme 2007-II is van toepassing op:

- [naam verdachte] , geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ).

Hiermee is [naam verdachte] vanaf 21 maart 2016 op de Nationale Sanctielijst Terrorisme geplaatst.

Op 16 januari 2020 ontvangt het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (LIRC) van de Landelijke Eenheid van de politie een bericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat zij een emailbericht hadden ontvangen van [naam verdachte] , waarin hij schreef dat hij zich had aangesloten bij Al-Qa’ida, daar spijt van had, zichzelf nu graag wilde aangeven om een kans te krijgen een nieuw leven te beginnen en op het moment van schrijven van deze e-mail zich in Jemen bevond.

Op 11 maart 2020 is de verdachte teruggekeerd naar Nederland alwaar hij na aankomst is aangehouden.

Oordeel van de rechtbank

Op grond van deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte, in de periode vanaf zijn aankomst in Somalië tot zijn vertrek naar Jemen in april 2016, lid is geweest van en (daarmee) deelnemer aan de terroristische organisatie Al-Shabaab. Van louter burgerschap, zoals door de raadsman bepleit, is gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden geen sprake.

In het bijzonder is van belang dat de verdachte naar Somalië is vertrokken in de wetenschap dat het daar oorlog was, en dat daar door Al-Shabaab werd gestreden. De terroristische misdrijven gepleegd door Al-Shabaab in Somalië waren in de periode dat de verdachte naar Somalië vertrok in het nieuws (aanslagen in 2008 en 2009) en Al Shabaab maakte sinds 2009 actief gebruik van een eigen mediaorganisatie.

Om die reden wordt de verklaring van de verdachte dat hij geen wetenschap had van het terroristische karakter van Al-Shabaab als ongeloofwaardig terzijde geschoven.

De verdachte is vervolgens in de ongeveer 5,5 jaar dat hij in Somalië heeft verbleven woonachtig geweest in diverse steden/dorpen die werden beheerst en gecontroleerd door

Al-Shabaab. Hij is met meerdere vrouwen getrouwd geweest en heeft 2 kinderen gekregen. Al-Shabaab voorzag hem in zijn levensonderhoud voor een deel van die periode.

De verdachte is Spanje uitgereisd naar door Al-Shabaab gecontroleerd gebied in Somalië teneinde zich te voegen bij Al-Shabaab. De verdachte heeft zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd eigen gemaakt, zich gevoegd bij Al-Shabaabstrijders, deelgenomen aan een wapentraining, vuurwapens en een granaat voorhanden gehad en propaganda gemaakt door foto’s van zichzelf, gewapend en in gevechtskleding, naar zijn broer te sturen.

Voornoemde feitelijkheden zijn aan te duiden als voorbereidingshandelingen tot het plegen van de in de tenlastelegging onder feit 2 beschreven terroristische misdrijven (door deelname aan Al-Shabaab).

4.4.

Conclusie

Gelet op het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode

van 28 november 2010 tot en met medio april 2016 heeft deelgenomen aan een terroristische organisatie, te weten Al-Shabaab en dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het voorbereiden en bevorderen van terroristische misdrijven.

4.5.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij in de periode van 28 november 2010 tot en met medio april 2016 in plaatsen in Somalië ,

heeft deelgenomen aan terroristische organisatie Al-Shabaab ,

welke organisatie tot oogmerk had en heeft het plegen van terroristische misdrijven, te weten,

A. het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht ), (te) begaan met een terroristisch oogmerk en

B. doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht ) en

C. moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289/289a jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht ) en

D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht ) en

E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie en/of een voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van

ontploffing (nl een granaat) van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals

bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie).

2.

hij in de periode van 1 november 2010 tot en met

medio april 2016 in plaatsen in Somalië ,

telkens met het oogmerk om ter voorbereiding enter bevordering van de(meermalen) te plegen misdrijven:

- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 157 jo 176a van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289(a) jo 83 van het Wetboek van Strafrecht )

- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zichzelf heeft verschaft en

- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van het misdrijf

immers heeft hij, verdachte,

I. ten aanzien van de periode voor wat betreft Somalië,

A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de terroristische organisatie Al-Shabaab eigen gemaakt en

B. zich laten informeren over het afreizen naar en verblijven in het strijdgebied van Somalië en

C. de reis naar Somalië gemaakt teneinde zich te begeven naar door de terroristische organisatie Al-Shabaab gecontroleerd gebied en gedurende enige tijd verbleven in bedoeld gebied in Somalië en

D. zich gevoegd bij mededaders en/of Al-Shabaab-strijders en deelgenomen aan gevechtstrainingen bij Al-Shabaab, en

E. in Somalië automatische vuurwapens en voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (nl een granaat) voorhanden gehad en

F. (via internet en/of social media) foto’s/afbeeldingen verzonden aan verdachte zijn broer, terwijl verdachte poseert met een automatisch vuurwapen en een handgranaat en gekleed in camouflagekleding, en verdachte daarmee propaganda gemaakt/gevoerd ten behoeve van de gewapende jihadstrijd en/of terroristische organisatie in welke gewapende jihadstrijd moord en/of doodslag en/of brandstichting en/of het teweegbrengen van ontploffingen worden gepleegd, telkens met een terroristisch oogmerk,

welke gedragingen en voorwerpen en informatie al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging en/of alleen begaan van die misdrijven.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5. Strafbaarheid feiten

Het onder 1 bewezen feit levert op:

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven.

Het onder 2 bewezen feit levert op:

het met het oogmerk om opzettelijk brand stichten en/of ontploffingen teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, en/of moord en/of doodslag, telkens te begaan met een terroristisch oogmerk, voor te bereiden en/of te bevorderen, zich gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6. Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7. Motivering straf en maatregel

7.1.

Algemene overweging

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd

De verdachte is ruim vijf jaar lang lid geweest van de terroristische organisatie Al-Shabaab in Somalië.

De verdachte is op 28 november 2010 via Dubai en Kenia naar Somalië gereisd en heeft zich tot zijn vertrek medio april 2016 opgehouden in diverse door Al-Shabaab gecontroleerde gebieden. Daarnaast heeft de verdachte zich het gedachtengoed van Al-Shabaab eigen gemaakt, zich gevoegd bij andere Al-Shabaab-strijders en deelgenomen aan een wapentraining. Hij heeft wapens en een granaat voorhanden gehad en hij heeft voor propagandadoeleinden foto’s van zichzelf, gewapend en in gevechtskleding, naar zijn broer gestuurd.

Al-Shabaab is vanaf zijn ontstaan een terroristische organisatie die sinds 2006 zelfstandig opereert. Strijdgroepen als Al-Shabaab hebben tot doel het vestigen van een islamitische staat, waarin de rechten van andersdenkenden op zeer gewelddadige wijze worden geschonden. Door deze strijdgroepen worden op grote schaal ernstige mensenrechtenschendingen begaan zoals standrechtelijke executies, moord, marteling en verminking van krijgsgevangen en burgers. Veel van die misdrijven worden bovendien gepleegd met het uitdrukkelijke doel de bevolking in deze gebieden vrees aan te jagen en zijn daarmee ontegenzeggelijk terroristische misdrijven.

Terrorisme wordt internationaal gezien als één van de ernstigste misdrijven. De verdachte is aan dit alles geheel voorbij gegaan en heeft geen oog gehad voor het onbeschrijfelijke leed dat velen in het strijdgebied treft.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 juli 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.

7.3.2.

Rapportages

Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd

11 augustus 2021. De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van dit rapport.

Psycholoog [naam psycholoog] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd

29 oktober 2020 en een aanvulling daarop gedateerd 10 augustus 2021.

Dit rapport houdt -kort gezegd – het volgende in:

De verdachte heeft een licht verstandelijke beperking en beschikt niet over de intellectuele vaardigheden om adequate probleemoplossende strategieën te verzinnen en om zijn leven succesvol zelfstandig vorm te geven.

De gedragskeuzes van de verdachte zijn in enige mate bepaald door zijn gebrekkige intelligentie. Geadviseerd wordt het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

De conclusie van de psycholoog wordt gedragen door zijn bevindingen. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare. De rechtbank houdt derhalve bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de vaststelling van de duur van de aan de verdachte op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd, waarbij de pleegperiode en de rol van de verdachte binnen de terroristische organisatie van belang zijn.

Gelet op de ernst van de feiten en de duur van het verblijf van de verdachte in Somalië is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van substantiële duur passend en geboden is. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een voorwaardelijk deel, omdat vanwege de grote dreiging die uitgaat van terroristische organisaties, de deelneming daaraan wordt bedreigd met een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.

De duur van de gevangenisstraf zal lager zijn dan door de officier van justitie geëist nu de verdachte van een gedeelte van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.

Voorts wordt in strafmatigende zin rekening gehouden met de hierboven reeds genoemde verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en dat er geen aanwijzingen zijn dat de verdachte zelf concrete gevechtshandelingen heeft verricht.

De rechtbank zal daarnaast de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Op die manier wordt het mogelijk om de verdachte in aansluiting op de gevangenisstraf onder toezicht te stellen indien dit op dat moment nog noodzakelijk wordt geacht. Oplegging van deze maatregel is nodig ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen.

Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van deze maatregel is voldaan nu de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf zal opleggen wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.

Een en ander betekent dat de rechtbank de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis zal opheffen.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.

8. In beslag genomen voorwerpen

Ten aanzien van het in beslag genomen geld zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38z, 57, 83a, 96, 140a, 157, 176a, 176b, 288a, 289 en 289a van het Wetboek van Strafrecht, alsmede op de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en Munitie .

10 .Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11 .Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

legt de veroordeelde op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:gelast de teruggave aan verdachte van: 6x100 US dollar, 600 dollar;

heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. J. van der Groen, voorzitter,

en mrs. V.M. de Winkel en Ch. Vogtschmidt, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. M.G. Kuijs, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 september 2021.

Bijlage I

Tekst nader omschreven tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 28 november 2010 tot en met 10 maart 2020 in één of meer plaats(en) in Somalië en/of Jemen

en/of één of meer andere landen in Europa en/of Afrika,

tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

heeft deelgenomen aan een of meer (terroristische) organisatie(s) zoals Al-Shabaab en/of

Al Qaida op het Arabisch Schiereiland (verder AQAP), althans (telkens) een aan Al Qaida gelieerde organisatie, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat, welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) en/of heeft/hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten,

A. het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht ), (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of

B. doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

C. moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289/289a jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie en/of een ontploffing (nl een granaat) van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie)

(artikel 140a Wetboek van Strafrecht )

2.

hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 01 november 2010 tot en met 10 maart 2020 in één of meer plaats(en) in Somalië en/of Jemen en/of één of meer andere landen in Europa en/of Afrika,

tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, telkens

met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven):

- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 157 jo 176a van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht ) en/of

- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289(a) jo 83 van het Wetboek van Strafrecht )

- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of

- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zichzelf of aan anderen heeft verschaft en/of

- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan zij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van het misdrijf

immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),

I. ten aanzien van de periode voor wat betreft Somalië,

A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de (terroristische) organisatie zoals Al-Shabaab, althans een aan Al Qaida gelieerde organisatie, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan, eigen gemaakt en/of

B. zich laten informeren over het afreizen naar en/of verblijven in het strijdgebied van Somalië en/of

C. de reis naar Somalië gemaakt teneinde zich te begeven naar het strijdgebied, althans naar door de terroristische organisatie(s) Al-Shabaab gecontroleerd gebied en/of (gedurende enige tijd) verbleven in bedoeld (strijd)gebied in Somalië en/of

D. zich gevoegd bij één of meer mededader(s) en/of Al-Shabaab-strijder(s), althans een of meer perso(o)n(en) die (eveneens) deelnam(en) aan een terroristische organisatie die de

gewapende jihadstrijd voorstaat en/of deelgenomen aan ideologische en/of gevechtstrainingen en/of trainingskampen en/of opleidingen bij Al-Shabaab, althans (een) terroristische organisatie die de gewapende jihadstrijd voorstaat en/of

E. in Somalië deelgenomen en/of bijgedragen aan de gewapende jihadstrijd gevoerd door de (terroristische) organisatie Al-Shabaab en/of

F. in Somalië één of meer (automatische) (vuur)wapen(s) en/of voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (nl een granaat) gebruikt en/of gedragen en/of voorhanden gehad en/of

G. met (een) of meer perso(o)n(en) gecommuniceerd over het regelen en/of inzamelen en/of overmaken van geld en/of geld ingezameld en/of voorhanden gehad en/of (een) ander(en) geld verschaft, welk(e) geld(en) bestemd was/waren als geldelijke steun voor de gewapende jihadstrijd en/of strijders van de terroristische organisatie Al-Shabaab en/of

H. (via internet en/of social media) foto’s/afbeeldingen verzonden aan en/of gedeeld met verdachte zijn broer, terwijl verdachte poseert met een (automatisch) vuurwapen en/of een handgranaat en/of (gekleed in) camouflagekleding, althans met voorwerpen en/of materia(a)l(en) geschikt voor (training ten behoeve van) oorlogsvoering en/of verdachte daarbij /daarmee propaganda gemaakt/gevoerd ten behoeve van de gewapende jihadstrijd en/of terroristische organisatie(s) en/of

I. één of meer perso(o)n(en) inlichtingen verschaft en/of aangespoord en/of gerekruteerd en/of uitgenodigd teneinde deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd en/of aan de terroristische organisatie Al-Shabaab en/of

II. ten aanzien van de periode voor wat betreft Jemen,

A. zich laten informeren over het afreizen naar en/of verblijven in het strijdgebied van Jemen en/of

B. de reis naar Jemen gemaakt teneinde zich te begeven naar het strijdgebied, althans naar door de terroristische organisatie(s) AQAP gecontroleerd(e) gebied(en) en/of (gedurende enige tijd) verbleven in bedoeld(e) (strijd)gebied(en) in Jemen en/of

C. zich gevoegd bij één of meer mededader(s) en/of AQAP-strijder(s), althans een of meer perso(o)n(en) die (eveneens) deelnam(en) aan een terroristische organisatie die de gewapende jihadstrijd voorstaat en/of deelgenomen aan ideologische en/of gevechtstrainingen en/of trainingskampen en/of opleidingen bij (een) jihadistische strijdgroep(en) zoals AQAP, althans een aan Al Qaida gelieerde terroristische organisatie en/of

D. in Jemen deelgenomen en/of bijgedragen aan de gewapende jihadstrijd gevoerd door de (terroristische) organisatie AQAP, althans een aan Al Qaida gelieerde terroristische organisatie en/of

in welke gewapende jihadstrijd moord en/of doodslag en/of brandstichting

en/of het teweegbrengen van ontploffingen worden gepleegd, telkens met een

terroristisch oogmerk;

welke gedragingen en/of voorwerp(en) en/of informatie al dan niet in combinatie

met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging en/of alleen begaan van

dat/die misdrijf/misdrijven.

(artikel 96 lid 2 jo 289 jo 289a jo 83 en artikel 96 lid 2 jo 288a jo 83 en 96 lid 2 jo 157

jo 176b jo 83 Wetboek van Strafrecht)

VN-resolutie 1390 (2002), d.d. 16 januari 2002

EU-terroristenlijst

In r.o. 3.4 van deze conclusie overweegt de P-G onder meer dat Al-Shabaab een beweging is die de sharia overal in Somalië wil doen gelden en die mensen opleidt voor de gewapende strijd en voor het plegen van zelfmoordaanslagen. Dat Al-Shabaab wel op de Amerikaanse en niet op de Europese lijst van terroristische organisaties is opgenomen doet daaraan niet af. Artikel 140a Sr stelt strafbaar het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven. Zo een organisatie is Al-Shabaab.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature