Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling voor poging tot zware mishandeling. Vrijspraak van poging tot overval benzinestation en van openlijke geweldpleging (subs. mishandeling). Ook vrijspraak van primair ten laste gelegde zware mishandeling: het letsel levert geen zwaar lichamelijk letsel op. Vordering van de benadeelde partij gematigd toegewezen. Straf: gevangenisstraf van 5 maanden waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden (o.a. ambulante behandeling en beschermd wonen). Dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10-176072/20

Datum uitspraak: 29 oktober 2020

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres

[adres verdachte] , [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in

de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel,

raadsvrouw mr. E.P.N. Pieterse.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2020.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Verschuren heeft gevorderd:

vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;

bewezenverklaring van het onder 2 primair en 3 primair ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole, en

dadelijke uitvoerbaarheid van alle voornoemde bijzondere voorwaarden.

4. Waardering van het bewijs

4.1.

Vrijspraak zonder nadere motivering van het onder 1 ten laste gelegde

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

4.2.

Vrijspraak van het onder 2 primair (openlijk geweld) en subsidiair (mishandeling) ten laste gelegde

4.2.1.

Standpunt officier van justitie

De verklaring van de aangever, inhoudende dat hij door twee personen werd vastgepakt en door de verdachte werd geslagen, terwijl hij riep dat de aangever zijn aangifte moest intrekken, wordt ondersteund door het letsel van de aangever en het feit dat hij enkele dagen ervoor aangifte had gedaan tegen de verdachte van een andere mishandeling. Er is daarom voldoende wettig en overtuigend bewijs voor het onder 2 primair ten laste gelegde.

4.2.2.

Beoordeling

De rechtbank constateert dat uit het dossier opgemaakt kan worden dat de aangever letsel heeft bekomen. De aangever is de enige persoon die de verdachte aanwijst als degene die voornoemd letsel heeft veroorzaakt. Zijn verklaring wordt niet ondersteund door ander bewijs, anders dan foto’s van het letsel. Er is daarom sprake van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.

4.2.3.

Conclusie

Het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.3.

Bewijswaardering van het onder 3 ten laste gelegde

4.3.1.

Standpunt officier van justitie

Aangevoerd is dat de primair ten laste gelegde zware mishandeling wettig en overtuigend kan worden bewezen. Uit de verklaring van getuige [naam getuige] volgt dat de verdachte zowel trappen als vuistslagen in het gezicht van de aangever heeft gegeven. Het letsel past daar bovendien beter bij dan bij alleen vuistslagen. Het letsel kan voorts naar gewoon spraakgebruik als zwaar lichamelijk letsel worden geduid. De combinatie van botbreuken en letsel in het aangezicht en de genezingsduur van meer dan 6 weken, maakt eveneens dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel.

4.3.2.

Beoordeling

Op 14 maart 2020 vond er in Dordrecht een incident plaats tussen de verdachte en de aangever. Na dit incident is bij de aangever letsel geconstateerd, onder meer bestaande uit een gebroken neusbeen, een botbreuk in zijn kaakholte en een botbreuk in zijn oogkas. De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de aangever twee vuistslagen in het gezicht heeft gegeven.

Bij de beantwoording van de vraag of letsel als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt, is de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel van belang. Uit de verklaring van de forensisch arts (FARR) van 17 juni 2020 blijkt dat het herstel bij ongecompliceerd beloop minimaal 6 weken duurt. Niet is gebleken dat operatief ingrijpen heeft plaatsgevonden of noodzakelijk is geacht. Evenmin is gebleken van blijvend letsel of van langdurig herstel. Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat de breuken, al dan niet samengenomen – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen – onvoldoende zijn om te kunnen spreken van zwaar lichamelijk letsel. Dat dit in het normale spraakgebruik wel het geval zou zijn, maakt dit niet anders, nu daaraan geen doorslaggevende betekenis toekomt. De rechtbank zal de verdachte daarom vrijspreken van de onder 3 primair ten laste gelegde zware mishandeling.

De rechtbank is van oordeel dat de onder 3 subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling kan worden bewezen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte de aangever meerdere malen tegen het hoofd heeft geschopt en geslagen. Door de aangever (met kracht) tegen het hoofd te schoppen, een kwetsbaar onderdeel van het lichaam, heeft de verdachte minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de aangever zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.

4.3.3.

Conclusie

De rechtbank is van oordeel dat het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen is en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Het subsidiair ten laste gelegde is wel wettig en overtuigend bewezen.

4.4.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

hij, op 14 maart 2020 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [naam slachtoffer 1] meermalen, (met kracht) tegen het hoofd/ heeft geschopt en/of heeft getrapt en heeft geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5. Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op poging tot zware mishandeling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

Het feit is dus strafbaar.

6. Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7. Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feit waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van de aangever. Hij heeft de aangever tegen het hoofd geschopt en geslagen. De aangever heeft hier diverse botbreuken in het aangezicht aan over gehouden.

De verdachte heeft een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de aangever. Geweldsmisdrijven zijn zeer ernstige feiten waar de slachtoffers vaak nog lange tijd de gevolgen van ondervinden, zowel psychisch als lichamelijk. De mishandeling vond plaats in het openbaar, waar verscheidene personen ongewild getuige zijn geworden van het misdrijf. Het had bovendien veel ernstiger af kunnen lopen. De verdachte heeft verklaard spijt te hebben van zijn daden, maar heeft niet de volledige toedracht willen bekennen.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 september 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, waaronder ook jegens de aangever.

7.3.2.

Rapportages

Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 9 oktober 2020. Dit rapport houdt – kort weergegeven – het volgende in.

De reclassering ziet op verschillende leefgebieden van de verdachte recidiveverhogende factoren. Hij komt in het contact over als iemand die niet zelfstandig in staat is om zijn problemen op te lossen. Zijn kwetsbare positie is zorgelijk. De reclassering acht verplichte hulpverleningsbemoeienis geïndiceerd. De verdachte is in het verleden gediagnosticeerd met agressie- en impulsregulatieproblematiek, Gilles de la Tourette syndroom, angststoornis, PTSS stoornis en depressieve gedachten. Hoe recent die diagnose is gesteld, is onbekend. De verdachte komt ambivalent over om een ambulante agressiebehandeling en beschermd woonvoorzieningstraject te gaan voltooien.

Psychiater [naam psychiater] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 juli 2020. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht zijn bij het bepalen van de strafmaat voor de rechtbank uitgangspunt geweest.

De op te leggen straf is lager dan door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank, anders dan de officier van justitie, tot vrijspraak komt van het onder 2 ten laste gelegde en tot een andere bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde.

Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

De tussen de verdachte en het slachtoffer kennelijk bestaande animositeit is niet weggenomen. Mede in het licht van de justitiële documentatie van de verdachte moet erernstig rekening mee worden gehouden dat hij wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Reden waarom de op te leggen bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht, een ambulante behandelverplichting met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname, het verblijven in een instelling voor begeleid wonen/maatschappelijke opvang, het meewerken aan schuldhulpverlening en aan middelencontrole, en het op te leggen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zullen worden verklaard.

Tot slot houdt de rechtbank rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8. Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft [naam slachtoffer 1] zich in het geding gevoegd, ter zake van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 540,61 aan materiële schade en een vergoeding van € 4.000,- aan immateriële schade.

8.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot materiële schadevergoeding en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de immateriële schade.

8.2.

Standpunt verdediging

Aangezien vrijspraak is verzocht, heeft de verdediging de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit. Subsidiair is verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering tot immateriële schadevergoeding dan wel deze aanzienlijk te matigen, op de grond dat de vordering onvoldoende is onderbouwd.

8.3.

Beoordeling

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde materiële schadevergoeding door de verdachte (anders dan dat vrijspraak is bepleit) niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.

Voorts is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 1.500,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 14 maart 2020.

Nu de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

8.4.

Conclusie

De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 2040,61, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.

Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 63 en 302 van het Wetboek van Strafrecht .

10. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11. Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 1 (één) maand niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;

stelt als algemene voorwaarde:

- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

stelt als bijzondere voorwaarden:

1. de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;

2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van De Waag, Fivoor GGZ, Antes GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;

3. de veroordeelde zal verblijven in de instelling voor beschermd wonen La Salette van het Leger des Heils, of een soortgelijke instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, en zal zich houden aan de aanwijzingen die door of namens de directeur van die instelling worden gegeven, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de directeur van die instelling verantwoord vindt;

4. de veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde zal de reclassering inzicht geven in zijn financiën en schulden;

5. de veroordeelde zal meewerken aan controle van het gebruik van weed om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle en de reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.

verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden

- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;

- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;

geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van € 2040,61 (zegge: tweeduizendveertig euro en éénenzestig cent), bestaande uit € 540,61 aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;

verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen € 2040,61 (hoofdsom, zegge: tweeduizendveertig euro en éénenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door 30 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;

verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. P. Putters, voorzitter,

en mrs. J. Bergen en A.P. Altena, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. C.J. Voogel-van Buuren, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

Bijlage I

Tekst gewijzigde tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 18 december 2019 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] te dwingen tot afgifte van een geldbedrag, dat geheel of ten dele aan deze [naam slachtoffer 2] of aan een derde, te weten aan tankstation ' [naam tankstation] ' toebehoorde met een (deels) afgedekt gelaat/gezicht voornoemd tankstation heeft betreden en/of (daarbij) (vervolgens) dreigend een mes aan die [naam slachtoffer 2] heeft voorgehouden/getoond en/of daarbij aan die [naam slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd -zakelijk weergegeven- dat zij het geld in de tas moest doen, dat zij op moest schieten en dat zij de telefoon niet mocht aanraken, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.

hij op of omstreeks 9 maart 2020 te Dordrecht openlijk, te weten op of aan het Kasperspad, in elk geval op of aan (een) openbare weg(en) in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [naam slachtoffer 1] door

- zich op te dringen aan die [naam slachtoffer 1] en/of

- die [naam slachtoffer 1] (met kracht) beet te pakken en/of vast te houden en/of

- ( vervolgens) (daarbij) die [naam slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het gezicht/hoofd te slaan/stompen,

terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten een of meer bloeduitstortingen en/of zwellingen in/op het gezicht/hoofd, voor/van die [naam slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou

kunnen leiden:

hij op of omstreeks 9 maart 2020 te Dordrecht [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het gezicht/hoofd te slaan/stompen, als gevolg waarvan die [naam slachtoffer 1] pijn en/of letsel heeft bekomen/ondervonden;

3.

hij op of omstreeks 14 maart 2020 te Dordrecht aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een botbreuk aan de (rechter)oogkas en/of een botbreuk aan de wand van de kaakholte en/of botbreuk aan de neus, heeft toegebracht door die [naam slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd/gezicht te schoppen en/of trappen;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou

kunnen leiden:

Hij, op of omstreeks 14 maart 2020 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [naam slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd/gezicht heeft geschopt en/of heeft getrapt en/of heeft geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature