U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Dagvaarding (bewust) uitgebracht op naam van verkeerde partij, herstel niet mogelijk .

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 8428658 CV EXPL 20-10266

Uitspraak: 13 november 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[eiser/ verweerder in reconventie] , hierna: ‘ [eiser/ verweerder in reconventie] ’,

wonende te [woonplaats eiser/ verweerder in reconventie] ,

eiser bij exploot van dagvaarding van 24 maart 2020,

verweerder in reconventie,

procederend in persoon,

tegen

[gedaagde/ eiseres in reconventie] , hierna: ‘ [gedaagde/ eiseres in reconventie] ’,

wonende te [woonplaats gedaagde /eiseres in reconventie] ,

gedaagde,

eiseres in reconventie,

procederend in persoon.

1. Het verloop van de procedure

1.1

Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken:

de dagvaarding, met producties;

de conclusie van antwoord tevens houdende een eis in reconventie, met producties;

de akte van depot, opgemaakt naar aanleiding van een op 7 juli 2020 door [eiser/ verweerder in reconventie] ter griffie gedeponeerde usb-stick;

de conclusie van repliek, met producties;

de schriftelijke reactie van [gedaagde/ eiseres in reconventie] ;

de rolbeslissing van 25 september 2020;

de schriftelijke reactie van [eiser/ verweerder in reconventie] .

1.2

[gedaagde/ eiseres in reconventie] heeft, hoewel daartoe bij voormelde rolbeslissing behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet binnen de haar gestelde termijn gereageerd.

1.3

De datum van de uitspraak van dit vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

2. Het geschil

2.1

[eiser] heeft -in conventie- gevorderd [gedaagde] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 1.650,- ter zake van niet afgedragen gelden en een bedrag van € 108,90 met betrekking tot een nota van de door [eiser] ingeschakelde gerechtsdeurwaarder, één en ander vermeerderd met wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.

2.2

Aan die vordering heeft [eiser] -samengevat en voor zover thans van belang- ten grondslag gelegd dat [gedaagde] ondanks herhaald verzoek in gebreke is gebleven met volledige afdracht van door haar ontvangen adoptiegelden met betrekking tot een aantal geadopteerde pups. Het betreft een bedrag van € 1.650,- in totaal. Naast dat bedrag maakt [eiser] jegens [gedaagde] aanspraak op een bedrag van € 108,90 aan buitengerechtelijke kosten.

2.3

[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat ertoe strekt het door [eiser] gevorderde af te wijzen. Daarbij heeft zij verzocht ‘ervoor zorg te dragen dat er geen nieuwe vorderingen in dit verband mogen plaatsvinden’. Ook heeft [gedaagde] een tegenvordering ingesteld. Zij heeft -in reconventie- gevorderd [verweerder] te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 440,50 ter zake van door [eiseres] gemaakte maar nog niet vergoede onkosten voor haar werkzaamheden met betrekking tot de adoptie van een aantal pups.

2.4

[verweerder] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de tegenvordering en geconcludeerd tot afwijzing daarvan. Op hetgeen hij daartoe heeft aangevoerd en op hetgeen partijen over en weer overigens naar voren hebben gebracht ter onderbouwing van de eigen vordering dan wel ter afwering van die van de ander, wordt hierna, voor zover voor de uitkomst van de procedure althans van belang, teruggekomen.

3. De beoordeling

in conventie en in reconventie

3.1

Bij gemelde rolbeslissing heeft de kantonrechter partijen voorgehouden dat -en op basis van welke indicatoren- bij hem na lezing van de processtukken de indruk is gerezen dat de afspraken waarop [eiser/ verweerder in reconventie] zijn vordering tot afgifte van de adoptiegelden baseert, niet door hem (privé) werden aangegaan maar door de Stichting [naam stichting] . Daarbij heeft de kantonrechter overwogen dat indien juist is dat het in conventie gestelde vorderingsrecht bij die stichting berust (en niet bij [eiser/ verweerder in reconventie] ), dat feit reeds aan toewijzing van de vordering in de weg staat en dat ditzelfde geldt voor de door [gedaagde/ eiseres in reconventie] ingestelde tegenvordering, die zich immers ook tegen die stichting, en niet tegen [eiser/ verweerder in reconventie] privé, lijkt te richten. Vervolgens heeft de kantonrechter beide partijen de gelegenheid geboden zich hierover uit te laten.

3.2

[eiser/ verweerder in reconventie] heeft, anders dan [gedaagde/ eiseres in reconventie] , van die gelegenheid gebruik gemaakt. In zijn schriftelijke reactie heeft hij onderkend dat de dagvaarding niet op naam van hem, als privépersoon, had moeten worden uitgebracht, maar op naam van de Stichting [naam stichting] , waarvan hij voorzitter is. Hij heeft daarbij verzocht om proceseconomische redenen de eisende partij (in conventie) te wijzigen in die stichting.

3.3

De kantonrechter stelt voorop dat de vraag in welke hoedanigheid een eisende partij optreedt, uitleg vergt van het exploot waarmee de desbetreffende instantie wordt ingeleid. Ingevolge artikel 3:59 BW zijn de artikelen 3:33 en 3:35 BW op deze uitleg overeenkomstig van toepassing. In verband met de aard van dat stuk en de belangen van de wederpartij moeten echter strenge eisen worden gesteld aan de duidelijkheid van de formulering van het exploot en meer in het bijzonder aan de omschrijving van de identiteit en de hoedanigheid van degene op wiens verzoek het wordt uitgebracht.

3.4

Het exploot van dagvaarding is uitgebracht op naam van [eiser/ verweerder in reconventie] terwijl naar het oordeel van de kantonrechter niet gezegd kan worden dat dit stuk zo dient te worden uitgelegd dat daarmee (duidelijk) beoogd werd een procedure jegens [gedaagde/ eiseres in reconventie] te starten door [eiser/ verweerder in reconventie] maar dan in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Stichting [naam stichting] . Uit het verweer van [gedaagde/ eiseres in reconventie] blijkt ook dat zij het exploot niet aldus heeft opgevat terwijl uit de toelichting van [eiser/ verweerder in reconventie] zelf bovendien blijkt dat het exploot bewust op naam van hem als privépersoon is uitgebracht. Op pagina 7 van zijn conclusie van repliek schrijft hij immers dat hij ervoor heeft gekozen ‘in deze procedure als privépersoon op te treden’ terwijl hij ook in zijn schriftelijke reactie op de rolbeslissing (zie hiervoor 3.2) heeft onderschreven dat de dagvaarding ten onrechte op zijn naam, als privépersoon derhalve, werd uitgebracht.

3.5

De wet voorziet in een situatie als deze niet, ook niet om proceseconomische redenen, in de mogelijkheid de eisende partij te wijzigen, zoals door [eiser/ verweerder in reconventie] voorgestaan. Zijn daartoe strekkend verzoek kan derhalve niet worden toegewezen.

3.6

Dit alles betekent dat het ervoor gehouden moet worden dat [eiser/ verweerder in reconventie] als privépersoon niet vorderingsgerechtigd is ter zake van de bij dagvaarding ingestelde vordering. Daarop stuit het gevorderde derhalve reeds af. Hetzelfde geldt voor de tegenvordering, nu die zich naar het oordeel van de kantonrechter kennelijk niet richt tegen [eiser/ verweerder in reconventie] als privépersoon maar tegen de Stichting [naam stichting] en [gedaagde/ eiseres in reconventie] de haar geboden mogelijkheid toe te lichten dat dit anders is, onbenut heeft gelaten. Aan een inhoudelijke beoordeling van het over en weer gevorderde wordt daarom niet toegekomen.

3.7

Volledigheidshalve wordt overwogen dat ook het -overigens niet in de vordering tot uitdrukking gebrachte- verzoek van [gedaagde/ eiseres in reconventie] ‘ervoor zorg te dragen dat er geen nieuwe vorderingen in dit verband mogen plaatsvinden’, niet kan worden gehonoreerd, reeds niet omdat de partij die volgens [eiser/ verweerder in reconventie] jegens [gedaagde/ eiseres in reconventie] vorderingsgerechtigd is en volgens [gedaagde/ eiseres in reconventie] aan haar gelden verschuldigd is, meergenoemde stichting, in deze procedure geen partij is.

3.8

Op de voet van artikel 237 Rv wordt [eiser/ verweerder in reconventie] veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie en [gedaagde/ eiseres in reconventie] in die in reconventie, welke, nu beide partijen in persoon procederen, zowel in conventie als in reconventie op nihil worden begroot.

4. De beslissing

De kantonrechter:

in conventie

- wijst het gevorderde af;

- veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil;

in reconventie

- wijst het gevorderde af;

- veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

654


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature