U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Niet-ambtelijke omkoping; valsheid in geschrift. De verdachte, leidinggevende van een bouwbedrijf, wordt veroordeeld voor omkoping van de manager Vastgoed en Techniek van een ziekenhuis in ruil voor het gunnen van opdrachten. Taakstraf 140 uur.

Het vonnis in deze zaak is op een nieuwe manier opgebouwd. Er wordt direct een samenvatting van het vonnis gegeven en de lezer kan aan de hand van een leeswijzer direct naar het hoofdstuk gaan waar de interesse naar uitgaat. Deze nieuwe vorm is gekozen door de drie rechters en de griffier in deze zaak.

Uitspraak



Rechtbank ROTTERDAM

Team straf 1

Parketnummer: 10/996663-16

Datum uitspraak: 29 oktober 2020

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] .

Raadsman van de verdachte: mr. M.J. Smit, advocaat te Rotterdam

Officier van justitie: mevrouw mr. H.C. Vermaseren

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 30 september en 1 oktober 2020.

Kern van dit vonnis

Het wordt de verdachte verweten dat hij als leidinggevende van zijn bouwbedrijf een manager Vastgoed en Techniek van het [naam ziekenhuis] [naam 1] (hierna: [naam 1] ) met zeilreizen heeft omgekocht in ruil voor het gunnen van bouwopdrachten. De verdachte ziet dit als het onderhouden van zakelijke contacten en klantenbinding. De rechtbank beschouwt dit echter als omkoping. De verdachte heeft ook bekend dat hij valse facturen heeft (laten) opstellen om zo te voorkomen dat de omkoping met andere giften (namelijk de verbouwing van de privéwoning van de bouwmanager) zou worden ontdekt. Gelet op de bewezen verklaarde strafbare feiten en het tijdsverloop, vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals door de officier van justitie verzocht niet passend en op zijn plaats. De rechtbank zal slechts een taakstraf aan de verdachte opleggen.

Inhoudsopgave van het vonnis.

De verdachte wordt – kort samengevat – beschuldigd van omkoping en van valsheid in geschrift met betrekking tot offertes en facturen die met die omkoping samenhingen. De volledige tekst van de beschuldiging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.

De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte [naam 1] heeft omgekocht en dat hij valse facturen en offertes heeft opgesteld die samenhangen met de omkoping. De bewijswaardering waaronder de bewezenverklaring en de bewijsmotivering zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet. De bewijsmiddelen zijn in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen.

De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen waar volgens de wet straf op staat. Welke dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk wordt ook de strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte besproken.

De rechtbank komt tot oplegging van een taakstraf van 140 uren. Hoofdstuk 5 van dit vonnis vermeldt de overwegingen van de rechtbank die tot deze straf hebben geleid.

Hoofdstuk 6 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffier.

1. De beschuldiging in de tenlastelegging

1.

hij, op een of meer tijdstippen in de periode van 23 augustus 2010 tot en met 13 oktober 2012, in Acquoy en/of Leerdam en/of IJsselstein en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met [naam bedrijf 1] en/of een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) aan iemand die anders dan als ambtenaar, namelijk aan [naam 1] werkzaam als manager Vastgoed en Techniek in dienstbetrekking bij De Stichting [naam ziekenhuis] naar aanleiding van hetgeen [naam 1] in zijn betrekking of optredend als lasthebber heeft gedaan of nagelaten dan wel zou doen of nalaten, giften en/of beloften en/of diensten, te weten:

- zeilreizen naar Griekenland in de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012,

heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moesten aannemen dat die [naam 1] deze giften en/of beloften in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever of lastgever;

subsidiair

[naam bedrijf 1] , op een of meer tijdstippen in de periode van 23 augustus 2010 tot en met 13 oktober 2012, in Acquoy en/of Leerdam en/of IJsselstein en/of (elders) in Nederland,

tezamen en in vereniging met [naam bedrijf 1] en/of een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) aan iemand die anders dan als ambtenaar, namelijk aan [naam 1]

werkzaam als manager Vastgoed en Techniek in dienstbetrekking bij De Stichting [naam ziekenhuis] naar aanleiding van hetgeen [naam 1] in zijn betrekking of optredend als lasthebber heeft gedaan of nagelaten dan wel zou doen of nalaten, giften en/of beloften en/of diensten, te weten:

- zeilreizen naar Griekenland in de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012

heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moesten aannemen dat die [naam 1] deze giften en/of beloften in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever of lastgever,

aan welk(e) bovenomschreven feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven;

2.

hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 april 2009 tot en met 16 juli 2009, in Acquoy en/of Leerdam en/of IJsselstein en/of Eindhoven en/of (elders) in

Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam stadion] , d.d. 16 juli 2009 (DOC-407 en/of DOC-218), en/of

een offerte van [naam bedrijf 1] gericht aan dhr. [naam 1] d.d. 7 april 2009 (DOC-145),

(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of doen (laten) opmaken en/of doen (laten) vervalsen, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en/of bedragen op deze geschriften opgevoerd en/of (doen) laten opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en

onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;

3.

hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 april 2009 tot en met 5 juni 2009, in Acquoy en/of Leerdam en/of IJsselstein en/of Eindhoven en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam zwembad] , d.d. 5 juni 2009 (DOC-377), en/of

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam park] d.d. 16 april 2009 (DOC-381),

(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of doen (laten) opmaken en/of doen (laten) vervalsen, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en/of bedragen op deze facturen opgevoerd en/of (doen) laten opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;

Subsidiair

[naam bedrijf 1] , op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 april 2009 tot en met 5 juni 2009, in Acquoy en/of Leerdam en/of IJsselstein en/of Eindhoven en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam zwembad] , d.d. 5 juni 2009 (DOC-377), en/of

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam park] d.d. 16 april 2009 (DOC-381),

(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of doen (laten) opmaken en/of doen (laten) vervalsen, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en/of bedragen op deze facturen opgevoerd en/of (doen) laten opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, aan welk(e) bovenomschreven feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven.

2. Het bewijs

Feit 1

Standpunt verdediging

De verdachte hoefde niet te vermoeden dat [naam 1] de zeilreizen zou verzwijgen voor zijn werkgever. Het staat zelfs niet vast dat [naam 1] deze reizen heeft verzwegen. Ook ontbreekt bewijs voor het causale verband tussen de zeilreizen en een prestatie of nalaten van [naam 1] . [naam bedrijf 1] (hierna: [naam bedrijf 1] ) heeft nooit een voorkeursbehandeling gekregen. De verdachte moet dan ook worden vrijgesproken.

Beoordeling

De verdachte organiseerde in 2010, 2011 en 2012 zeilreizen in Griekenland, waaraan onder meer [naam 1] heeft deelgenomen. [naam bedrijf 1] betaalde een groot deel van de kosten, in elk geval de huur van de boot en de vliegreis en daarnaast (een deel van) de maaltijden en de boodschappen. Deze kosten bedroegen ten aanzien van [naam 1] per zeilreis ruim € 1.000,-.

De rechtbank is van oordeel dat het in het kader van relatiebeheer (het in algemene zin goed houden van de relatie) aanbieden van zeilreizen van deze omvang op zichzelf al voldoende is voor de bewezenverklaring van omkoping. Dit wordt nog eens onderstreept door de verdachte, waar hij verklaart dat de reizen bedoeld waren als ‘een blijk van waardering voor wat de [naam bedrijf 1] had gedaan in de voorliggende periode’. Daarmee is het causaal verband tussen de reizen en dat wat [naam 1] in zijn dienstbetrekking in het verleden heeft gedaan, gegeven. Ter zitting heeft de verdachte bovendien verklaard dat de reizen een vorm van acquisitie waren, er kwamen daadwerkelijk opdrachten uit voort, ook van derde partijen via mond-tot-mond reclame. Dit wijst erop dat het betalen van de zeilreizen van [naam 1] er ook op gericht was om in de toekomst opdrachten (onder meer van het [naam ziekenhuis] ) binnen te halen. Het fêteren van [naam 1] was dus zowel op prestaties uit het verleden als prestaties in de toekomst gericht, zodat beide vormen van omkoping bewezen worden verklaard.

[naam 1] heeft de zeilreizen in strijd met de goede trouw niet gemeld bij de Raad van Bestuur van het [naam ziekenhuis] . Het bedrag waarop [naam 1] door [naam bedrijf 1] werd ‘getrakteerd’ is dermate hoog dat de verdachte dit verzwijgen redelijkerwijs had moeten aannemen.

Conclusie

De rechtbank concludeert dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan omkoping en verwerpt daarmee ook de verweren van de verdediging.

Feit 2

Standpunt verdediging

De offerte van [naam bedrijf 1] aan [naam 1] van 7 april 2009 is – gelet op de afwijkende bedragen op offertes van leveranciers – mogelijk een verliesgevende offerte, maar dit betekent nog niet dat deze ook valselijk is opgemaakt. Van dit onderdeel van de tenlastelegging moet de verdachte daarom worden vrijgesproken.

Beoordeling

Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij samen met medeverdachte [naam medeverdachte 1] (directeur bij [naam bedrijf 2] ( [naam bedrijf 2] )) en [naam 1] heeft afgesproken dat de [naam bedrijf 1] de kosten van de verbouwing van de woning van [naam 1] niet volledig bij [naam 1] in rekening zou brengen, maar dat deze grotendeels zouden worden betaald door [naam bedrijf 2] . In dat kader heeft de verdachte valse facturen opgemaakt, waarbij de kosten werden geboekt op (bij [naam bedrijf 2] bestaande) projecten. De tenlastegelegde factuur met betrekking tot het [naam stadion] is er daar één van. Het valselijk opmaken van deze factuur heeft de verdachte bekend, zodat dit deel van de tenlastelegging zonder nadere motivering kan worden bewezen.

De rechtbank is van oordeel dat de tenlastegelegde offerte, die [naam bedrijf 1] aan [naam 1] voor de afbouw van zijn woning heeft uitgebracht, ook vals is opgemaakt. Dit blijkt al uit het feit dat bepaalde werkzaamheden of producten van leveranciers die in de offerte aan [naam 1] worden doorberekend, tegen veel lagere prijzen zijn geoffreerd dan de prijzen in de offertes van deze leveranciers. De leveranciersoffertes waren al uitgebracht en dus bekend bij [naam bedrijf 1] , voordat de offerte voor [naam 1] werd gecalculeerd. Dat dit, zoals de verdediging betoogt, slechts een slecht gecalculeerde en verliesgevende offerte zou zijn en dat er pas later meer werkzaamheden zouden zijn afgesproken, vindt de rechtbank ongeloofwaardig.

Er zijn namelijk bij [naam bedrijf 1] en bij [naam bedrijf 2] meerdere overzichten van de werkzaamheden aan de woning van [naam 1] aangetroffen, die erop wijzen dat van tevoren al duidelijk was dat de verbouwing veel omvangrijker zou zijn dan de werkzaamheden die in de offerte zijn opgenomen. De offerte past zodoende naadloos in de constructie die de verdachte, [naam medeverdachte 1] en [naam 1] samen optuigden om het grootste deel van de kosten van de forse verbouwing van de woning van [naam 1] elders onder te brengen. De offerte – in combinatie met de bijbehorende factuur en de betaling daarvan door [naam 1] – werd gebruikt om te doen voorkomen dat [naam 1] de verbouwing zelf had betaald, terwijl dit in werkelijkheid slechts een deel van de totale kosten betrof. Het opzet op deze valsheid wordt verder ingekleurd door de mailwisseling tussen de verdachte en [naam 1] van 30 maart 2009, waarin zij overleggen hoe zij de verschillende prijzen en omschrijvingen op de offerte meer in overeenstemming met de werkelijkheid kunnen laten lijken. De mededeling van [naam 1] dat de e-mail moet worden verwijderd, ook uit de prullenbak, is daarbij veelzeggend.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat de offerte, net als een aantal facturen voor dit project, vals is opgemaakt.

Conclusie

De rechtbank concludeert dat de offerte van 7 april 2009 vals is opgemaakt en verwerpt daarmee ook het verweer van de verdediging.

Feit 3

De rechtbank zal dit feit zonder nadere motivering bewezen verklaren, nu zowel de officier van justitie als de verdediging geen afwijkende uitdrukkelijk onderbouwde standpunten hebben ingebracht.

Bewezenverklaring

De rechtbank vindt wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde heeft begaan, en vindt bewezen dat:

1.

hij in de periode van 23 augustus 2010 tot en met 13 oktober 2012 in Nederland tezamen en in vereniging met [naam bedrijf 1] aan iemand die anders dan als ambtenaar, namelijk aan [naam 1] ,werkzaam als manager Vastgoed en Techniek in dienstbetrekking bij De Stichting [naam ziekenhuis] , naar aanleiding van hetgeen [naam 1] in zijn betrekking heeft gedaan dan wel zou doen, giften, te weten zeilreizen naar Griekenland in de jaren 2010 en 2011 en 2012 heeft gedaan, van die aard en onder zodanige omstandigheden dat hij, verdachte en zijn mededader redelijkerwijs moesten aannemen dat die [naam 1] deze giften in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever;

2.

hij in de periode van 2 april 2009 tot en met 16 juli in Nederland tezamen en in vereniging met anderen

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam stadion] , d.d. 16 juli 2009 en

een offerte van [naam bedrijf 1] gericht aan dhr. [naam 1] d.d. 7 april 2009

zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, immers hebben hij en zijn mededaders, valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en bedragen op deze geschriften opgevoerd en/of doen opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken;

3.

Hij in de periode van 2 april 2009 tot en met 5 juni 2009, in Nederland tezamen en in vereniging met anderen

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam zwembad] , d.d. 5 juni 2009 en

een factuur van [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] met betrekking tot [naam park] d.d. 16 april 2009,

zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, immers hebben hij en zijn mededaders, valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en bedragen op deze facturen opgevoerd en/of doen opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken;

De bewezenverklaring van feit 1 en 2 steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen die hieronder zijn uitgewerkt en de daarop gebaseerde bewijsoverwegingen die hiervoor zijn uiteengezet. De rechtbank heeft voor feit 3 een opgave gemaakt van de bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden staan. Met deze opgave wordt volstaan omdat de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen vrijspraakverweer is gevoerd.

3. De bewijsmiddelen

Feit 1 en 2

1. De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 30 september 2020.

Ik ben de voormalige eigenaar van [naam bedrijf 1] Sinds 2007 is mijn zoon daarvan de eigenaar. Sinds ik teruggetreden ben als eigenaar word ik ingehuurd als externe kracht. Mijn taak was het onderhouden van de bestaande klanten met wie ik vanuit het verleden een relatie had. Ik deed soms ook inspecties en calculaties van tevoren, maar mijn taak bestond hoofdzakelijk uit acquisitiewerkzaamheden.

Een van de manieren waarop ik acquisitie pleegde was het organiseren van zeilreizen voor relaties. [naam bedrijf 1] betaalde die reizen deels. Dat besprak ik ook zo binnen [naam bedrijf 1] . Het organiseren van die reizen was puur relatiebeheer: het onderhouden van relaties en waar mogelijk nieuwe relaties leggen. Die reizen leverden ons ook klanten op, ook via relaties van de personen die mee gingen. [naam 1] was een van de relaties die ik voor de reizen uitnodigde. Hij is in 2010, 2011 en 2012 mee op reis geweest. [naam bedrijf 1] verrichtte regelmatig werkzaamheden voor het [naam ziekenhuis] in Nieuwegein, waar hij werkte. Als het om kleine klussen ging, deed [naam bedrijf 1] dat zelfstandig.

[naam 1] vertelde mij in 2009 dat hij een huis had gekocht en dat daar het een en ander aan moest gebeuren. Hij kwam daarvoor naar mij toe. Ik ben toen met hem naar dat huis gegaan en wij hebben samen gekeken wat er moest gebeuren. Ik heb toen een offerte opgesteld. Dat is de offerte die in het dossier is genummerd als DOC-145. Er zijn meer werkzaamheden verricht dan in deze offerte is opgenomen. Ik heb samen met [naam 1] en [naam medeverdachte 1] afgesproken dat [naam bedrijf 1] de (overige) kosten van de verbouwing van de woning van [naam 1] niet bij [naam 1] in rekening zou brengen, maar dat deze zouden worden betaald door [naam bedrijf 2] . In dat kader zijn de facturen genummerd DOC-407, DOC-377 en DOC-381 opgesteld, naar [naam bedrijf 2] gestuurd en door [naam bedrijf 2] betaald.

2. Proces-verbaal van verhoor, [naam verdachte]

Ik had meerdere relaties die ik uitnodigde voor zeilreizen naar Griekenland in 2010, 2011 en 2012, waaronder [naam 1] . Het was een blijk van waardering voor wat we hadden gedaan in de voorliggende periode.

3. Proces-verbaal van onderzoek

In de administratie van [naam bedrijf 1] heb ik de volgende bescheiden aangetroffen met betrekking tot zeilreizen in Griekenland in 2010, 2011 en 2012.

E-mailcorrespondentie tussen [naam verdachte] en [naam bedrijf 3] met betrekking tot onder meer de huur van een jacht.

Een declaratieformulier van de [naam bedrijf 1] . Op het formulier is achter naam ‘ [naam verdachte] ’ geschreven, achter woonplaats ‘ [woonplaats verdachte] ’, achter Bank- of Gironummer ‘ [bankrekeningnummer] ’ en achter datum van indiening ‘02-10-12’. Op het formulier is als omschrijving geschreven ‘Aquisitie kosten voorgeschoten’ en achter Totaal is € 2.000 geschreven. Achter het declaratieformulier zit een kopie van het e-ticket met betrekking tot vijf retourvluchten van Amsterdam naar Preveza (Lefkas). De factuur is betaald door [naam bedrijf 1] .

Een declaratieformulier van de [naam bedrijf 1] . Op het formulier is achter naam ‘ [naam verdachte] ’ geschreven, achter woonplaats ‘ [woonplaats verdachte] ’, achter Bank- of Gironummer ‘ [bankrekeningnummer] ’ en achter datum van indiening ‘18-10-12’. Op het formulier is als omschrijving geschreven ‘18-10-12 Relatie kosten volgens bijgaande bonnen’ met daaronder de handtekening van verdachte [naam medeverdachte 2] . Achter Totaal is € 1.574,60 geschreven. Achter het declaratieformulier zit een uitgeprinte specificatie. Uit een aantal van de bonnen kan worden afgeleid dat de uitgaven zijn gedaan in Griekenland en dat het gezelschap heeft bestaan uit 5 personen. De factuur is betaald door [naam bedrijf 1] .

Recapitulatie door [naam bedrijf 1] betaalde kosten zeilreizen

In 2010 is door [naam bedrijf 1] betaald:

- Factuur [naam bedrijf 3] €3.885,00

Aan deze reis namen 4 personen deel.

Kosten per persoon: € 3.885 : 4 = € 971,25

In 2011 is door [naam bedrijf 1] betaald:

Factuur [naam luchtvaartmaatschappij] € 1.749,40

[naam bedrijf 3] € 2.197,50

Declaratie [naam verdachte] € 1.443.00

Totaal € 5.389,90

Aan deze reis namen 5 personen deel.

Kosten per persoon: € 5.389,90 : 5 = € 1.077,98

In 2012 is door [naam bedrijf 1] betaald:

Factuur [naam bedrijf 3] €2.445,00

Declaratie [naam verdachte] €2.000,00

Declaratie [naam verdachte] € 1.574,60

Totaal €6.019,60

Aan deze reis namen 5 personen deel.

Kosten per persoon: € 6.019,60 : 5 = € 1.203,92

4. Proces-verbaal van onderzoek

Met ingang van 1 oktober 1996 is [naam 1] directeur Vastgoed en Techniek (destijds: hoofd Technische Dienst en Bouwzaken) van het [naam ziekenhuis] te Nieuwegein ( [naam ziekenhuis] ) geworden hetgeen hij tot zijn vertrek bij het [naam ziekenhuis] in 2013 is gebleven.

Volgens het functieprofiel van het [naam ziekenhuis] geeft de directeur Vastgoed & Techniek leiding aan de eenheid die - onder andere - zorg draagt voor:

het in stand houden van gebouwen, gebouwdelen, apparatuur en installaties;

het realiseren van nieuwbouwprojecten, evenals verbouwings- en renovatieprojecten op het gebied van installaties, gebouwen en terreinen.

[naam bedrijf 1] heeft jarenlang onderhouds- en schilderwerkzaamheden gedaan voor het [naam ziekenhuis] .

5. Proces-verbaal van verhoor van [naam 2]

Vanaf 1 juli 2003 tot 1 februari 2014 was ik in functie als lid van de Raad van Bestuur van het [naam ziekenhuis] Nieuwegein ( [naam ziekenhuis] ). Na het aftreden van (…), ik meen in 2010, ben ik verantwoordelijk geworden voor de vastgoedtak. [naam 1] was manager Vastgoed en Techniek. Hij stond onder direct gezag van de Raad van Bestuur. [naam 1] heeft niet aan mij of andere leden van de raad van bestuur van het [naam ziekenhuis] gemeld dat hij giften en/of diensten van derden had ontvangen ten behoeve van hemzelf.

6. Een geschrift

Geachte heer/mevrouw,

Onder dankzegging van uw schriftelijke offerte aanvraag, hebben wij het genoegen u hierbij een vrijblijvende offerte aan te bieden betreffende:

Project : [projectnummer] woning [adres]

Opgenomen:

Vervangen bestaand isolatieglas in woonkamer, keuken en voordeur

Buitenschilderwerk voorzijde woning aan kozijnen, ramen en aftimmeringen

Leveren en meeplaatsen van 3 stuks ventilatieroosters

Binnenschilderwerk wanden en plafonds

Stukadoorswerk bestaande wanden, kamer en keuken, overpleisteren glad pleisterwerk

Stukadoorswerk plafond woonkamer, lijsten verwijderen en geheel overpleisteren

Leveren en plaatsen van een leisteenvloer in de woonkamer vlgs specificatie [naam bedrijf 4]

Leveren en plaatsen van nw cv ketel en radiatoren volgens spec. [naam bedrijf 5]

Leveren en plaatsen van een gasopenhaard

Prijsvorming:

Glas en schilderwerk € 2.750,-

Stukadoorswerk € 2500,-

Natuurstenen vloer € 5510,-

Cv en radiatoren € 3360,-

Openhaard € 2610,-

Dit kunnen wij u bieden voor een totaalprijs van € 16.730,- incl. BTW.

7. Een geschrift

Van: [naam verdachte] [mailto: [emailadres 1] ]

Verzonden: maandag 30 maart 2009 17:20 uur

Aan: [emailadres 2]

Onderwerp:

Beste [naam 1] ,

Hierbij de offerte.

Misschien verstandig om de onderdeelprijzen aan te passen en een totaalprojektkorting op de totaalprijs te geven, dit om de onderdeelprijzen meer in verhouding tot de werkelijkheid te brengen.

Met vriendelijke groet,

[naam verdachte]

Van: [naam 1] [ [emailadres 3] ]

Verzonden: maandag 30 maart 2009 19:02 uur

Aan: [naam verdachte]

Onderwerp: RE:

Beste [naam verdachte] ,

Ik volg jou advies met betrekking tot de totaalprojektkorting, verder in de tekst wijzigen:

Vervangen bestaand isolatieglas woonkamer, keuken en voordeur (staat beter in verhouding tot de prijs)

Buitenschilderwerk voorzijde woning kozijnen, deuren, ramen en betimmeringen (idem voor de verhouding met de prijs)

Stukadoorswerk wanden kamer en keuken en plafond kamer (idem voor de prijs)

[naam bedrijf 6] weglaten.

Ik zie je aanbieding via de post tegemoet, en zal opdracht verstrekken en de 1e termijn overmaken.

Met vriendelijke groet,

[naam 1]

Mail weggooien ook uit de prullenbak.

8. Proces-verbaal van onderzoek

In de projectadministratie van [naam bedrijf 1] is een projectmap voor het project

[adres] (hierna: [naam projectmap] ) aangetroffen.

Op het voorblad van de projectmap staat als opdrachtgever dhr. [naam 1] . In deze projectmap zijn de volgende stukken aangetroffen.

Een offerte van [naam bedrijf 7] voor het stukadoorwerk met datum 7 april 2009 aan de [naam bedrijf 1] voor een bedrag van € 14.470 excl. BTW. Op de offerte staat verder vermeld dat het werk ter plaatse is opgenomen op 26 maart 2009.

Met datum 26 maart 2009 heeft [naam bedrijf 4] een opdrachtbevestiging naar de [naam bedrijf 1] gestuurd voor het leveren en plaatsen van een natuurstenen vloer aan [naam 1] voor een bedrag van € 12.325,37, incl. BTW. Deze opdrachtbevestiging is met datum 30 maart 2009 voor akkoord ondertekend door [naam verdachte] .

Een prijsopgave d.d. 17 maart 2009 van [naam bedrijf 6] te Vuren aan [naam 1] voor het leveren en monteren van een open haard voor een bedrag van € 5.966. In de prijsopgave staat opgenomen dat voor het maken van een exacte offerte een afspraak op locatie gepland staat op 7 april 2009.

Een bevestiging van de opdracht d.d. 16 april 2009 van [naam bedrijf 6] aan de [naam bedrijf 1] ( [naam verdachte] ) opgenomen voor het leveren en monteren van een gasgestookte inbouwhaard voor een bedrag van € 6.116 incl. BTW.

Een specificatie van [naam bedrijf 5] voor een bedrag van € 11.750 excl. BTW.

In de projectmap is voorts een document aangetroffen (DOC-216) waarin puntsgewijs de verbouwingswerkzaamheden staan beschreven. De hierop omschreven glas- en schilderwerkzaamheden omvatten veel meer dan de glas- en schilderwerkzaamheden die in de offerte van de [naam bedrijf 1] aan [naam 1] zijn beschreven. Dat geldt ook voor de ‘Elektra-water en verwarming en gas’-werkzaamheden.

Verder werden een aantal werkzaamheden die ook via de [naam bedrijf 1] zijn gelopen helemaal niet vermeld op de offerte aan [naam 1] , terwijl voorafgaand aan de offerte (in maart 2009) al tussen [naam 1] en [naam verdachte] afgesproken was dat deze werkzaamheden wel door de [naam bedrijf 1] uitgevoerd zouden worden. Dit zijn de elektrawerkzaamheden (ook [naam bedrijf 5] ), het spuiten van een aantal kasten, de badkamer en de stoffering.

In de projectmap is ook een document aangetroffen dat is gevoegd bij een mail aan [naam medeverdachte 1] d.d. 2 april 2009. Dit document betreft een puntsgewijze beschrijving van de werkzaamheden voor het werk [adres] . De werkzaamheden die in dit document beschreven staan komen slechts voor een klein deel in de offerte van de [naam bedrijf 1] aan [naam 1] terug terwijl dus al wel bekend was dat ze via de [naam bedrijf 1] uitgevoerd zouden worden.

9. Een geschrift

Feit 3

De bekennende verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 30 september 2020.

Geschriften

4. De verboden gedragingen en de strafbaarheid

Kwalificatie

De bewezen feiten leveren op:

Feit 1:

medeplegen van het, aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift doen van die aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift in strijd met de goede trouw zal verzwijgen tegenover zijn werkgever, meermalen gepleegd;

Feit 2:

medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;

Feit 3:

medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is strafbaar.

5. De straf

Feit waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft gedurende langere periode giften verstrekt aan de manager Vastgoed en Techniek van het [naam ziekenhuis] , een grote klant van [naam bedrijf 1] , het bouw- en schildersbedrijf waarvoor de verdachte werkzaam was en waarvan hij voorheen eigenaar was. Aan deze persoon, die tevens één van de medeverdachten is, werd jaarlijks een zeilreis cadeau gedaan. Doel hiervan was ervoor te zorgen dat deze klant aan de [naam bedrijf 1] nieuwe opdrachten zou blijven verstrekken. Deze manager Vastgoed en Techniek heeft ook zijn privéwoning op kosten van anderen laten verbouwen. Om deze omkoping te verbloemen, zijn door onder meer de verdachte valse offertes en facturen opgesteld. Omkoping en daaraan gerelateerde strafbare feiten zijn ernstige misdrijven vanwege het ondermijnende en corrumperende karakter op de samenleving. Corruptie zorgt voor concurrentievervalsing en het vormt een ernstige aantasting van de integriteit die in het handelsverkeer zo nodig is. Daarom rekent de rechtbank het de verdachte aan dat hij zich met deze praktijken heeft ingelaten.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

Strafblad

De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 juli 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

Rapportage

De reclassering heeft op 12 december 2019 een rapportage uitgebracht, waarin – kort samengevat – wordt beschreven dat hij op alle levensgebieden goed functioneert en er geen bemoeienis van de reclassering nodig is. Er zijn volgens de reclassering geen contra-indicaties of belemmerende factoren voor het opleggen van een taakstraf.

Redelijke termijn

Een verdachte heeft recht op behandeling van zijn strafzaak binnen een redelijke termijn, zo waarborgt Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat die termijn in zaken als deze in beginsel een periode van twee jaren bestrijkt. Als uitgangspunt geldt dus dat de rechtbank binnen twee jaren na aanvang van de redelijke termijn vonnis wijst. De termijn vangt aan op het moment dat vanuit de Nederlandse Staat (bijvoorbeeld de FIOD of het OM) richting de verdachte een handeling is verricht waaraan de verdachte in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat hij – kort gezegd – zal worden vervolgd.

De verdachte en de medeverdachten zijn allen in juni of juli 2016 aangehouden en voor de eerste keer verhoord door de FIOD. De rechtbank merkt, met de officier van justitie, dat moment aan als aanvangsmoment van de redelijke termijn in deze zaak. De FIOD heeft haar onderzoek op 9 januari 2017 gesloten. De zaak is vervolgens pas op 17 januari 2020 voor de eerste keer voor de rechtbank gebracht. Dit vonnis is uitgesproken op 29 oktober 2020.

De rechtbank stelt vast dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De procedure heeft ruim vier jaren geduurd, waar een maximum gold van twee jaren. Deze overschrijding dient te worden gecompenseerd door vermindering van de straf. In welke vorm dat gebeurt, zal hierna besproken worden.

Standpunten en afwegingen

Eis van de officier van justitie

De officier van justitie vindt alle drie de feiten bewezen en heeft een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden geëist.

Standpunt verdediging

De verdachte heeft niet met het oogmerk van winst gehandeld. De redelijke termijn is aanzienlijk geschonden en de verdachte heeft een blanco strafblad. Hiermee moet rekening gehouden worden in de strafmaat.

Conclusies van de rechtbank

Omkoping en valsheid in geschrifte (om omkoping af te dekken) zijn, zoals hiervoor beschreven, ernstige feiten. De rechtbank weegt strafverzwarend bij de strafoplegging mee dat de verdachte niet of nauwelijks verantwoordelijkheid heeft genomen voor wat hij heeft gedaan. Weliswaar heeft hij het vals opstellen van één van de facturen bekend, maar hij gaf daarbij aan dat het hem niet uitmaakte, als er maar betaald werd. Hij geeft geen blijk van inzicht in de kwalijkheid daarvan. Dat geldt ook voor de omkoping. De rechtbank is er niet blind voor dat er jaren geleden een andere cultuur heerste met betrekking tot het fêteren van zakenrelaties, maar in de bewezenverklaarde periode was de grootschalige bouwfraude (en bijbehorende omkoping) ruimschoots aan het licht gekomen, zodat de verdachte niet kan zeggen dat hij niet van het strafbare karakter daarvan op de hoogte was.

Bij de bepaling van de hoogte van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur zou op zijn plaats zijn. De rechtbank houdt in het voordeel van de verdachte echter rekening met zijn blanco strafblad, zijn leeftijd en het feit dat de redelijke termijn is geschonden. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat de strafbare feiten lang geleden hebben plaatsgevonden. De rechtbank zal daarom in plaats van een gevangenisstraf een taakstraf opleggen. Alles afwegend vindt de rechtbank een taakstraf van 140 uur een passende straf.

Wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57, 225 en 328ter van het Wetboek van Strafrecht , zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

6. De beslissingen in het kort en ondertekening

De rechtbank:

verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 140 (honderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;

beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 70 (zeventig) dagen.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. J.H. Janssen, voorzitter,

en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en T.M. Riemens, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,

en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 29 oktober 2020.

Bijlage:

De paginanummers die in deze en in de volgende voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken die zijn opgenomen in het proces-verbaal met dossiernummer 57055/6057055. In dit geval betreft dat de pagina’s 862-879

Pagina’s 566-573.

Pagina’s 862-879

Pagina’s 2554-2559.

Pagina’s 4007-4009

Pagina 4116.

Pagina’s 685-695.

Pagina 4665, als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Pagina 4566 en 4576.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature