Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

huurachterstand, ontbinding en ontruiming

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8237082 \ CV EXPL 19-54323

uitspraak: 17 juli 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

de stichting

Stichting Maasdelta Groep,

gevestigd te Spijkenisse,

eiseres,

gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Actkon B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam gedaagde],

gevestigd te Bussum,

gedaagde,

gemachtigde: mr. M.R. de Kok te Rotterdam.

Partijen worden hierna verder aangeduid als “Maasdelta” en “Actkon q.q.”.

1. Het verloop van de procedure

1.1.

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen.

het exploot van dagvaarding van 9 december 2019 met producties;

de conclusie van antwoord met producties;

de conclusie van repliek met één productie;

de conclusie van dupliek met producties;

de akte uitlaten producties van Maasdelta.

1.2.

De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen het volgende vast.

2.1.

Tussen Maasdelta als verhuurder en [naam gedaagde] (hierna: ‘ [naam gedaagde] ’) als huurder bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [adres] te Spijkenisse (hierna: ‘het gehuurde’).

2.2.

De huur bedraagt thans € 669,78 per maand en dient voor de eerste van de maand voldaan te worden.

3. Het geschil

3.1.

Maasdelta heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de huurovereenkomst tussen haar en [naam gedaagde] te ontbinden en Actkon q.q. te veroordelen het gehuurde te verlaten en te ontruimen onder afgifte van sleutels en het gehuurde ter vrije beschikking te stellen van Maasdelta, met veroordeling van Actkon q.q. om aan Maasdelta te betalen € 3.848,91 aan huurachterstand berekend over de periode vanaf 1 januari 2019 tot en met december 2019, € 1,04 aan tot de dagvaarding verschenen rente en € 616,97 aan buitengerechtelijke kosten, inclusief btw, derhalve in totaal € 4.466,92, vermeerderd met de wettelijke rente over 3.848,91 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, en € 669,78 - of zoveel hoger als bij wettelijke huurverhoging is toegestaan - per maand aan huur vanaf 1 januari 2020 tot aan het tijdstip van ontruiming van het gehuurde en Actkon q.q. te veroordelen in de proceskosten.

3.2.

Aan haar vordering legt Maasdelta - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat dat Actkon q.q., ondanks herhaalde aanmaning, in gebreke is gebleven met betaling van de maandelijkse huur, zodat een huurachterstand ten bedrage van

€ 3.848,91, berekend tot en met de maand december 2019, is ontstaan en Actkon q.q. de wettelijke rente daarover en de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is geworden. De hoogte van de huurachterstand rechtvaardigt ontbinding van de huurovereenkomst en een veroordeling tot ontruiming van het gehuurde.

Maasdelta heeft bij haar akte uitlaten producties van 17 juni 2020 een specificatie van de huurachterstand, berekend tot en met de maand juni 2020, in het geding gebracht en gesteld dat de huurachterstand, berekend tot en met de maand juni 2020, in totaal € 4.913,35 bedraagt.

3.3.

Actkon q.q. heeft de gestelde huurachterstand erkend, maar heeft verweer gevoerd tegen de gevorderde ontbinding en ontruiming met een beroep op bijzondere persoonlijke omstandigheden aan de zijde van [naam gedaagde] . De huurachterstand is ontstaan door onmacht. [naam gedaagde] heeft vanaf 11 oktober 2018 in detentie verbleven en is in maart 2020 weer in vrijheid gesteld. Vanwege de detentie is de ziektewetuitkering van [naam gedaagde] stopgezet, waardoor hij de huur vanaf juli 2019 niet meer heeft kunnen betalen. Sinds [naam gedaagde] in maart 2020 weer in vrijheid is gesteld, ontvangt hij weer maandelijks inkomen en heeft hij diverse betalingen aan Maasdelta verricht.

Ontbinding van de huurovereenkomst zal verstrekkende nadelige gevolgen hebben voor [naam gedaagde] , nu [naam gedaagde] lijdt aan ziekelijke stoornissen van de geestvermogens. Bovendien is behoud van het gehuurde voor [naam gedaagde] noodzakelijk om aan de in het kader van de reclassering gestelde voorwaarden te voldoen, bestaande uit een meldplicht, een behandelverplichting en een verplichting tot het hebben en houden van een zinvolle dagbesteding. De tekortkoming van [naam gedaagde] rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst en al haar gevolgen niet. Voor het geval geoordeeld wordt dat zulks wel het geval is, is Actkon q.q. van mening dat de ontbinding en ontruiming voorwaardelijk toegewezen dienen te worden onder de voorwaarde van een door de kantonrechter te bepalen betalingsregeling.

Actkon q.q. heeft een betalingsregeling van € 50,00 per maand met Maasdelta willen treffen, maar Maasdelta is hiermee niet akkoord gegaan.

4. De beoordeling van de vordering

4.1.

Actkon q.q. heeft de hoogte van de huurachterstand niet betwist. Voldoende is gebleken dat Maasdelta de betalingen, waarvan Actkon q.q. bewijzen in het geding heeft gebracht, heeft ontvangen en in het door haar in haar laatste akte opgenomen overzicht van de huurachterstand heeft verwerkt. De door Maasdelta gestelde huurachterstand van

€ 4.913,35, berekend tot en met de maand juni 2020, zal daarom worden toegewezen.

4.2.

Ten aanzien van de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde overweegt de kantonrechter het volgende. Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Tijdige betaling van de overeengekomen huurprijs heeft daarbij te gelden als een van de essentiële verplichtingen die voortvloeit uit de huurovereenkomst.

4.3.

Vast staat dat Actkon q.q. is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst.

Bij dagvaarding bestond immers een huurachterstand van meer dan vijf maanden. Hoewel Actkon q.q. vanaf 30 maart 2020 diverse betalingen heeft verricht, heeft zij daarmee niet kunnen voorkomen dat de huurachterstand sinds dagvaarding verder is opgelopen. De huurachterstand bedroeg toen Maasdelta op 17 juni 2020 haar akte nam, berekend tot en met juni 2020, immers meer dan zeven maanden.

4.4.

De door Actkon q.q. aangevoerde persoonlijke omstandigheden, hoe vervelend deze voor [naam gedaagde] ook zijn, leiden tegen de achtergrond van het voorgaande niet tot de conclusie dat ontbinding niet gerechtvaardigd is. Het feit dat de ziektewetuitkering van [naam gedaagde] is stopgezet gedurende zijn periode van detentie komt voor rekening en risico van Actkon q.q. Betalingsonmacht is voorts een omstandigheid, die niet aan Maasdelta als verhuurder kan worden tegengeworpen. Hetzelfde geldt voor de gestelde ziekelijke stoornissen, waar [naam gedaagde] aan lijdt. Hoe moeilijk de (kwetsbare) positie van [naam gedaagde] ook is, deze leidt evenmin tot een ander oordeel, nu deze positie hem niet bevrijdt van zijn betalingsverplichtingen ten opzichte van Maasdelta.

4.5.

De kantonrechter is van oordeel dat de door Actkon q.q. aangevoerde omstandigheden niet dermate zwaarwegend zijn dat het woonbelang van Actkon q.q. dient te prevaleren boven het belang van Maasdelta bij een huurder die zich houdt aan alle huurdersverplichtingen. Te minder daar Actkon q.q. de huurachterstand sinds de dag der dagvaarding heeft laten toenemen van ruim vijf naar meer dan zeven maanden.

4.6.

Naar het oordeel van de kantonrechter rechtvaardigt de hoogte van de huurachterstand in deze omstandigheden de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Dit onderdeel van de vordering zal dan ook worden toegewezen. De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen.

4.7.

Actkon q.q. heeft aangeboden de achterstand middels een betalingsregeling af te lossen, zodat de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde voorwaardelijk kan worden toegewezen. In dat kader heeft Actkon q.q. aangevoerd dat € 50,00 het maximale bedrag is, dat Actkon q.q. per maand kan aflossen. Maasdelta is daarmee niet akkoord gegaan en heeft gesteld slechts genoegen te kunnen nemen met een veelvoud van dat bedrag. Partijen zijn derhalve niet met elkaar tot overeenstemming gekomen. De kantonrechter is in dat geval, gelet op hetgeen bepaald is in artikel 6:29 BW , niet gerechtigd om een betalingsregeling vast te stellen zonder toestemming van Maasdelta, welke toestemming in deze procedure niet is gegeven. Het staat Actkon q.q. vrij om na het wijzen van dit vonnis zich opnieuw tot Maasdelta te wenden om op basis van dit vonnis te proberen alsnog een betalingsregeling af te spreken.

4.8.

De gevorderde verschenen rente van € 1,04 wordt - als onweersproken en op de wet gegrond - toegewezen. De gevorderde wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding wordt ook toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.

4.9.

Maasdelta maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu niet gebleken is van een kosteloze aanmaning conform de eisen van artikel 6:96, zesde lid BW . Weliswaar is Actkon q.q. bij exploot van dagvaarding, dat op 9 december 2019 aan Actkon q.q. is betekend, de mogelijkheid geboden om binnen 14 dagen vanaf de dag nadat het exploot is betekend, de hoofdsom en rente te voldoen, doch niet is gebleken dat daarbij aan Actkon q.q. duidelijk is aangezegd dat zij in geval van tijdige nakoming, geen proceskosten, waaronder explootkosten, verschuldigd is.

De informatie in het exploot is immers tegenstrijdig en verwarrend voor Actkon q.q., aangezien uit de informatie op pagina 2 afgeleid zou kunnen worden dat Actkon q.q. naast de hoofdsom en rente van in totaal € 3.849,95 geen kosten verschuldigd is bij betaling binnen 14 dagen vanaf de dag nadat het exploot is betekend, terwijl op pagina 8 van het exploot onder het kopje “U bent het met de vordering eens” allerlei kosten in rekening worden gebracht. Gezien die verwarrende en misleidende informatie is de kantonrechter van oordeel dat het sommatie-exploot niet voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW , zodat de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen dienen te worden.

4.10.

Actkon q.q. zal, als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van Maasdelta worden veroordeeld.

5. De beslissing

De kantonrechter:

ontbindt de bovengenoemde huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt Actkon q.q. om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege Actkon q.q. daar bevinden en het gehuurde onder overgave van de sleutels ter beschikking van Maasdelta te stellen;

veroordeelt Actkon q.q. om aan Maasdelta te betalen € 4.913,35 aan achterstallige huur, berekend tot en met de maand juni 2020, en € 1,04 aan tot 9 december 2019 verschenen rente, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over het saldo dat aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens na elke credit- en debetmutatie heeft uitgestaan, vanaf 9 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;

veroordeelt Actkon q.q. om aan Maasdelta te betalen € 669,78 - of zoveel hoger als bij wettelijke huurverhoging is toegestaan - per maand met ingang van de maand juli 2020 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt;

veroordeelt Actkon q.q. in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Maasdelta vastgesteld op € 600,06 aan verschotten (waarvan € 499,00 aan griffierecht en

€ 101,06 aan dagvaardingskosten) en € 600,00 (2,5 punt) aan salaris voor de gemachtigde;

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

44487


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature