Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Zorgmachtiging, artikel 6:4 Wvggz.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie

Zaak-/rekestnummer: C/10/596030 / FA RK 20-3181

Betrokkenenummer: [nummer]

Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 11 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)

op verzoek van:

de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,

met betrekking tot:

[naam betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,

hierna: betrokkene,

wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,

thans verblijvende in Parnassia Groep, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,

advocaat mr. H. Vrijhof te Rotterdam.

1. Procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 6 mei 2020.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 24 april 2020;

 de zorgkaart van 24 april 2020 met bijlagen;

 het zorgplan van 26 maart 2020 met bijlagen;

 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;

 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz, en

 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.

1.2.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 mei 2020.

Bij die gelegenheid zijn conform artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:

 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;

 [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Parnassia Groep.

1.3.

De officier is niet telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2. Beoordeling

2.1.

Criteria zorgmachtiging

2.1.1.

De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend. Indien het gedrag van een persoon als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor een persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van een persoon te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.

2.1.2.

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.

2.1.3.

Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is de afgelopen jaren meerdere keren gedwongen opgenomen geweest. De periode voor de huidige opname is betrokkene psychotisch gedecompenseerd en had hij paranoïde wanen. Zo was hij bang om vergiftigd te worden, dacht hij dat zijn familie van hem steelt en zou hij worden afgeluisterd. Vanuit zijn paranoïde overtuigingen zorgde hij voor overlast in de thuissituatie, waardoor hij zijn woning uitgezet dreigde te worden. Gedurende de opname is betrokkene opnieuw ingesteld op medicatie. Hierdoor gaat het nu wat beter met hem en lukt het om een gesprek met hem te voeren, aldus de psychiater tijdens de zitting. Wanneer betrokkene verder gestabiliseerd is kan hij terug naar zijn eigen woning of een beschermde woonvoorziening met ambulante hulp van het FACT-team.

2.2.

Verplichte zorg

2.2.1.

Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.

2.2.2.

Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.

Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft een verminderd ziektebesef, waardoor hij weinig intrinsieke motivatie heeft om de behandeling te continueren. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:

 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis;

 het beperken van de bewegingsvrijheid;

 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, en

 het opnemen in een accommodatie.

De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.

2.2.3.

Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.

2.2.4.

Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3. Beslissing

De rechtbank:

3.1.

verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;

3.2.

bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;

3.3.

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 november 2020.

Deze beschikking is op 11 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 19 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature