U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Beëindiging gezag twee minderjarigen. Verzoek omgang aangehouden.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd

zaakgegevens: C/10/588313 / JE RK 19-3829 en C/10/571359 / JE RK 19-1035

datum uitspraak: 30 januari 2020

beschikking beëindiging van het ouderlijk gezag

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,

en

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,

betreffende

[naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2011 te [geboorteplaats minderjarige 1] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2015 te [geboorteplaats minderjarige 2] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .

De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

de familie [naam pleegouders] ,

hierna te noemen de pleegouders, wonende te [woonplaats pleegouders] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 30 juli 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;

- de bereidverklaringen van de GI van 7 augustus 2019;

- de briefrapportage van de GI van 29 november 2019, ingekomen bij de griffie op 3 december 2019;

- het verzoek met bijlagen van de Raad van 18 december 2019, ingekomen bij de griffie op 19 december 2019;

- de fax met bijlagen van mr. Schwab van 29 januari 2020, ingekomen bij de griffie op 29 januari 2020;

- de pleitnota van mr. Schwab, ter zitting overgelegd.

Op 30 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord zijn:

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. H.M. Schwab,

- de pleegouders,

- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,

- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 2] ,

De rechtbank heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam begeleider 1] en mw. [naam begeleider 2] , begeleiders van de moeder van Antes Bouwman.

Opgeroepen en niet verschenen is: de familie [naam] , als informant inzake [voornaam minderjarige 1] .

Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Tsjechische taal, heeft de rechtbank het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van dhr. P. Hora, tolk in de Tsjechische taal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet be ëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de moeder.

Sinds 19 juli 2018 verblijft [voornaam minderjarige 2] in het huidige, perspectief biedende pleeggezin. Sinds oktober 2019 verblijft [voornaam minderjarige 1] , samen met [voornaam minderjarige 2] , in dit ook voor hem perspectief biedende pleeggezin.

Sinds 14 augustus 2018 zijn [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] met een machtiging van de kinderrechter uit huis geplaatst. De machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is op 30 juli 2019 verlengd tot 14 februari 2020.

De GI heeft zich bij brief van 7 augustus 2019 bereid verklaard om de voogdij over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te aanvaarden.

Het verzoek van de Raad

De Raad heeft verzocht het gezag van de moeder te beëindigen en heeft geadviseerd de GI tot voogdes over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te benoemen.

De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De moeder heeft een belast verleden waarin sprake is geweest van huiselijk geweld en alcoholmisbruik. Het seksueel misbruik van [voornaam minderjarige 2] wordt door de moeder ontkend. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] zouden in het verleden door de moeder zijn geslagen en verwaarloosd. Hulpverlening is al sinds 2014 in beeld en in 2018 is de hulp geïntensiveerd. Toch heeft de moeder voor hen geen veilig en stabiel opvoedklimaat kunnen bewerkstelligen. De moeder heeft beperkt inzicht in wat de kinderen nodig hebben. Omdat het perspectief van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] niet meer bij de moeder ligt, is een gezagsbeëindiging noodzakelijk. De kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en structuur. Tevens dient voor hen en hulpverlening te worden ingezet.

Het verzoek van de GI

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar. De periode tot 14 mei 2020 resteert.

De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd, voor het geval het verzoek van de Raad zou worden afgewezen. Daarnaast heeft de GI zich aangesloten bij het verzoek van de Raad. Het is voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] heel belangrijk dat zij duidelijkheid krijgen over waar zij verder zullen opgroeien. Uit de begeleide bezoeken volgt dat de moeder de kinderen onnodig belast met volwassen zaken. Dit brengt onrust met zich. De moeder laat recent een stijgende lijn zien, maar zij blijft het moeilijk vinden om aan te sluiten bij de behoeften van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] . De moeder bagatelliseert de zorgen. Het seksueel misbruik van [voornaam minderjarige 2] is niet negatief van invloed geweest op het verstrijken van de aanvaardbare termijn en de opvoedvaardigheden van de moeder. In de periode dat het perspectief van de kinderen nog niet duidelijk was en een thuisplaatsing nog tot de mogelijkheden behoorde, heeft de moeder onvoldoende vooruitgang laten zien. Voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is hulpverlening en traumabehandeling noodzakelijk. Dit wordt door de moeder niet erkend.

Het standpunt van de moeder, tevens inhoudende een zelfstandig verzoek

Door en namens de moeder is verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De moeder ziet de noodzaak van hulpverlening voor haar alcoholproblematiek in, zodat zij haar kinderen een veilige en stabiele opvoedomgeving kan bieden. Daarbij komt dat de moeder al geruime tijd abstinent is. In oktober 2018 is ten aanzien van [voornaam minderjarige 2] gestart met een terugplaatsingstraject. Dit traject is 12 december 2018 gestaakt vanwege een melding van seksueel misbruik bij [voornaam minderjarige 2] door een buurman. De omgangsregeling met de moeder wordt sterk beperkt. De verdenking van het misbruik wordt naast de betreffende buurman ook door meerdere buurvrouwen en door de moeder betwist. Het OM heeft geconcludeerd dat de buurman ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Er is geen sprake van een sepot. Ondanks dat de verdenking niet jegens de moeder is gericht, is hierdoor toch een abrupt einde gekomen aan het terugplaatsingstraject van [voornaam minderjarige 2] en is de omgang beperkt. Dit terwijl de moeder haar volste medewerking verleende. De GI heeft geen enkele serieuze inspanning geleverd om te werken aan een terugplaatsing. De aanvaardbare termijn van de kinderen is overschreden zonder dat de moeder daar enige invloed op heeft gehad. De moeder is in staat de best mogelijke zorg voor haar kinderen te bieden en ze optimaal te laten ontwikkelen. [voornaam minderjarige 1] geeft zelf aan dat hij naar huis wil. Het verzoek van de Raad dient te worden afgewezen.

Door en namens de moeder is verzocht een omgangsregeling vast te stellen waarbij de kinderen op woensdagmiddag en in het weekend bij haar thuis zijn. Dit verzoek is bij beschikking van 30 juli 2019 aangehouden tot de zitting van vandaag.

Het standpunt van de pleegouders

De pleegouders merken dat vooral [voornaam minderjarige 1] duidelijkheid over de toekomst nodig heeft. Hij moet snel geholpen worden bij de verwerking van zijn trauma. De pleegouders zien dat hij veel om zijn moeder geeft. [voornaam minderjarige 2] heeft hulp nodig, gericht op de hechting. Het contact tussen de moeder en de kinderen is heel belangrijk. Zij is de moeder en zal het altijd blijven.

De beoordeling

De rechtbank overweegt, dat zij op grond van artikel 1:266, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) het gezag van een ouder kan beëindigen, indien

a. een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247, tweede lid, BW te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of

b. de ouder het gezag misbruikt.

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 1] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. [voornaam minderjarige 2] heeft een achterstand in de spraak- en taalontwikkeling en laat gevoelens van onzekerheid en onveiligheid zien. Hij is, meer dan leeftijdsgenootjes, gebaat bij een voorspelbare omgeving. [voornaam minderjarige 1] heeft geruime tijd in de zorgrol gezeten en heeft zich verantwoordelijk opgesteld naar [voornaam minderjarige 2] , wat niet passend is bij zijn leeftijd. De moeder heeft een belast verleden en persoonlijke problematiek. Als gevolg van haar persoonlijke problematiek, waaronder een jarenlange alcoholverslaving, is de moeder onvoldoende beschikbaar geweest voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] en is zij onvoldoende in staat geweest hun een voldoende stabiele en veilige opvoedsituatie te bieden en aan te sluiten bij hun opvoedbehoeftes. In de thuissituatie waren er zorgen met betrekking tot verwaarlozing van de kinderen en huiselijk geweld. De moeder is voor haar alcoholverslaving meerdere keren gedwongen opgenomen geweest. De moeder ziet onvoldoende in wat de gevolgen van haar alcoholproblematiek zijn voor de kinderen.

Nadat de moeder op 23 mei 2018 gedwongen werd opgenomen bij Antes, zijn de kinderen met spoed uit huis geplaatst. Sindsdien verblijven zij niet meer thuis. [voornaam minderjarige 1] is eerder in de periode van juni 2014 tot september 2016 uit huis geplaatst geweest. De kinderen hebben, gescheiden van elkaar, in meerdere pleeggezinnen verbleven. Na de herfstvakantie van 2019 is [voornaam minderjarige 1] overgeplaatst naar hetzelfde (perspectief biedende) pleeggezin van [voornaam minderjarige 2] , waardoor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] weer herenigd zijn. Hieruit volgt dat [voornaam minderjarige 1] , die pas 8 jaar oud is, al twee langdurige uithuisplaatsingen heeft moeten meemaken. [voornaam minderjarige 2] verblijft al een groot deel van zijn jonge leven bij het huidige pleeggezin. Sinds het najaar van vorig jaar zijn de broers met elkaar herenigd in het huidige pleeggezin.

De rechtbank is van oordeel dat de aanvaardbare termijn waarin de kinderen in onzekerheid kunnen blijven over waar zij verder zullen opgroeien, voor zowel [voornaam minderjarige 1] als [voornaam minderjarige 2] is verstreken. De moeder heeft dit ook niet betwist. Zij stelt echter dat het niet aan haar te wijten is dat die termijn verstreken is.

De rechtbank stelt vast dat de moeder recent een positieve ontwikkeling laat zien. Echter, gezien haar verleden blijft er voorlopig een risico bestaan op terugval. De kinderen hebben, gezien hun problematiek, beiden extra zorg en aandacht nodig van hun opvoeders en stabiliteit binnen de opvoeding. De pleegouders kunnen hun dit bieden, en doen dat al geruime tijd. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat beide kinderen dringend behoefte hebben aan duidelijkheid over hun perspectief, zodat hulpverlening zo effectief mogelijk kan zijn. Aangezien de aanvaardbare termijn voor beide kinderen is verstreken, is het in hun belang noodzakelijk het perspectief definitief te bepalen. De rechtbank zal daarom het verzoek van de Raad toewijzen.

De rechtbank is van oordeel dat aan het criterium van artikel 1:266, eerste lid, sub a BW is voldaan en zal het verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder toewijzen.

Daarbij wordt benadrukt, zoals ook de pleegouders uitdrukkelijk benoemd hebben, dat een goed en regelmatig contact met de moeder in het belang is van de (identiteits)ontwikkeling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] . De Raad heeft ook geconstateerd dat de kinderen blij zijn hun moeder te zien. De Raad heeft kenbaar gemaakt dat op korte termijn bekeken moet worden of een verruiming van de omgangscontacten met de moeder mogelijk is.

Omdat de beëindiging van het gezag van de moeder ertoe zal leiden, dat een gezagsvoorziening over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] komt te ontbreken, dient de rechtbank op grond van artikel 1:275, eerste lid BW een voogd over hen te benoemen. In dat verband overweegt de rechtbank als volgt. De voorgestelde voogdes heeft zich bereid verklaard de voogdij op zich te nemen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de GI moet worden belast met de voogdij.

Op grond van het bepaalde in artikel 1:276 lid 1 BW wordt de moeder als ouder waarvan het gezag wordt beëindigd, veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording aan haar opvolger in het bewind, ervan uitgaande dat zij het bewind voerde over het vermogen van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] .

Aangezien het gezag van de moeder wordt beëindigd heeft het verzoek van de GI om de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de beide kinderen te verlengen geen relevantie meer. De verzoeken van de GI zullen daarom worden afgewezen.

Ten aanzien van het verzoek van de moeder om een omgangsregeling vast te stellen overweegt de rechtbank als volgt. Met de beëindiging van het gezag van de moeder is een nieuwe situatie ontstaan. De komende periode is het van belang dat de situatie stabiliseert waarbij in overleg met de moeder, de pleegouders en de GI opnieuw gekeken wordt naar een omgangsregeling op de lange termijn die het meest in het belang is van de kinderen. Het verzoek van de moeder zal daarom worden aangehouden. De rechtbank verzoekt de (advocaat van de) moeder uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen pro forma datum te laten weten of zij het verzoek handhaaft en aan te geven wat de laatste stand van zaken is, waarna al dan niet een nieuwe zitting zal worden gepland.

De beslissing

De rechtbank:

beëindigt het ouderlijk gezag van [naam moeder] , geboren op [geboortedatum moeder] te [geboorteplaats moeder] ( [geboorteland moeder] ), over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ;

benoemt tot voogdes over genoemde minderjarigen de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam;

veroordeelt de moeder aan de voogdes rekening en verantwoording van het gevoerde bewind over het vermogen van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te doen;

verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;

wijst de verzoeken van de GI af, voor zover daarop niet eerder is beslist;

pro forma

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing op het verzoek van de moeder aan tot 1 juni 2020 pro forma;

bepaalt dat de GI en de belanghebbende op de genoemde pro forma datum niet ter zitting hoeven te verschijnen;

verzoekt de (advocaat van de) moeder uiterlijk twee weken voor de genoemde pro forma datum de rechtbank te laten weten of zij het verzoek handhaaft.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2020 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.

De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 maart 2020.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshofDen Haag.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature