U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Mensensmokkel van 21 personen in een verborgen ruimte in een vrachtwagen. De verdachte was de chauffeur van de vrachtwagen die heeft ontkend dat hij op de hoogte was van de personen in de vrachtwagen. Bewezen verklaard is dat de verdachte handelde uit winstbejag en dat er levensgevaar bestond voor de personen in de vrachtwagen. Opgelegd is een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/754504-19

Datum uitspraak: 22 januari 2020

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] (Roemenië) op [geboortedatum verdachte] ,

niet ingeschreven in de basisregistratie personen;

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,

raadsman mr. S.A. Chedie, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 januari 2020.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van het gedeelte waar het ten laste gelegde ziet op België;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar met aftrek van voorarrest.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Bewijswaardering

4.1.1.

Standpunt verdediging

Door de verdediging is bepleit dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel, hij dient daarvan te worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en uitgebreid verklaringen heeft afgelegd. Hij heeft via een vriend in Engeland een klus geaccepteerd om meubels op te halen in België en die terug te brengen naar Engeland. Hij is zich op geen enkel moment bewust geweest van vreemdelingen in de vrachtwagen en hij hoefde die aanwezigheid ook niet te vermoeden.

4.1.2.

Beoordeling

Op 12 mei 2019 heeft de verdachte als bestuurder van een vrachtwagen een ticket voor de overtocht met de Stena Line ferry van Hoek van Holland naar Harwich, Groot-Brittannië contant afgerekend. De portier van Stena Line vond deze contante betaling verdacht en heeft dat gemeld aan de marechaussee die de vrachtwagen aan een uitreiscontrole heeft onderworpen. Bij die controle viel op dat er aan de buitenkant van de vrachtauto drie grote zilverkleurige kruiskopschroeven verticaal onder elkaar zichtbaar waren. Aan de andere kant van de laadruimte waren die schroeven ook zichtbaar. De laadruimte zelf leek leeg te zijn, maar de diepte van de binnenzijde van die laadruimte was aanzienlijk korter dan dat de laadruimte aan de buitenkant lang was. In de laadruimte was zichtbaar dat de achterwand met een nieuwe verflaag en dezelfde soort kruiskop schroeven was afgewerkt. Het onderste paneel was afgesloten met vier vleugelmoeren. Daarachter bleek een verborgen ruimte gecreëerd waarin eenentwintig personen met de Afghaanse nationaliteit werden aangetroffen. Onder hen bevonden zich vijf minderjarigen en een zwangere vrouw.

De rechtbank stelt voorop dat de omstandigheid dat de chauffeur van een vrachtwagen vreemdelingen in zijn lading aanwezig heeft, in beginsel wijst op betrokkenheid en wetenschap van de chauffeur bij het vervoer van deze vreemdelingen. Dat kan anders zijn indien de chauffeur daarvoor een andersluidende plausibele en verifieerbare verklaring geeft. Onder deze omstandigheden mag derhalve van de verdachte worden verlangd dat hij inzicht geeft in zijn reisbewegingen, handelingen en de gang van zaken rond het transport.

Verklaring van de verdachte

De verdachte heeft vanaf zijn aanhouding verklaard dat hij niet wist dat er zich mensen in de vrachtwagen bevonden. Hij heeft verklaard dat hij in Engeland verbleef bij een vriend van hem, [naam 1] . Een kennis van [naam 1] , [naam 2] , had weer een kennis in Londen die [naam 3] heet. [naam 3] en [naam 2] zochten iemand om meubels te vervoeren van Brussel naar Londen. De verdachte heeft deze klus aangenomen. Hij is vrachtwagenchauffeur en zou 400 pond verdienen met de klus. Na de overtocht met de ferry naar Frankrijk heeft de verdachte telefonisch contact onderhouden met [naam 2] . De verdachte kreeg opdracht om naar een parkeerplaats bij Brussel te rijden en kreeg toen van [naam 2] te horen dat hij in de richting van Gent moest rijden. Bij een hotel in Aalst heeft hij uiteindelijk geparkeerd. Hij heeft die nacht in de vrachtwagen geslapen. De volgende dag, op zaterdag 11 mei is er iemand geld komen brengen zodat de verdachte eten en een hotelkamer kon betalen. Op zondag 12 mei is de verdachte opgehaald door personen die in een groene auto reden. Hij is achter die auto aangereden. In Nederland is hij gestopt op de parkeerplaats Sandelingen-Oost naast de A16. Daar heeft hij koffie gedronken en heeft hij gewacht op de mensen in de groene auto. Later is hij de groene auto gevolgd naar een parkeerplaats in Zwijndrecht. [naam 2] had de verdachte telefonisch verteld dat ze daar meubels zouden komen brengen. Ter zitting heeft de verdachte zijn verklaring in die zin aangepast dat hij van Sandelingen-Oost achter een donkerblauwe bus is aangereden. Hij zag niet wie hierin reden, maar zag dat hij door de inzittenden werd gewenkt om hen te volgen. De verdachte heeft verklaard dat hij tijdens die stop in Zwijndrecht weer koffie is gaan drinken. Nu samen met één van de jongens die in de begeleidende auto reed. Hij heeft ter zitting verklaard dat hij direct na aankomst met de jongen koffie is gaan drinken en dat dit ruim een uur zou hebben geduurd. Toen hij terugkwam van het koffiedrinken heeft hij gecontroleerd of de meubels waren geladen. De laadruimte van de vrachtwagen bleek echter leeg te zijn. Nadat hem werd verteld dat hij weer terug naar Londen moest rijden, is hij opnieuw de groene auto gevolgd, nu naar Hoek van Holland.

Onderzoeksresultaten

De politie heeft onderzoek gedaan aan de hand van de tachograafschijf in de vrachtwagen, het TomTom navigatiesysteem, gegevens uit het Automatic Number Plate Recognition (ANPR) systeem en camerabeelden. Daaruit blijkt dat de verdachte inderdaad meerdere stops heeft gemaakt. De stop op de parkeerplaats Sandelingen Oost langs de A16 had een duur van één uur en tweeëntwintig minuten. De daaropvolgende stop in Zwijndrecht duurde drie uur en eenentwintig minuten.

De rechtbank oordeelt dat de verklaring van de verdachte niet sluitend is en dat hij onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn handelingen en de gang van zaken tijdens het transport. Ook heeft de verdachte meerdere malen zijn verklaring op meerdere essentiële punten gewijzigd. De verdachte heeft met betrekking tot zijn stop in Zwijdrecht verklaard dat hij ruim een uur koffie is gaan drinken met een andere jongen. Uit de gegevens in het dossier blijkt dat die stop ruim drie uur heeft geduurd. Over de resterende tijd heeft de verdachte niet verklaard.

De rechtbank heeft daarbij meegewogen dat uit het dossier blijkt dat de vreemdelingen waarschijnlijk tijdens die stop in de vrachtwagen zijn geklommen. De historische verkeersgegevens van de telefoonnummers die door de vreemdelingen in hun mobiele telefoons werden gebruikt, zijn onderzocht. Uit de tijdstippen waarop de telefoons de masten bij Zundert, Breda en Dordrecht zijn gepasseerd, concludeert de politie dat de vreemdelingen in ieder geval tot aan Zwijndrecht niet samen hebben gereisd met de verdachte. Tevens is uit onderzoek naar die gegevens gebleken dat één van de vreemdelingen niet eerder dan om 18:09 uur op de Molenvliet in Zwijndrecht aanwezig kan zijn geweest. De vrachtwagen is rond 18:12 uur vertrokken vanaf dat punt. Op basis van die gegevens kan worden geconcludeerd dat er slechts enkele minuten tussen de aankomst van de laatste vreemdeling bij de vrachtwagen en het vertrek uit Zwijndrecht heeft gezeten. Ook over het moment van vertrek heeft de verdachte wisselend verklaard. Hij heeft in eerste instantie verklaard dat hij terugkwam van het koffiedrinken en direct is vertrokken, terwijl hij later - geconfronteerd met onderzoeksresultaten naar zijn belgegevens - heeft verklaard dat hij nog in de cabine heeft gerust en beweging in zijn vrachtwagen heeft gevoeld.

Van het aanvankelijke doel van de reis, het ophalen van meubels, is in het geheel niet gebleken. De verdachte zou die meubels eerst in Brussel moeten ophalen, maar een ophaaladres of andere specifieke gegevens over die meubels zijn niet bekend geworden. Later werd de verdachte in de richting van Gent gedirigeerd om daarna achtereenvolgens een nacht in de vrachtwagen en een nacht in een hotel door te brengen. Uiteindelijk zouden de meubels naar een straat binnen de bebouwde kom van Zwijndrecht worden gebracht, maar ze zijn daar nooit aangekomen.

Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat het door de verdachte aangevoerde alternatieve scenario onvoldoende aannemelijk is gemaakt en gaat zij ervan uit dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de vreemdelingen in de vrachtwagen en dat het – met zijn medeweten en toestemming – de bedoeling was dat zij door hem naar Engeland zouden worden vervoerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. Omdat de vluchtelingen in Nederland in de vrachtwagen zijn geklommen is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte ook behulpzaam is geweest bij de toegang tot, de doorreis door of het verblijf in België. De verdachte zal van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

Winstbejag

De rechtbank acht eveneens bewezen dat de verdachte uit winstbejag heeft gehandeld. Van winstbejag is sprake indien het handelen van de dader is ingegeven door een gerichtheid op verrijking, waarbij het niet noodzakelijk hoeft te gaan om een op geld waardeerbaar voordeel en evenmin bepalend is of het beoogde voordeel daadwerkelijk is behaald. Voldoende is dat de dader op verrijking uit is geweest. De term winstbejag strekt er toe om handelen met zuiver ideële motieven uit de werkingssfeer van artikel 197a lid 2 van het Wetboek van Strafrecht te houden.

De vreemdelingen hebben verklaard dat hun familieleden geld zouden moeten betalen aan smokkelaars bij een geslaagde overtocht. Nu daarnaast van ideële motieven aan de zijde van de verdachte niet is gebleken en ook op basis van zijn eigen verklaringen vast staat dat hij werd betaald voor zijn diensten, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte uit winstbejag heeft gehandeld.

Begaan in de uitoefening van zijn beroep

De verdachte heeft verklaard dat hij werkzaam is als chauffeur. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat deze strafverzwarende omstandigheid kan worden bewezen. Dat de verdachte geen vaste aanstelling heeft, doet daaraan niet af.

Medeplegen

Voor medeplegen is vereist dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking van twee of meer deelnemers aan een delict waarbij de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. De rechtbank stelt vast dat de verdachte met meerdere personen heeft samengewerkt. Hij heeft voor de reis contact gehad met [naam 2] en [naam 3] , hij heeft tijdens zijn reis steeds telefonisch contact onderhouden met [naam 2] en hij is op 12 mei 2019 gedurende langere tijd samen met de personen in de groene Renault Espace opgetrokken.

Levensgevaar

De achterzijde van de laadruimte van de vrachtwagen was voorzien van een dubbele wand. Achter die dubbele wand was een verborgen ruimte van ongeveer 230 centimeter breed, 112 centimeter diep en 241 centimeter hoog gecreëerd. In de verborgen ruimte was een metalen frame vastgeschroefd met daarop een houten plaat. Door die constructie werd de verborgen ruimte in twee delen verdeeld. De wanden van de verborgen ruimte waren voorzien van aluminiumfolie. De verborgen ruimte was alleen vanaf de buitenkant te openen. De mensen die in de verborgen ruimte zaten konden daar niet zonder hulp van buitenaf uit.

Onderzoeksorganisatie TNO heeft deskundigenonderzoek uitgevoerd naar de verborgen ruimte in de vrachtwagen. Vastgesteld is dat er, afgezien van een spleet tussen het dak en het afscheidingsschot en een opening in de wand linksachterin de ruimte, geen ventilatieopeningen in de verborgen ruimte zaten. Op basis van modelberekeningen heeft TNO geconcludeerd dat er na één tot zeven uur een levensbedreigende situatie zou ontstaan door een gebrek aan zuurstof en verhoogde koolstofdioxideconcentratie voor de eenentwintig personen die zich in de verborgen ruimte bevonden. Gevoelige personen zoals ouderen, kinderen of zwangeren zouden mogelijk eerder problemen krijgen.

De verdediging heeft bepleit dat de conclusies van TNO niet juist kunnen zijn omdat de vreemdelingen hebben verklaard dat zij al zeker acht tot negen uur in de verborgen ruimte hadden gezeten. Gelet op de bevindingen op basis waarvan is vastgesteld dat de vluchtelingen in Zwijndrecht in de vrachtwagen zijn gestapt, kan dat verweer niet slagen. Deze personen zijn immers rond 18.12 uur vertrokken vanaf Zwijndrecht en aangetroffen in Hoek van Holland om 20.30 uur, zodat zij ongeveer 2 uur en 20 minuten in de vrachtwagen aanwezig zijn geweest.

De marechaussee heeft berekend dat de personen, uitgaande van een instap in Zwijndrecht, tot aan de aankomst in Harwich minimaal twaalf uur in de verborgen ruimte zouden hebben gezeten als zij niet waren aangetroffen door de marechaussee. Dit overschrijdt de door TNO berekende tijdsduur van maximaal 7 uur in aanzienlijke mate. Gelet op deze bevindingen is de rechtbank van oordeel dat ook de strafverzwarende omstandigheid dat sprake was van levensgevaar kan worden bewezen.

4.1.3.

Conclusie

Bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hierna bewezen wordt verklaard.

4.2.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

hij, op 12 mei 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, als vrachtwagenchauffeur, 21 personen met de Afghaanse nationaliteit (waaronder een zwangere vrouw), - behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en

- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door

- een vrachtwagen (met kenteken [kentekennummer] ) te besturen en- bovengenoemde personen in (een verborgen ruimte in het laadruim van) genoemde vrachtwagen te vervoeren door Nederland richting Hoek van Holland om vervolgens de boot naar Groot-Brittanië te nemen, en

- een ticket aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië

en (aldus) de doorreis en het transport en toegang door/naar en het verblijf in Nederland en Groot-Brittannië gefaciliteerd en/of gecoördineerd, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders, wisten dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was, en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep (als vrachtwagenchauffeur), en terwijl daarvan levensgevaar voor bovengenoemde personen van Afghaanse, afkomst te duchten

was.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5 Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:

de eendaadse samenloop van

mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd,

en

terwijl het feit wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep,

en

terwijl van het feit levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd,

en

een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, en die ander daartoe gelegenheid en middelen verschaffen, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feit waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de mensensmokkel van eenentwintig personen, door hen vanuit Nederland in een verborgen ruimte van een vrachtwagen te vervoeren met als bestemming Groot-Brittannië. De personen zaten op een mensonterende wijze samengepakt in een zeer kleine verborgen ruimte die in de laadruimte van de vrachtauto was gecreeerd. Onder hen bevonden zich vijf minderjarigen en een zwangere vrouw die een dag later een miskraam heeft gehad. Er waren geen ventilatieopeningen aangebracht, de personen hadden nagenoeg geen beschikking over drinkwater of eten en de ruimte was niet van de binnenzijde te openen. Uit het onderzoek van TNO volgt dat de 21 personen in de verborgen ruimte, waaronder kinderen en een zwangere vrouw, de reis waarschijnlijk niet zouden hebben overleefd. Dat deze mensensmokkel geen ernstigere gevolgen heeft gehad, is slechts te danken aan het oplettende optreden van de portier van Stena Line en de marechaussee.

Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist, maar wordt ook bijgedragen aan een illegaal circuit. De handelswijze van de verdachte ondermijnt dit beleid en veroorzaakt onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook leiden dit soort feiten gemakkelijk tot vormen van uitbuiting en misbruik van kwetsbare personen.

De rechtbank verwijt de verdachte dat hij niet heeft stilgestaan bij het ontwrichtende karakter van mensensmokkel en evenmin bij de risico’s die de gesmokkelden tijdens het vervoer liepen.

7.3.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 december 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.

8 In beslag genomen voorwerpen

Aan dit vonnis is als bijlage een lijst gehecht van de in beslag genomen voorwerpen, waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd.

8.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen vrachtauto verbeurd te verklaren.

8.2.

Standpunt verdediging

De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.

8.3.

Beoordeling

De in beslag genomen vrachtauto zal worden verbeurd verklaard. Het bewezen feit is met behulp van dit voorwerp begaan.

Niet is kunnen worden vastgesteld aan wie dit voorwerp toebehoort. Degene aan wie het voorwerp toebehoort was bekend met het gebruik in verband met het strafbare feit dan wel had dat gebruik redelijkerwijs kunnen vermoeden.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 47, 55 en 197a van het Wetboek van Strafrecht .

10 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11 Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaar;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor het feit: het voorwerp dat op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd als 1.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. I.W.M. Laurijssens, voorzitter,

en mrs. D.F. Smulders en A.A. Kalk, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

hij, op of omstreeks 12 mei 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, en/of Aalst (België), althans een of meer plaatsen in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, als vrachtwagenchauffeur, een ander of anderen, te weten 21, althans een of meer, personen met de Afghaanse nationaliteit (waaronder een zwangere vrouw), althans van buitenlandse afkomst,

- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of

- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door - een vrachtwagen (met kenteken [kentekennummer] ) te besturen en/of

- bovengenoemde personen in (een verborgen ruimte in het laadruim van) genoemde vrachtwagen te vervoeren door België en/of Nederland richting Hoek van Holland om vervolgens de boot naar Groot-Brittanië te nemen, en/of

- een ticket aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië

en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf in België en/of Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen

had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was, en/of dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep (als vrachtwagenchauffeur), en/of terwijl daarvan levensgevaar voor een of meer ander(en), te weten bovengenoemde personen van Afghaanse, althans buitenlandse, afkomst te duchten

was.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature