U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Onderzoek Blanken. Reeks van gewelddadige berovingen door een groep jongeren en enkele meerderjarigen uit Rozenburg, waarbij de slachtoffers zijn gelokt via datingsites/apps.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team jeugd

Parketnummer: 10/711010-19

Datum uitspraak: 18 februari 2020

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] (Suriname),

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rijnmond, locatie De Schie, te Rotterdam,

raadsman mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 20 januari 2020 en 4 februari 2020.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Bewijswaardering feit 1

4.1.1.

Standpunt verdediging en officier van justitie

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is geweest van medeplegen, omdat er geen sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte is niet betrokken geweest bij de voorbereiding of een voorbespreking van de overval en de handelingen van de verdachte - het enkele vervoeren van de medeverdachten - kunnen niet als een bijdrage van voldoende gewicht worden aangemerkt. Evenmin is sprake van opzet van de verdachte op de woningoverval.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair ten laste gelegde, het medeplegen van een woningoverval met geweld, wettig en overtuigend bewezen kan worden. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten en geen sprake van een min of meer ondergeschikte, ondersteunende rol van de verdachte.

4.1.2.

Beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met (een) ander(en) gericht op het gezamenlijk uitvoeren van het delict.

Uit de feiten en omstandigheden voortkomend uit de bewijsmiddelen zoals die in bijlage II zijn uitgewerkt, blijkt kort gezegd dat alle verdachten een wezenlijke rol hebben gespeeld bij de beroving in de woning van de aangever. Zowel de medeverdachte [naam medeverdachte 1] als de getuige [naam getuige 1] - die dit van de medeverdachte [naam medeverdachte 2] heeft vernomen - verklaren immers dat de verdachte en de medeverdachten in de woning gezamenlijk de aangever hebben beroofd. Hoewel de aangever spreekt over drie daders, gaat de rechtbank ervan uit - zeker gelet op de situatie waarin de aangever verkeerde en gelet op de andere bewijsmiddelen waaruit blijkt dat ook de verdachte een rol heeft gespeeld bij de woningoverval - dat er wel degelijk een vierde persoon aanwezig is geweest in de woning: de verdachte. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in de zich in het zaaksdossier [naam slachtoffer 1] bevindende WhatsApp-gesprekken tussen de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte 1] , het afgeluisterde gesprek tussen de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte 3] en de getuigenverklaring van [naam getuige 2] (bewijsmiddelen 5, 6 en 7). Daarbij komt dat alle verdachten in deze zaak hebben verklaard dat zij gezamenlijk naar de woning van de aangever zijn gereden en ook gezamenlijk weer zijn weggegaan.

De rechtbank is op grond van het voorgaande en op grond van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten - die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering - is komen vast te staan. De bijdrage van de verdachte aan het onder 1 primair ten laste gelegde is naar het oordeel van de rechtbank wezenlijk en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee staat ook vast dat de verdachte het oogmerk had om de overval te plegen. De rechtbank acht het onder

1 primair ten laste gelegde medeplegen bewezen en ook de geweldshandelingen kunnen de verdachte worden toegerekend en kunnen bewezen worden verklaard.

4.1.3.

Conclusie

De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

4.2.

Bewijswaardering feit 2

4.2.1.

Standpunt verdediging en officier van justitie

De verdediging heeft primair integrale vrijspraak bepleit van het onder 2 ten laste gelegde, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte aanwezig is geweest bij het plegen van dit feit. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte enige bijdrage heeft geleverd aan dit feit, laat staan dat sprake is geweest van een zodanige wezenlijke bijdrage dan wel nauwe en bewuste samenwerking dat kan worden gesproken van medeplegen. Meer subsidiair heeft de verdediging zich ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde feit op het standpunt gesteld dat dit feit niet kan worden bewezen wegens het ontbreken van het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening, zodat het feit niet kan worden gekwalificeerd als diefstal. Ook ten aanzien van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde feit stelt de verdediging zich op het standpunt dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte enige wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de mishandeling.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 primair ten laste gelegde, het medeplegen van een diefstal van een scooter met geweld, wettig en overtuigend bewezen kan worden. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. Het afpakken van de scooter en ermee wegrijden is te kwalificeren als diefstal, ook al is de scooter niet meegenomen maar in de sloot gereden.

4.2.2.

Beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met (een) ander(en) gericht op het gezamenlijk uitvoeren van het delict.

Onder verwijzing naar de bewijsmiddelen zoals die in bijlage II zijn uitgewerkt overweegt de rechtbank over de betrokkenheid van de verdachte bij het onder 2 primair tenlastegelegde het volgende.

Uit de verklaringen van de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] is gebleken dat zij samen met de andere verdachten op 6 maart 2019 van plan waren om een veronderstelde pedofiel te beroven en daarom in de buurt waren van diens woning in Hellevoetsluis. Hoewel de verdachten niet vooraf het plan hadden om de aangever met geweld te beroven, is dit vervolgens wel gebeurd. Op het moment dat de aangever langs de verdachten liep en zag dat zij een peuk op de grond gooiden, sprak hij hen daarop aan. Hierna werd hij door meerdere personen geslagen, geschopt en tegen de grond gewerkt. Uit de broekzak van de aangever is zijn scootersleutel weggenomen en de verdachten hebben geprobeerd zijn portemonnee af te nemen. Vervolgens is de scooter van de aangever gepakt en in de sloot gereden. De verdachte heeft de medeverdachten niet tegen gehouden, maar zelfs de opdracht gegeven om de scooter in de sloot te rijden, zoals blijkt uit zowel de verklaring van de medeverdachte [naam medeverdachte 1] als uit de verklaring van de aangever.

Gelet op het feit dat de scooter (met sleutels) zonder toestemming buiten de macht van de aangever is gebracht - terwijl de aangever werd mishandeld door andere verdachten -, is reeds sprake van wederrechtelijke toe-eigening, zodat dit feit kan worden gekwalificeerd als diefstal met geweld.

De verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat de verdachten in Hellevoetsluis waren om naar een coffeeshop te gaan acht de rechtbank niet geloofwaardig, alleen al gelet op de eenduidige verklaringen van de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] dat zij daar ter plaatse waren om een pedofiel te beroven.

Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten

- die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering - is komen vast te staan. De bijdrage van de verdachte aan het onder 2 primair ten laste gelegde is naar het oordeel van de rechtbank wezenlijk en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het onder 2 primair ten laste gelegde medeplegen bewezen en kunnen ook de geweldshandelingen hem worden toegerekend en bewezen worden verklaard.

4.2.3.

Conclusie

De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

4.3.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3

De verdachte heeft het onder 3 ten laste gelegde bij de politie bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.

4.4.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.

De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:

1.

hij op 27 februari 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon en beeldscherm en paspoort en bankpas en sigaretten en aansteker, toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en/ bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die

diefstal voor te bereiden en/ gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/ aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het (meermalen)

- ( onverhoeds) betreden van de woning van die [naam slachtoffer 1] en- vastpakken en optillen en verplaatsen van die [naam slachtoffer 1] en

- tonen en op/ de keel van die [naam slachtoffer 1] plaatsen/drukken van een mes en- met tape vastbinden van de handen en benen/ van die [naam slachtoffer 1] en- plaatsen van tape over de mond van die [naam slachtoffer 1] en- slaan en stompen tegen het hoofd en lichaam van die [naam slachtoffer 1] (terwijl die [naam slachtoffer 1] gekneveld op de grond lag) en

- doorzoeken van de kleding en woning van die [naam slachtoffer 1] en- bovenop die [naam slachtoffer 1] gaan en blijven zitten en- zeggen tegen en roepen naar die [naam slachtoffer 1] :

* "We willen geld , Waar is die € 300?" en* "Waar is je pinpas?" en/* "Wat is pincode?” en

* "We willen geld. Als we geen geld vinden, maken we je dood!" en* "We komen terug!"

2.

hij op 06 maart 2019 te Hellevoetsluis tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter en sleutel(s), toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [naam slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken

welk geweld bestond uit het (meermalen)

- slaan en stompen tegen het hoofd en lichaam van die [naam slachtoffer 2] en/

- schoppen tegen het hoofd en lichaam van die [naam slachtoffer 2] nadat die [naam slachtoffer 2] op de grond viel en

- plaatsen van een arm om de keel van die [naam slachtoffer 2] en- doorzoeken van de kleding van die [naam slachtoffer 2] ;

3.

hij op of omstreeks 13 september 2018 te Rozenburg, gemeente Rotterdam vier velgen met banden, die aan een ander toebehoorden, te weten aan [naam slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5 Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1 primair.

Diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

2 primair.

Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

3.

Diefstal.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf en maatregel

7.1.

Algemene overweging

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd

Een groep jongeren en enkele meerderjarigen uit Rozenburg hebben begin 2019 in verschillende samenstellingen en op verschillende data een reeks gewelddadige berovingen gepleegd. Zij maakten via homodatingsites/apps met gebruik van nepprofielen afspraken met potentiële slachtoffers met als doel hen te beroven van geld en waardevolle spullen. De dadergroep heeft zich doelbewust gericht op kennelijk homoseksuele slachtoffers in de veronderstelling dat deze slachtoffers toch geen aangifte zouden doen.

Uit het onderzoek, door de politie betiteld als het onderzoek Blanken, komt naar voren - onder meer uit de verklaringen van de verdachten zelf en uit de uitgelezen WhatsApp gesprekken tussen verdachten - dat zich over een langere periode inderdaad meer incidenten hebben voorgedaan dan de verdenkingen die nu aan het oordeel van de rechtbank zijn voorgelegd. Mogelijk zijn daarbij nog meer (Rozenburgse) jongeren als daders en nog meer slachtoffers betrokken.

Op basis van het dossier is bij de rechtbank het beeld ontstaan dat onder een gedeelte van de jeugd in Rozenburg op enig moment als een lopend vuurtje rondging dat deze manier van “geld maken”, door een aantal verdachten ook wel “pedo racen” genoemd, dermate lucratief en risicoloos was, dat de dadergroep zich steeds verder uitbreidde. Meerdere verdachten hebben verklaard dat het op enig moment normaal was om op deze wijze (homoseksuele) mannen te beroven: “iedereen deed het”.

De werkwijze waarop - in ieder geval - in de periode tussen vrijdag 15 februari 2019 en zaterdag 9 maart 2019 de verdachten hebben toegeslagen in Rozenburg, Spijkenisse en Brielle was min of meer telkens dezelfde. Het slachtoffer dacht een afspraak te hebben voor een date en werd op de afgesproken plek opgewacht door een van de verdachten die als lokaas diende. Vervolgens werd het slachtoffer overvallen door meerdere verdachten. Ze bedreigden en/of mishandelden het slachtoffer en pakten telefoon en geld van het slachtoffer af. Bij een aantal slachtoffers hebben de verdachten plaatsgenomen in de auto om het slachtoffer vervolgens te dwingen naar een pinautomaat te rijden om geld te gaan pinnen. In twee gevallen zijn de verdachten ook in de woning van het slachtoffer geweest, waar de slachtoffers op grove wijze zijn beroofd, bedreigd en mishandeld.

De verdachte, destijds 44 jaar, is betrokken geweest bij één van de hiervoor omschreven berovingen. De verdachte en diens medeverdachten zijn rechtstreeks naar de woning van het slachtoffer [naam slachtoffer 1] gegaan. [naam slachtoffer 1] werd daar mishandeld en bedreigd met een mes, zijn woning werd doorzocht, er werden goederen meegenomen en hij is vastgebonden en gekneveld in hulpeloze toestand in zijn woning achtergelaten.

Verder hebben de verdachte en diens drie medeverdachten op 6 maart 2019 het slachtoffer [naam slachtoffer 2] geschopt en geslagen. Zij waren onderweg om wederom een via een datingsite door (een van) hen benaderd potentieel slachtoffer te beroven. Terwijl zij stonden te wachten of te overleggen kwam het slachtoffer [naam slachtoffer 2] , een toevallige voorbijganger, langs. Zij hebben hem met geweld van zijn scooter beroofd. [naam slachtoffer 2] liep verwondingen aan zijn hoofd op.

De verdachten in dit onderzoek hebben elkaar over en weer het initiatief, het leiderschap en de geweldshandelingen in de schoenen geschoven. De rechtbank concludeert dat de verdachte bij deze feiten zeker geen ondergeschikte rol heeft gehad. Daarnaast heeft beïnvloeding van de verdachten over en weer een belangrijke rol gespeeld.

Deze misdrijven zijn ernstig en hebben op de slachtoffers grote indruk gemaakt. Wat hen overkomen is, heeft - zoals onder meer blijkt uit de schriftelijke verklaring van het slachtoffer [naam slachtoffer 1] - veel pijn, verdriet en angst teweeg gebracht en heeft nog steeds grote gevolgen voor hun levens.

De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zich aan de berovingen mede schuldig heeft gemaakt, zonder zich te bekommeren om de gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers. De verdachte heeft puur uit geldelijk gewin dan wel uit sensatiezucht het feit ten aanzien van slachtoffer [naam slachtoffer 1] gepleegd en heeft samen met de medeverdachten een slachtoffer uitgekozen dat zich in een kwetsbare positie bevond. Bovendien meenden de verdachte en de medeverdachten dat zij min of meer het recht hadden om dit slachtoffer “een lesje te leren”.

Met zijn handelwijze heeft de verdachte ernstig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van de slachtoffers. Daarnaast heeft de verdachte laten zien geen enkel respect te hebben voor de lichamelijke integriteit van een ander en evenmin voor diens eigendommen. De verdachte heeft bovendien met het plegen van deze feiten niet alleen bij de slachtoffers en hun directe omgeving gevoelens van onveiligheid en onrust veroorzaakt, maar ook in de maatschappij in het algemeen. Ook dit rekent de rechtbank de verdachte aan.

Naast deze gewelddadige berovingen heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de diefstal van vier velgen met banden. De verdachte heeft hier wederom mee laten zien geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van

10 december 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke strafbare feiten.

7.3.2.

Rapportages

Reclassering Nederland heeft rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 mei 2019 en 16 januari 2020. Deze rapporten houden voor zover van belang het volgende in.

De verdachte heeft veel moeite om een stabiel bestaan op te bouwen. Hij heeft veel wisselende werkzaamheden gehad en heeft al jarenlang schulden, waarbij hij hulp nodig heeft van stichting Humanitas om zijn financiën op orde te krijgen. De verdachte is meerdere keren in aanraking gekomen met justitie en is verslaafd geweest aan alcohol. De verdachte heeft een kennissenkring die zich, in ieder geval deels, bevindt in het criminele circuit.

De verdachte verblijft sinds 22 maart 2019 in de penitentiaire inrichting De Schie. De gevolgen daarvan op zijn sociaal maatschappelijke situatie zijn (onder andere) dat de verdachte zijn huurwoning is kwijtgeraakt. De verdachte hoopt zich na detentie in de buurt van Groningen te vestigen. Met hulp van stichting Humanitas zou hij daar al staan ingeschreven bij een woningbouwvereniging.

Het risico op recidive en letselschade wordt ingeschat als hoog. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld.

Reclassering Nederland adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling door de Waag of een soortgelijke zorgverlener. Daarnaast wordt plaatsing in een begeleid wonen traject of een maatschappelijke opvang geadviseerd, omdat de verdachte dakloos is geraakt door onderhavige detentieperiode en er reeds (voor die tijd) sprake was van ondersteuning door stichting Humanitas. Ingeschat wordt dat de verdachte hulp en ondersteuning nodig heeft bij het op orde krijgen van zijn leven. Omdat de verdachte onder de ‘High Impact Target (HIT)-aanpak’ valt - een persoonsgerichte aanpak voor plegers van onder andere een (woning)overval - wordt het opleggen van elektronische controle ter ondersteuning van een contact- en locatieverbod geadviseerd. De reclassering adviseert tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het toezicht uit te spreken.

Psycholoog R.K.F. Lemmens en psychiater B.A. Blansjaar hebben rapportages over de verdachte opgemaakt, gedateerd respectievelijk 2 en 7 augustus 2019, waaruit is gebleken dat de verdachte (na het eerste gesprek) heeft geweigerd om mee te werken aan de onderzoeken. De onderzoekers beschikken hierdoor over te weinig informatie om tot een voldoende valide en betrouwbaar diagnostisch eindoordeel te komen.

Vragen over de relatie tussen een eventuele stoornis en het ten laste gelegde kunnen dan ook niet worden beantwoord, evenals vragen over het risico op recidive alsmede hoe dit te verlagen.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op wat de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank ziet bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf geen aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, nu dit een strafmaat is die in soortgelijke zaken pleegt te worden opgelegd en dit tevens de oriëntatiepunten niet te boven gaat.

De rechtbank ziet geen aanleiding om een voorwaardelijk strafdeel op te leggen. Eventuele begeleiding van de verdachte door de reclassering kan in de fase van voorwaardelijke invrijheidstelling plaatsvinden.

Vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht )

De rechtbank acht het noodzakelijk om aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers en een contactverbod met alle veroordeelde (mede)verdachten in het onderzoek Blanken. Het contactverbod met de medeverdachten dient ertoe om te voorkomen dat de verdachte zich opnieuw - met andere in de buurt verblijvende jongeren en (jong)volwassenen - schuldig maakt aan het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten.

Gelet op de inhoud van het dossier, waaruit naar voren komt dat de verdachte zich op verontrustende, antisociale en criminele wijze met een bepaalde groep jongeren in Rozenburg heeft opgehouden, moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de verdachte wederom contact zal opnemen met deze groep personen, met het risico dat zij elkaar over en weer negatief zullen beïnvloeden en dat hij wederom in deze omgeving en onder groepsdruk een misdrijf zal plegen dat inbreuk maakt op de integriteit van het menselijk lichaam van willekeurige slachtoffers, zoals openlijk geweld, beroving of mishandeling. Zoals hiervoor reeds uiteen is gezet, komt uit het onderzoek naar voren dat er meer incidenten in wisselende samenstellingen en op verschillende data hebben plaatsgevonden dan die nu aan het oordeel van de rechtbank voorliggen, zodat de rechtbank ook contactverboden noodzakelijk acht met andere (veroordeelde) verdachten dan degenen die bij de in dit vonnis bewezenverklaarde feiten zijn betrokken. Het belang van de verdachte om sociale contacten te onderhouden met de personen van zijn keuze weegt hierbij minder zwaar dan het belang van de lichamelijke integriteit van mogelijke slachtoffers.

Om deze redenen, en voorts ter beveiliging van de maatschappij en ter bescherming van de lichamelijke integriteit van personen, beveelt de rechtbank de oplegging van de maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, voor de duur van twee jaren. Gelet op de duur van de op te leggen straf aan de verdachte en aan de medeverdachte [naam medeverdachte 3] , alsmede gezien hun klaarblijkelijke intensieve contact voorafgaande aan de preventieve hechtenis en hun plannen voor de toekomst, beveelt de rechtbank een dergelijke maatregel voor de duur van vijf jaar ten aanzien van de medeverdachte [naam medeverdachte 3] . Bij deze maatregelen beveelt de rechtbank tevens de dadelijke uitvoerbaarheid en bepaalt de vervangende hechtenis voor de duur van één week voor iedere keer dat de verdachte zich niet aan een van de maatregelen houdt, met een maximum van zes maanden per maatregel.

Algemene afsluiting

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen en maatregelen passend en geboden.

8 Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

8.1.

Feit 1

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 1] , ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 69,21 aan materiële schade en een bedrag van € 2.200,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

8.1.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot integrale toewijzing van de vordering.

8.1.2.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.

8.1.3.

Beoordeling

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding door de verdachte niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.

Mede gelet op de omstandigheid dat aan alle verdachten contactverboden met elkaar en met de benadeelde partij zullen worden opgelegd, zal de rechtbank de veroordeling tot betaling van het toegewezen bedrag niet hoofdelijk, maar in gedeeltes gelijk aan het aantal daders opleggen, te weten ieder (één vierde van € 2.269,21 = ) € 567,30.

De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 27 februari 2019.

Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

8.2.

Feit 3

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 2] , ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.310,-- aan materiële schade en een bedrag van € 400,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

8.2.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen tot een bedrag van

€ 1.200,-- en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering.

8.2.2.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen vanwege het ontbreken van enige onderbouwing, zoals facturen of bonnetjes ten aanzien van de gevorderde materiële schade, en enig stuk waaruit blijkt dat er sprake is van psychische klachten ten gevolge van het onderhavige feit. Nu het bestaan van geestelijk letsel door de benadeelde partij niet is gesteld, moet ook om die reden de vordering worden afgewezen.

8.2.3.

Beoordeling

Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade zal gelet op de inkoopbon van [naam bedrijf] in het strafdossier worden vastgesteld op € 200,--. De benadeelde partij zal voor de overige materiële schade niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontbreken. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

De benadeelde partij zal ook in de vordering ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard, nu er geen juridische grond bestaat voor toewijzing van dit deel van de vordering.

De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 13 september 2018.

Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

8.3.

Conclusie

De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 1] een schadevergoeding betalen van

€ 567,30, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel, een maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 2] een schadevergoeding betalen van

€ 200,--, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel, een maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 38v, 38w, 47, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht .

10 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11 Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 (ACHTENVEERTIG) maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

legt de veroordeelde op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de

duur van 2 (twee) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:

zich te onthouden van direct of indirect contact met de slachtoffers in het onderzoek Blanken:

[naam slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum slachtoffer 2] te [geboorteplaats slachtoffer 2] ;

[naam slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum slachtoffer 1] te [geboorteplaats slachtoffer 1] ;

en met de (mede)verdachten in het onderzoek Blanken:

[naam medeverdachte 2] , geboren [geboortedatum medeverdachte 2] 2002 te [geboorteplaats medeverdachte 2] ;

[naam medeverdachte 4] , geboren [geboortedatum medeverdachte 4] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 4] ;

[naam medeverdachte 5] , geboren [geboortedatum medeverdachte 5] 2002 te [geboorteplaats medeverdachte 5] ;

[naam medeverdachte 6] , geboren [geboortedatum medeverdachte 6] 2004 te [geboorteplaats medeverdachte 6] ;

[naam medeverdachte 7] , geboren [geboortedatum medeverdachte 7] 2001 te [geboorteplaats medeverdachte 7] ;

[naam medeverdachte 8] , geboren [geboortedatum medeverdachte 8] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 8] ;

[naam medeverdachte 9] , geboren [geboortedatum medeverdachte 9] 2001 te [geboorteplaats medeverdachte 9] ;

[naam medeverdachte 10] , geboren [geboortedatum medeverdachte 10] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 10] ;

[naam medeverdachte 11] , geboren [geboortedatum medeverdachte 11] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 11] ;

[naam medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum medeverdachte 1] 2001 te [geboorteplaats medeverdachte 1] ;

[naam medeverdachte 12] , geboren [geboortedatum medeverdachte 12] 2002 te [geboorteplaats medeverdachte 12] ,

gedurende twee jaren na heden;

met bevel dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;

bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 (EEN) week, met een totale duur van ten hoogste 6 (ZES) maanden;

beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;

legt de veroordeelde op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de

duur van 5 (vijf) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:

zich te onthouden van direct of indirect contact met de medeverdachte:

[naam medeverdachte 3] , geboren [geboortedatum medeverdachte 3] te [geboorteplaats medeverdachte 3] (Roemenië),

gedurende vijf jaren na heden;

met bevel dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;

bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 (EEN) week, met een totale duur van ten hoogste 6 (ZES) maanden;

beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen een bedrag van € 567,30 (zegge: vijfhonderdzevenenzestig euro en dertig eurocent), bestaande uit één vierde deel van € 69,21 aan materiële schade en één vierde deel van € 2.200,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;

legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen € 567,30 (hoofdsom, zegge: vijfhonderdzevenenzestig euro en dertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door 11 (ELF) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;

verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde 1] tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;

veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [naam benadeelde 1] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 2], te betalen een bedrag van € 200,-- (zegge: tweehonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 september 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;

legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen € 200,-- (hoofdsom, zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 september 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door 4 (VIER) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;

verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde 2] tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;

veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [naam benadeelde 2] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 2] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. F. Aukema-Hartog, voorzitter,

en mrs. A. Verweij en K.J. van den Herik, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 februari 2020.

Bijlage I

Tekst gewijzigde tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 27 februari 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) telefoon(s) en/of beeldscherm en/of paspoort en/of bankpas en/of sigaretten en/of aansteker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in. elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die

diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)

- ( onverhoeds) betreden van de woning van die [naam slachtoffer 1] en/of

- vastpakken en/of optillen en/of verplaatsen van die [naam slachtoffer 1] en/of

- tonen en/of op/tegen de keel van die [naam slachtoffer 1] plaatsen/drukken van een mes en/of

- ( met tape) vastbinden van de handen en/of benen/voeten van die [naam slachtoffer 1] en/of

- plaatsen van tape over de mond van die [naam slachtoffer 1] en/of

- slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of lichaam van die [naam slachtoffer 1] (terwijl die [naam slachtoffer 1] gekneveld op de grond lag) en/of

- doorzoeken van de kleding en/of woning van die [naam slachtoffer 1] en/of

- bovenop die [naam slachtoffer 1] gaan en/of blijven zitten en/of

- zeggen tegen en/of roepen naar die [naam slachtoffer 1] :

* "We willen geld, Waar is die E300?" en/of

* "Waar is je pinpas?" en/of

* "Wat is pincode?” en/of

* "We willen geld. Als we geen geld vinden, maken we je dood!" en/of

* "We komen terug!",

althans woorden: van gelijke (dreigende) aard/strekking;

Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou

kunnen leiden:

(een) ander(en) op of omstreeks 27 februari 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) telefoon(s) en/of beeldscherm en/of paspoort en/of bankpas en/of sigaretten en/of aansteker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in. elk geval aan een ander of anderen dan aan die ander(en) en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij dc vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)

- ( onverhoeds) betreden van de woning van die [naam slachtoffer 1] en/of

- vastpakken en/of optillen en/of verplaatsen van die [naam slachtoffer 1] en/of

- tonen en/of op/tegen de keel van die [naam slachtoffer 1] plaatsen/drukken van een mes en/of

- ( met tape) vastbinden van de handen en/of benen/voeten van die [naam slachtoffer 1] en/of

- plaatsen van tape over de mond van die [naam slachtoffer 1] en/of

- slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of lichaam van die [naam slachtoffer 1] (terwijl die [naam slachtoffer 1] gekneveld op de grond lag) en/of

- doorzoeken van de kleding en/of woning van die [naam slachtoffer 1] en/of

- bovenop die [naam slachtoffer 1] gaan en/of blijven zitten en/of

- zeggen tegen en/of roepen naar die [naam slachtoffer 1] :

* "We willen geld, Waar is die E300?" en/of

* "Waar is je pinpas?" en/of

* "Wat is pincode?” en/of

* "We willen geld. Als we geen geld vinden, maken we je dood!" en/of

* "We komen terug!",

althans woorden: van gelijke (dreigende) aard/strekking;

2.

hij op of omstreeks 06 maart 2019 te Hellevoetsluis tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een scooter en/of sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij

betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)

- slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of lichaam en/of in het gezicht van die [naam slachtoffer 2] (waardoor en/of nadat die [naam slachtoffer 2] op de grond viel) en/of

- schoppen en/of trappen tegen het hoofd en/of lichaam en/of in het gezicht van die [naam slachtoffer 2] (nadat die [naam slachtoffer 2] op de grond viel)

- plaatsen van een arm om de keel van die [naam slachtoffer 2] en/of

- doorzoeken van de kleding van die [naam slachtoffer 2] ;

Subsidiair

hij op of omstreeks 6 maart 2019 te Hellevoetsluis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [naam slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem tegen het hoofd en/of het gezicht en/of het lichaam te slaan/stompen en/of te schoppen/trappen en/of (van zijn scooter) te duwen;

3.

(ter berechting gevoegd 10.032475/19)

hij op of omstreeks 13 september 2018 te Rozenburg, gemeente Rotterdam vier, althans één of meer velgen met banden, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature