U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

‘ondertoezichtstelling (OTS)’

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd

Zaakgegevens: C/585032 / JE RK 19-3311, C/10/585036 / JE RK 19-3312

datum uitspraak: 27 januari 2020

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad,

gevestigd te Rotterdam,

betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2007,

hierna te noemen [naam kind] .

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 1 november 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;

- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 2 december 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;

- het verzoek van de Raad van 24 januari 2020, met het raadsrapport van 20 januari 2020, met bijlage, ingekomen bij de griffie op 24 januari 2020.

Op 27 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord zijn:

- de minderjarige [naam kind] , die apart is gehoord,

- de moeder,

- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger] ,

- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), mw. [naam vertegenwoordigster] .

Aangezien de moeder en [naam kind] de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig zijn, maar wel de Spaanse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van

mw. [naam] , tolk in de Spaanse taal.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] woont bij de moeder. De moeder en [naam kind] verblijven in een opvang.

Bij beschikking van 1 november 2019 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 1 februari 2020.

Bij beschikking van 2 december 2019 is het verzoek machtiging gesloten jeugdhulp afgewezen en is de op 6 november 2019 afgegeven machtiging gesloten jeugdhulp per

2 december 2019 beëindigd.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van zes maanden.

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek. [naam kind] verblijft sinds juli 2019 in Nederland. De afgelopen periode is erg onrustig geweest waardoor er weinig stabiliteit is in het leven van [naam kind] . Hij heeft gedragsproblemen en het is nog onbekend waar dit vandaan komt. Momenteel gaat het iets beter met het gedrag van [naam kind] , omdat hij in rustiger vaarwater is gekomen. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk, omdat [naam kind] leerplichtig is en momenteel niet naar school gaat. De moeder zit momenteel in een juridische procedure voor verblijf in Nederland en het is nog onduidelijk wat daaruit gaat komen. [naam kind] is afhankelijk van zijn moeder dus het is belangrijk dat een jeugdbeschermer gaat meekijken hoe het gaat.

De standpunten

De GI sluit zich ter zitting aan bij het verzoek van de Raad. [naam kind] woont na een korte gesloten plaatsing weer bij de moeder en is nu rustiger geworden. [naam kind] heeft geen dagbesteding en geen contact met leeftijdsgenoten en dat is niet goed. Hij is niet meer opstandig maar juist meer in zichzelf gekeerd. Door de vele wisselingen van verblijf zit [naam kind] momenteel nog niet op school. Een maatschappelijk werker uit de regio waar de moeder en [naam kind] verblijven gaat op zoek naar een school voor [naam kind] . Altra jeugdzorg en opvoedondersteuning zullen ook starten met begeleiding.

De moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij om hulp heeft gevraagd bij het zoeken naar een school om zo stabiliteit in het leven van [naam kind] te creëren, maar het is nog niet gelukt om een school te vinden. De situatie was eerst zodanig onveilig dat de moeder en [naam kind] de straat niet op konden, maar nu is het rustig. [naam kind] wil graag naar school en vrienden maken, dus de huidige situatie vindt de moeder zorgelijk. De moeder vindt een ondertoezichtstelling wel prettig om hulp te kunnen krijgen met het vinden van een school, maar voor [naam kind] is een ondertoezichtstelling niet fijn, omdat hij in zijn beleving door de hulpverlening uit huis geplaatst is geweest.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] heeft tijdens zijn verblijf in Nederland tot nu toe geen veiligheid, stabiliteit, rust en duidelijkheid ervaren, wat mede gelet op zijn leeftijd een ernstige ontwikkelingsbedreiging vormt. Er is nog weinig zicht gekomen op het functioneren van het gezinssysteem. Er hebben veel wisselingen van verblijf plaatsgevonden en [naam kind] is getuige geweest van huiselijk geweld. Hij laat gedragsproblemen zien en het is vooralsnog onduidelijk waar dit gedrag vandaan komt. Daarnaast heeft [naam kind] momenteel geen dagbesteding omdat hij nog niet naar school gaat. Het is in het belang van de ontwikkeling van [naam kind] dat hij zo snel mogelijk weer naar school gaat en dat hij weer sociale contacten krijgt. Ook loopt er een juridische procedure van de moeder om samen met [naam kind] in Nederland te kunnen verblijven. De uitkomst hiervan is nog niet bekend en dat zorgt voor onduidelijkheid en onrust. De moeder en [naam kind] hebben ondersteuning en begeleiding nodig van een jeugdbeschermer om te zorgen dat er meer rust en stabiliteit in het leven van [naam kind] komt.

Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:

stelt [naam kind] onder toezicht van Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering Lelystad met ingang van 27 januari 2020 tot 27 juli 2020;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.T.D. Malawau als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2020.

De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op februari 2020.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshofDen Haag.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature