Het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III (het voorhanden hebben van een pistool met 4 bijbehorende kogelpatronen) levert op een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.