U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

KG-vonnis. Loonvorderingen waarvoor reeds een executoriale titel is verkregen afgewezen.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8225247 VV EXPL 19-558

uitspraak: 26 februari 2020

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam ,

in de zaak van

1. [eiser 1] ,

wonende te [woonplaats eiser 1] ,

2. [eiser 2] ,

wonende te [woonplaats eiser 2] ,

eisers,

gemachtigde: mr. R. Beele,

tegen

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

Rooms-Katholieke Sportvereniging “Leonidas”,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde,

gemachtigde: mr. I.D.C.J. van Driel.

Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser 1] en [eiser 2] ” en “Leonidas”.

1. Het verloop van de procedure

1.1

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:

de dagvaarding, met producties;

de conclusie van antwoord, met producties.

1.2

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020. [eiser 1] en [eiser 2] zijn verschenen, bijgestaan door mr. Beele. Namens Leonidas zijn verschenen haar verenigingsmanager [naam 1] en haar penningmeester [naam 2] , bijgestaan door

mr. Van Driel.

1.3

De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.

2.1

[eiser 1] en [eiser 2] hebben voor Leonidas gewerkt als voetbaltrainers. De arbeidsovereenkomsten met hen zijn beëindigd.

2.2

Bij verstekvonnis van 24 april 2019 is Leonidas veroordeeld tot - verkort weergegeven - betaling aan [eiser 1] van € 4.200,00 en betaling aan [eiser 2] van € 1.650,00 aan achterstallig loon, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over de niet-betaalde maandelijkse vergoedingen en met de wettelijke rente, met veroordeling van Leonidas in de proceskosten en de nakosten.

2.3

Bij brief van 7 mei 2019 hebben [eiser 1] en [eiser 2] , onder verwijzing naar voormeld verstekvonnis, Leonidas gesommeerd om tot betaling aan hen over te gaan van € 5.809,67 respectievelijk € 2.032,83 uiterlijk op 13 mei 2019. Deze bedragen zijn als volgt samengesteld:

[eiser 1]

[eiser 2]

hoofdsom

€ 4.200,00

€ 1.650,00

wettelijke verhoging

€ 947,11

€ 372,08

verschenen rente t/m 7 mei 2019

€ 27,36

€ 10,75

verschotten

€ 335,20

salaris gemachtigde

€ 300,00

totaal

€ 5.809,67

€ 2.032,83

2.4

Partijen hebben gecorrespondeerd over een betalingsregeling, maar zonder resultaat.

2.5

Met twee afzonderlijke deurwaardersexploten van 17 juni 2019 is voormeld verstekvonnis aan Leonidas betekend en aan haar bevel gedaan om ten behoeve van [eiser 1] te voldoen € 6.051,64 en om ten behoeve van [eiser 2] te voldoen € 2.903,84. Deze bedragen zijn als volgt samengesteld:

[eiser 1]

[eiser 2]

hoofdsom

€ 4.200,00

€ 1.650,00

wettelijke verhoging

€ 947,11

€ 372,08

proceskosten

€ 635,20

€ 635,20

nakosten

€ 131,00

€ 131,00

verschenen rente

€ 37,51

€ 14,74

explootkosten

€ 100,82

€ 100,82

totaal

€ 6.051,64

€ 2.903,84

2.6

Bij brief van 20 juni 2019 hebben [eiser 1] en [eiser 2] - verkort weergegeven - aan Leonidas meegedeeld dat haar voldoende gelegenheid is geboden om aan haar verplichtingen te voldoen en dat hen niets anders rest dan een gerechtelijke procedure te starten waarin het faillissement van Leonidas zal worden verzocht.

2.7

Bij verzoekschrift van 17 juli 2019 hebben [eiser 1] en [eiser 2] de rechtbank verzocht om Leonidas in staat van faillissement te verklaren.

2.8

Leonidas heeft een voorstel gedaan tot betaling van € 6.222,15 aan [eiser 1] en

€ 3.061,28 aan [eiser 2] . Deze bedragen zijn als volgt samengesteld.

Te voldoen:

[eiser 1]

[eiser 2]

vonnis 24 april incl. rente t/m 17 juni 2019

€ 6.051,64

€ 2.903,84

wettelijke rente vanaf 18 juni 2019/2 juli 2019

€ 22,01

€ 8,94

griffierecht

€ 148,50

€ 148,50

totaal

€ 6.222,15

€ 3.061,28

2.9

Leonidas heeft betalingen verricht aan [eiser 1] en [eiser 2] .

2.10

Op 30 augustus 2019 is het faillissementsverzoek ingetrokken, met verzoek om een proceskostenveroordeling. Hiertegen heeft Leonidas verweer gevoerd. Bij beschikking van deze rechtbank, team insolventie, van 26 september 2019 zijn de proceskosten in die procedure gecompenseerd in die zin dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.

2.11

Bij e-mailbericht van 22 november 2019 heeft de gemachtigde van [eiser 1] en [eiser 2] aan de gemachtigde van Leonidas meegedeeld dat hij namens cliënten in kort geding het bedrag van de wettelijke verhoging zal vorderen en om diens verhinderdata gevraagd. In reactie hierop heeft de gemachtigde van Leonidas onder meer bericht dat de vordering niet ontvankelijk zal worden verklaard.

3. Het geschil

3.1

[eiser 1] en [eiser 2] vorderen bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, Leonidas te veroordelen:

tot betaling aan [eiser 1] van € 1.152,89 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening;

tot betaling aan [eiser 2] van € 452,92 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening;

in de proceskosten en de nakosten, de laatste te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2

Aan de vorderingen leggen [eiser 1] en [eiser 2] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat zij op grond van het verstekvonnis aanspraak hebben op € 2.100,00 respectievelijk € 825,00 aan wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW , maar dat in de betalingen die aan hen zijn verricht slechts bedragen van € 947,11 respectievelijk

€ 372,08 aan wettelijke verhoging zijn verdisconteerd, zodat zij nog aanspraak hebben op het verschil tussen genoemde bedragen, te weten € 1.152,89 en € 452,92.

3.3

Leonidas betwist de vordering en concludeert - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - tot niet-ontvankelijk verklaring, althans afwijzing daarvan, met hoofdelijke veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [eiser 1] en [eiser 2] tot betaling van primair de werkelijke proceskosten ten belope van € 1.923,90 met rente vanaf 28 januari 2020, althans vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis als die kosten dan niet zijn voldaan, subsidiair de forfaitaire proceskosten met rente vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis als die kosten dan niet zijn voldaan.

4. De beoordeling

4.1

Vastgesteld wordt dat Leonidas in het verstekvonnis van 24 april 2019 is veroordeeld

tot betaling aan [eiser 1] van € 4.200,00 en tot betaling aan [eiser 2] van € 1.650,00, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW .

4.2

De bedragen die in de onderhavige procedure worden gevorderd betreffen volgens [eiser 1] en [eiser 2] nog niet betaalde bedragen aan wettelijke verhoging, die Leonidas op grond van het veroordelende vonnis aan hen had moeten betaald, maar ten onrechte niet zijn voldaan door Leonidas.

4.3

Het gaat dus om bedragen waarvoor reeds een executoriale titel is verkregen. Er is geen grond om Leonidas nogmaals te veroordelen tot betaling.

4.4

Het kort geding is niet de geëigende procedure om een geschil over de verschuldigdheid van de nog niet betaalde bedragen aan wettelijke verhoging of een geschil over de executie van voormeld vonnis te beslechten. Daartoe dient een executiegeschil te worden gestart.

4.5

Daarom wordt de vordering van [eiser 1] en [eiser 2] afgewezen.

4.6

[eiser 1] en [eiser 2] worden in het ongelijk gesteld en hoofdelijk in de kosten veroordeeld, aan de zijde van Leonidas vastgesteld op het forfaitaire bedrag van € 721,00 aan salaris voor de gemachtigde, plus rente. Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt.

4.6.1

Voor een volledige proceskostenvergoeding moet volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad worden voldaan aan de maatstaf voor misbruik van procesbevoegdheid. Hoofdregel is dat een forfaitair bedrag aan proceskosten wordt toegekend en niet de werkelijke proceskosten die vaak hoger zijn. Geen grond wordt gezien om in afwijking van deze hoofdregel in dit geval [eiser 1] en [eiser 2] te veroordelen tot betaling van de werkelijke proceskosten van Leonidas ten belope van € 1.923,90. Slechts in buitengewone omstandigheden bestaat er ruimte voor een vergoeding van de volledige kosten, waarbij gedacht moet worden aan misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Hiermee dient terughoudend te worden omgegaan, gelet op het recht tot toegang tot de rechter, dat belemmerd kan worden door hoge proceskosten. Dat de verkeerde insteek is gekozen om nakoming van de veroordeling in het verstekvonnis te realiseren, wordt niet als een buitengewone omstandigheid aangemerkt, want (procedurele) fouten zijn aan de orde van de dag. Dat de gemachtigde van Leonidas reeds voor de dagvaarding de uitkomst van de procedure heeft voorspeld, laat onverlet dat [eiser 1] en [eiser 2] het standpunt hebben kunnen innemen dat er een veroordeling is, waaraan niet volledig uitvoering is gegeven, wat - zonder hierover een rechtsoordeel te geven - feitelijk niet een onjuist standpunt is, terwijl het alsnog in rechte afdwingen hiervan niet kennelijk ongegrond is, alhoewel er wel wat op af te dingen valt nu de door Leonidas betaalde bedragen aan wettelijke verhoging zijn gebaseerd op (herhaalde foutieve) berekeningen van mr. Beele. Voor het oordeel dat sprake is van misbruik van procesbevoegdheid of onrechtmatig handelen van [eiser 1] en [eiser 2] bestaat geen grond.

5. De beslissing

De kantonrechter,

rechtdoende in kort geding:

wijst het gevorderde af;

veroordeelt [eiser 1] en [eiser 2] hoofdelijk, in die zin dat als de één betaalt de ander is bevrijd, in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Leonidas vastgesteld op € 721,00 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de uitspraak van het vonnis tot aan de dag van voldoening, en verklaart dit uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. van de Ven en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

465


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature