De moeder van het ongeboren kind is minderjarig en daardoor onbevoegd tot het gezag. De raad verzoekt de rechtbank de GI per direct te belasten met de voorlopige voogdij over het ongeboren kind op grond van de artikelen 1:2 en 1:241, tweede lid, BW . De rechtbank wijst het verzoek toe, echter niet eerder dan met ingang van het tijdstip van de geboorte. Zie ook ECLI:NL:RBROT:2020:10737