U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling voor een poging tot afpersing in vereniging en een oplichting in vereniging. Straf: 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 3 maanden voorwaardelijk.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/067189-19

Datum uitspraak: 16 juli 2019

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres

[adres verdachte] , [woonplaats verdachte]

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd

in de Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn,

raadsvrouw mr. W.M. Oosthoek, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 juli 2019.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van het voorarrest.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Bewijswaardering

4.1.1.

Standpunt van de verdediging

Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken, omdat uit het dossier niet blijkt dat hij bij dit feit betrokken is geweest. Hij past namelijk niet in het door aangever opgegeven signalement van de drie personen die hem aanvielen, voorts kan het (gebruik van het) telefoonnummer [telefoonnummer 1] niet aan hem worden toegeschreven en ligt het niet voor de hand dat de verdachte, als hij bij de overval betrokken zou zijn geweest, tot 20:55 uur rond de plaats delict zou zijn blijven hangen.

Ook ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de verdediging bepleit dat de verdachte wordt vrijgesproken. Hij is niet degene geweest die in december 2018/ januari 2019 advertenties op Marktplaats heeft gezet waarin de scooter te koop werd aangeboden en waarbij het hiervoor genoemde telefoonnummer werd vermeld. Het enkele feit dat medeverdachte [naam medeverdachte] op 9 januari 2019 een bedrag van € 200,00 heeft overgemaakt naar de bankrekening van verdachte zegt niks. [naam medeverdachte] kon namelijk zijn eigen pinpas niet gebruiken en stortte daarom wel vaker bedragen op de rekening van de verdachte waarna de verdachte die bedragen vervolgens voor [naam medeverdachte] pinde en aan hem overhandigde.

4.1.2.

Beoordeling door de rechtbank

Op 18 januari 2019 tussen 20:00 en 20:30 uur heeft aangever [naam aangever] een afspraak met de verkoper van een scooter die op Marktplaats te koop was aangeboden. Hij had deze afspraak met de verkoper gemaakt via het in de advertentie vermelde telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Voor deze scooter zou hij € 2.000,00 betalen en op 9 januari 2019 heeft hij een aanbetaling van € 250,00 overgemaakt op de door de verkoper opgegeven bankrekening op naam van [naam medeverdachte] . Op de afgesproken plek ziet hij drie jongens staan en wanneer hij hen aanspreekt, wordt hij vrijwel direct in zijn gezicht gespoten met een bijtende stof en wordt hij geslagen en gestompt. Eén van de jongens schreeuwt naar hem dat hij het geld af moet geven. Wanneer de zus van aangever ziet dat haar broer in elkaar wordt geslagen, begint zij te schreeuwen, loopt op de jongens af waarna de jongens wegrennen.

Naar aanleiding van de aangifte van [naam aangever] is de politie een onderzoek gestart en is begonnen bij het rekeningnummer waarop [naam aangever] de aanbetaling had gestort. Dit blijkt een rekening te zijn van medeverdachte [naam medeverdachte] . [naam medeverdachte] heeft ongeveer een half uur na ontvangst van de aanbetaling van [naam aangever] een bedrag van € 200,00 overgemaakt op de rekening van [naam verdachte] , naar eigen zeggen op verzoek van [naam verdachte] .

Uit de foto’s van de Marktplaats-advertentie blijkt de scooter een kenteken te hebben dat op naam van de moeder van verdachte [naam verdachte] heeft gestaan. De verdachte heeft deze scooter op 7 november 2018 verkocht aan [naam 1] uit [plaats] . De eigenaar van de advertentie noemt zichzelf ‘ [schuilnaam] ’ en komt uit de regio Dordrecht. Dezelfde verkoper heeft op 23 november 2018 op Marktplaats ook Canada Goose jassen te koop aangeboden. Dergelijke jassen zijn bij een doorzoeking van de woning van verdachte [naam verdachte] daar aangetroffen. Het telefoonnummer dat bij deze advertenties werd vermeld, is telkens [telefoonnummer 1] .

Vastgesteld is verder dat de simkaart van het door de verdachte ook naar eigen zeggen gebruikte telefoonnummer [telefoonnummer 2] enige tijd in een toestel was geplaatst waar ook de simkaart van [telefoonnummer 1] in heeft gezeten.

Uit de historische/locatiegegevens van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] blijkt dat deze twee nummers tegelijkertijd dezelfde masten aanstralen en dezelfde verplaatsingen maken, ook als de aan [naam medeverdachte] toegeschreven telefoonnummers elders masten aanstralen.

De rechtbank gaat er op grond van het voorgaande van uit dat [naam verdachte] degene was die de telefoon met het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik had, ook op de in deze zaak relevante data 9 en 18 januari 2019.

Door de verdediging is aangevoerd dat de verdachte een plausibele verklaring heeft voor het feit dat de simkaart van zijn telefoonnummer in een toestel zat waar ook de simkaart van

[telefoonnummer 1] in heeft gezeten. Hij heeft namelijk een toestel geleend in de periode dat hij zijn telefoon vanwege een inbeslagname kwijt was. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte niet aannemelijk geworden, mede in het licht van de overige bewijsmiddelen.

Uit onderzoek naar de historische gegevens van de bij [naam verdachte] in gebruik zijnde telefoonnummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] is gebleken dat hij op 18 januari 2019 vanuit Zwijndrecht naar Dordrecht is gegaan. Rond het tijdstip van de afpersing bevonden deze nummers net als de telefoonnummers van medeverdachte [naam medeverdachte] zich in het bereik van de zendmasten in de omgeving van de plaats delict. Daarna verplaatsten de telefoonnummers zij zich weer naar Zwijndrecht.

De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op de bewuste avond in het gezelschap van onder andere zijn vriend [naam 2] heeft rondgereden in zijn auto. Deze [naam 2] is op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris gehoord en heeft toen bevestigd dat zij die gehele avond bij elkaar waren en toen in de buurt van Zwijndrecht hebben rondgereden. Uit de historische gegevens van de telefoon van [naam 2] blijkt echter dat [naam 2] ten tijde van de (poging) beroving van aangever [naam aangever] in Rotterdam verbleef terwijl de verdachte toen blijkens de gegevens van zijn telefoon in Dordrecht was. De rechtbank acht derhalve het door [naam 2] aan [naam verdachte] verschafte alibi aantoonbaar onjuist.

De door de verdediging gevoerde bewijsverweren vinden naar het oordeel van de rechtbank hun weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen.

Het voorgaande en de inhoud van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet tot een andere conclusie leiden dan dat de verdachte en zijn medeverdachte aangever [naam aangever] hebben gepoogd af te persen op 18 januari 2019 en hem hebben opgelicht op 9 januari 2019. De rechtbank acht het ten laste gelegde dan ook bewezen.

4.1.3.

Conclusie

Bewezen is dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan..

4.2.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij op 18 januari 2019 te Dordrecht

op de openbare weg, de Giessenstraat,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om

geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan

aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] ,

weg te nemen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen,

door geweld [naam slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld, geheel toebehorende aan [naam slachtoffer] ,

- traangas in de richting van die [naam slachtoffer] heeft gespoten en

- die [naam slachtoffer] op zijn hoofd en in zijn zij heeft geslagen en gestompt en

- dat traangas in het gezicht van die [naam slachtoffer] heeft gespoten en

- aan die [naam slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd "waar is het geld, geef

het geld", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.

hij in de periode van 7 januari 2019 tot en met 9 januari

2019 te Dordrecht en/of Zwijndrecht,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen

door het aannemen van een valse naam en door listige kunstgrepen en door een

samenweefsel van verdichtsels,

[naam slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te

weten de afgifte van 250 euro, door

- zich op de internetsite www.marktplaats.nl voor te doen als bonafide

verkoper van een scooter, merk Vespa, type sprint en

- een aanbetaling van 250 euro voor die scooter te vragen en

- zich (aldus) voor te doen als iemand die na ontvangst van (volledige)

betaling voornemens was tot levering van die scooter over te gaan.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5 Strafbaarheid van de feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen 2. oplichting in vereniging

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering van de straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft zich samen met een of meer anderen schuldig gemaakt aan oplichting en een poging afpersing. De verdachten hebben op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin een scooter te koop werd aangeboden, waarvan zij wisten dat die niet geleverd zou kunnen worden, omdat de scooter een paar maanden eerder al was verkocht. Onder andere slachtoffer [naam slachtoffer] heeft op deze advertentie gereageerd en kwam in contact met de verdachten. Hij zou voor de scooter een bedrag van € 2.000,00 betalen en heeft op 9 januari 2019 een aanbetaling gedaan. Toen het slachtoffer - in een gehuurd busje samen met zijn zus – op 18 januari 2019 bij de afgesproken plek aankwam om de scooter op te halen en de verdachten aansprak, werd hij vrijwel direct met pepperspray in zijn gezicht gespoten en mishandeld en werd tegen hem gezegd dat hij zijn geld moest afgeven. Toen de zus van het slachtoffer zag dat haar broer in elkaar werd geslagen, begon zij te schreeuwen en zijn de verdachten weggerend.

De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een tweetal feiten die op het slachtoffer in de onderhavige zaak een zeer grote impact hebben gehad. Uit de onderbouwing van de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer, blijkt hoezeer hij nog steeds last ondervindt van wat hem begin van dit jaar is overkomen. Daarnaast leiden dergelijke feiten in het algemeen tot veel onrust in de samenleving.

De verdachte heeft door het plegen van de feiten blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de lichamelijke integriteit en eigendommen van anderen.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 juni 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

7.3.2.

Rapportage

Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 juni 2019. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.

Omdat de verdachte een ontkennende verdachte is, heeft de reclassering geen onderzoek kunnen doen naar de eventuele verbanden tussen de leefgebieden en het delictgedrag.

Ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden is het de reclassering duidelijk geworden dat hieromtrent geen directe bijzonderheden of problemen bestaan. De verdachte heeft de beschikking over stabiele huisvesting en kan werken in de bedrijven van zijn beide ouders. Er bestaan geen financiële problemen en hij heeft geen schulden. Er zijn geen aanwijzingen dat er sprake is van (overmatig) middelengebruik of psychische problemen. Er is geen hulpverleningsgeschiedenis en de verdachte heeft geen hulpvragen. De reclassering ziet dan ook geen mogelijkheden en noodzaak om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.

De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat deze eis naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht doet aan de aard en ernst van het gepleegde geweld en de doortrapte wijze waarop de verdachten te werk zijn gegaan. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf is aansluiting gezocht bij straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en waarbij sprake was van meerdere daders, het gebruik van een wapen in de vorm van pepperspray en het gebruik van fysiek geweld.

De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8 Vordering van de benadeelde partij

Ter zake van het ten laste gelegde heeft het slachtoffer [naam benadeelde] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 368,96 aan materiële schade en een vergoeding van € 650,00 aan immateriële schade.

8.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de gehele vordering toe te wijzen.

8.2.

Standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen de beweerdelijk door de verdachte gepleegde feiten en de storting van het bedrag van € 250,00 op de bankrekening van medeverdachte [naam medeverdachte] . Ten aanzien van de vordering tot vergoeding van de huurprijs van het busje is geen sprake van rechtstreekse schade, omdat de moeder van de benadeelde partij dit bedrag heeft betaald.

De verdediging heeft verzocht de vergoeding van de immateriële schade sterk te matigen.

8.3.

Beoordeling door de rechtbank

Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij rechtstreeks materiële schade is toegebracht door de bewezen verklaarde strafbare feiten. Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat er tussen de bewezenverklaarde feiten en het gestorte bedrag van € 250,00 ook ten aanzien van de verdachte een causaal verband bestaat. Daarnaast betreft de huur van het busje naar het oordeel van de rechtbank rechtstreekse schade. Het materiële deel van de vordering zal in het geheel worden toegewezen.

Daarnaast is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Deze schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op het gevorderde bedrag van € 650,00, gezien het tegen de benadeelde partij gebruikte geweld en de impact die de feiten op de benadeelde partij hebben gehad en nog steeds hebben.

Omdat de verdachte de strafbare feiten samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.

De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 18 januari 2019.

Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil

en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

8.4.

Conclusie

De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.018,96, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.

Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 36f, 45, 47, 57, 317 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11 Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van € 1.018,96 (zegge: duizend achttien euro en zesennegentig eurocent), bestaande uit € 368,96 aan materiële schade en € 650,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen € 1.018,96 (hoofdsom, zegge: duizend achttien euro en zesennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.018,96 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 20 (twintig) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;

verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. A. Hello, voorzitter,

en mrs. G.M. Munnichs en H. Dunsbergen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 18 januari 2019 te Dordrecht

op de openbare weg, de Giessenstraat,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om

geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan

aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] ,

weg te nemen

met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen

en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te

doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer] ,

te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te

bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad,

aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht

mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

of

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,

door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer] te dwingen

tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed,

geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan

een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededaders,

- traangas, in elk geval een stekende / bijtende spray / vloeistof, in de

richting van die [naam slachtoffer] heeft gespoten en/of

- die [naam slachtoffer] op zijn hoofd en/of in zijn zij heeft geslagen en/of

gestompt en/of

- dat traangas, in elk geval die stekende / bijtende spray / vloeistof, in

het gezicht van die [naam slachtoffer] heeft gespoten en/of

- aan die [naam slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd "waar is het geld, geef

het geld", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of

strekking,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.

hij in of omstreeks de periode van 7 januari 2019 tot en met 9 januari

2019 te Dordrecht en/of Zwijndrecht, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen

door het aannemen van een valse naam en/of van een valse

hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een

samenweefsel van verdichtsels,

[naam slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het

verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het

aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te

weten de afgifte van 250 euro, door

- zich op de internetsite www.marktplaats.nl voor te doen als bonafide

verkoper/aanbieder van een scooter, merk Vespa, type sprint en/of

- een aanbetaling van 250 euro voor die scooter te vragen en/of

- zich (aldus) voor te doen als iemand die na ontvangst van (volledige)

betaling voornemens was tot levering van die scooter over te gaan.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature