Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Schietpartij op straat na een uit de hand gelopen drugsdeal in een woning.

Vrijspraak voor poging tot doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen.

Veroordeling voor het opzettelijk aanwezig hebben van een kg cocaïne en het voorhanden hebben van een vervalst paspoort.

Gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/690323-18

Datum uitspraak: 27 juni 2019

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte]

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

niet ingeschreven in de basisregistratie personen,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht,

raadsman mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 13 juni 2019.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L.M. Kuiper heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest;

toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam aangever] met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Bewijswaardering feit 2

Standpunt verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 ten laste gelegde (onder meer het opzettelijk aanwezig hebben van een kg cocaïne) vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte ontkent betrokken te zijn geweest bij de op 18 mei 2018 uit de hand gelopen drugsdeal in zijn woning aan de [adres delict] . Hij heeft verklaard dat hij op dat moment in het buitenland verbleef. Er is geen bewijs dat hij daar wel aanwezig was ten tijde van het ten laste gelegde. De enige die heeft verklaard omtrent de aanwezigheid van de verdachte is [naam medeverdachte 1] (die in eerste instantie een valse naam had opgegeven, namelijk [naam medeverdachte 1] ). Zijn verklaring kan echter vanwege de onbetrouwbaarheid daarvan, niet tot bewijs dienen. Ook het door de politie verrichte onderzoek naar onder meer de bij [naam medeverdachte 1] aangetroffen telefoons kan niet dienen tot het bewijs dat hij op de bewuste dag op de plaats van het delict aanwezig was. Subsidiair is aangevoerd dat evenmin kan worden bewezen dat de verdachte handelingen met betrekking tot de cocaïne heeft verricht.

Beoordeling

Op 18 mei 2018 zijn twee Franse mannen, [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] , door een drugsrunner, [naam medeverdachte 3] , naar de woning aan de [adres delict] gebracht om daar cocaïne te kopen. Naast [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] waren nog enkele andere personen aanwezig in de woning. Eén van deze personen haalde de cocaïne tevoorschijn. Over wat er daarna precies is gebeurd, lopen de verklaringen uiteen. Volgens [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] zou [naam medeverdachte 3] hen onder bedreiging met een vuurwapen van hun geld hebben beroofd. Volgens [naam medeverdachte 3] zouden [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] een kg cocaïne hebben geript en daarbij een vuurwapen en een bus pepperspray hebben gebruikt. Vast staat in ieder geval dat [naam medeverdachte 1] een tasje met daarin een kg cocaïne heeft gepakt en naar buiten is gevlucht en dat ook [naam medeverdachte 2] is weggerend. Zij zijn enkele straten verderop door de politie aangehouden. Bij [naam medeverdachte 1] is het tasje, een schoudertasje van Louis Vuitton, met daarin de kg cocaïne aangetroffen.

De verdachte stond ten tijde van het ten laste gelegde ingeschreven in de woning aan de [adres delict] . Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank voorts vast dat de verdachte op het moment van de uit de hand gelopen drugsdeal met [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] in deze woning aanwezig was en ook actief betrokken was bij deze deal.

In het Louis Vuitton tasje dat bij [naam medeverdachte 1] is aangetroffen, zaten onder meer twee brieven van het Centraal Justitieel Incasso Bureau en een brief van de gemeente Rotterdam, geadresseerd aan de verdachte op het adres [adres delict] . Deze brieven zijn gedateerd op 8, respectievelijk 14 mei 2018 en zijn dus kort voor de pleegdatum door de verdachte ontvangen. Naast deze brieven zaten in het tasje twee telefoons: een Iphone en een Nokia. Op de Iphone staan foto’s van de verdachte en berichten van zijn familie en de notitie [mailadres] met wachtwoord [wachtwoord] . In de Samsung-telefoon, die in beslag is genomen bij [naam medeverdachte 3] , staat het nummer van de in het tasje aangetroffen Nokia als contact, met daarbij de naam ‘ [naam] ’. Dit alles wijst erop dat het tasje en de telefoons van de verdachte waren en ten tijde van het ten laste gelegde bij hem in gebruik waren.

Uit het onderzoek naar de Iphone en de Nokia en de historische verkeersgegevens daarvan blijkt dat beide telefoons op 18 mei 2018, kort voor de ontmoeting met [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] in de woning, zijn gebruikt in Rotterdam en daarbij verplaatst werden in de richting van de Slotboomstraat. Onder meer is er tweemaal contact geweest tussen de Nokia en de Samsung van [naam medeverdachte 3] . Uit de uitgekeken camerabeelden blijkt dat [naam medeverdachte 3] toen samen met de Franse mannen richting de Slotboomstraat liep.

Verder zijn in de Iphone berichten aangetroffen die duiden op de handel in drugs en is bij de doorzoeking van de woning een verborgen ruimte onder de trap ontdekt waarin foto’s lagen van (onder meer) de verdachte, en zijn in die verborgen ruimte en elders in de woning ook diverse drugsgerelateerde goederen aangetroffen die erop duiden dat de woning werd gebruikt als dealpand.

Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de kg cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad.

De verklaring van de verdachte dat hij op 18 mei 2018 in het buitenland verbleef, wordt door de rechtbank als kennelijk leugenachtig terzijde gelegd. Hij heeft ter onderbouwing van zijn verklaring gewezen op de in- en uitreisstempels in zijn paspoort waaruit volgens hem zou blijken dat hij toen in Marokko verbleef. Deze in- en uitreisstempels blijken echter te zijn vervalst. Gelet op zijn verklaring kan het niet anders dan dat hij dit heeft gedaan om zichzelf een vals alibi te verschaffen.

4.2.

Vrijspraak feiten 1 en 3

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat ook de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten (poging tot doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen) kunnen worden bewezen. Uit de bewijsmiddelen zou volgen dat het de verdachte is geweest die, nadat [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] uit de woning aan de [adres delict] zijn gevlucht, heeft geschoten in de richting van deze twee mannen en de auto van aangever [naam aangever] waarvan zij de portieren probeerden te openen. Zij baseert dit onder meer op de verklaring van [naam medeverdachte 1] , waarin hij de verdachte van foto’s zegt te herkennen als degene die in de woning de cocaïne tevoorschijn haalde en degene die de schoten heeft gelost. Die verklaring wordt volgens de officier van justitie ondersteund door de verklaringen van [naam aangever] en de getuige [naam getuige] , meer in het bijzonder de door hen gegeven signalementen van de schutter respectievelijk degene die na het schietincident met een vuurwapen liep. De officier van justitie stelt dat de verdachte past in de beide signalementen.

Beoordeling

Vast staat dat er op 18 mei 2018, kort na de ontmoeting in de woning aan de [adres delict] , een schietpartij heeft plaatsgevonden op de Pendrechtstraat, een zijstraat van de Slotboomstraat. Daarbij zijn meerdere kogels terecht gekomen in de auto van de aangever [naam aangever] toen hij in allerijl wegreed om aan het geweld te ontsnappen. Dit gebeurde op het moment dat een man het portier aan zijn kant open probeerde te trekken. Uit het dossier komt naar voren dat die man [naam medeverdachte 2] danwel [naam medeverdachte 1] moet zijn geweest. Zij hebben dit bij meerdere auto’s geprobeerd. [naam aangever] zag toen op enkele tientallen meters afstand, schuin voor zijn auto, op straat een andere man die in de richting van zijn auto begon te schieten.

De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de schutter is geweest. [naam medeverdachte 1] is de enige die de verdachte heeft aangewezen als degene die de schoten heeft gelost. Het signalement dat de getuige [naam getuige] heeft gegeven is onvoldoende als ondersteuning voor deze verklaring. [naam getuige] beschrijft een man met een vuurwapen die hij vanuit het raam van zijn woning na het horen van de schoten zag wegrennen, samen met een andere man. Hij heeft niet gezien dat deze man heeft geschoten. Nu ook [naam medeverdachte 1] met een vuurwapen in de straat liep, staat niet vast dat degene die [naam getuige] omschrijft ook de schutter is geweest. Ook het signalement dat de aangever van de schutter heeft gegeven, is te algemeen om bij te kunnen dragen tot het bewijs. Gelet op het voorgaande ontbreekt eveneens het wettig bewijs met betrekking tot het voorhanden hebben van een vuurwapen.

Het onder 1 en 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

4.3.

Bewijswaardering feit 4

Standpunt verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 4 ten laste gelegde voorhanden hebben van een vervalst paspoort, subsidiair valsheid in geschrifte, op de grond dat niet kan worden bewezen dat hij wetenschap had van de vervalsing van de in- en uitreisstempels in zijn paspoort.

Beoordeling

Op grond van de inhoud van het proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee staat vast dat het paspoort van de verdachte is vervalst. Niet alleen de in- en uitreisstempels van Marokko waren vervalst, maar ook is de originele binddraad van het paspoort verwijderd en vervangen door een andere binddraad.

Vast staat ook dat de verdachte dit paspoort heeft overgelegd bij zijn verhoor als verdachte in deze zaak op 7 maart 2019; hij heeft toen heeft verklaard dat uit de stempels op dit paspoort blijkt dat hij ten tijde van de schietpartij op 18 mei 2018 in het buitenland verbleef. Gelet hierop en het kennelijke doel hiervan, namelijk om zichzelf een vals alibi te verschaffen, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte wetenschap had van de vervalsing van zijn paspoort. Het onder 4 primair ten laste gelegde voorhanden hebben van een vervalst paspoort is daarom wettig en overtuigend bewezen.

4.4.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

2.

hij op 18 mei 2018 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1000 gram, bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

4. primair

hij in de periode 18 mei 2018 tot en met 8 maart 2019 te Rotterdam een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht , te weten een Nederlands paspoort met nummer [paspoortnummer] afgegeven te Rotterdam, ten name van [naam verdachte] , waarvan hij, verdachte, wist dat dit vervalst was, voorhanden heeft gehad, bestaande die vervalsing hierin dat

- op voornoemd document de zichtbare in/uitreisstempels op visa op pagina 21 van het paspoort qua beveiliging en productietechnieken niet overeenkomen met originele in/uitreisstempels van Marokko

- de zichtbare in/uitreisstempels op visa op pagina 21 van het paspoort met uitzondering van de data geen inktstempelafdrukken, maar een nabootsing hiervan betreffen in een printtechniek

- de binddraad niet overeenkomt met een origineel binddraad van een nationaal paspoort van Nederland van dit model

- de originele binddraad is verwijderd, zodat het paspoort uiteen kon worden genomen om manipulatie eenvoudiger te maken.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5 Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

2.

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;

4 primair.

in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet, dat het vervalst is.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een kg cocaïne. Een hoeveelheid die onmiskenbaar is bestemd voor de handel.

Het is algemeen bekend dat harddrugs, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. Het gebruik van en de handel in cocaïne leiden bovendien tot vele vormen van criminaliteit en zijn daarmee een bron van overlast. De samenleving wordt bovendien geconfronteerd met hoge maatschappelijke kosten als gevolg van het gebruik en de handel in harddrugs.. Drugshandel gaat vaak gepaard met geweld, zoals ook in deze zaak is gebleken. Er waren bij de beoogde transactie twee vuurwapens aanwezig en met één van deze vuurwapens is geschoten op de auto van een willekeurige buurtbewoner.

De verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vervalst paspoort. Daarmee heeft hij het maatschappelijk vertrouwen in de echtheid van reisdocumenten/identiteitspapieren geschaad.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank de volgende omstandigheden meegewogen.

Allereerst is gekeken naar de straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd, zoals die onder meer tot uitdrukking komen in de oriëntatiepunten voor straftoemeting zoals geformuleerd door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.

In strafverhogende zin zijn meegewogen de bijkomende, gevaarzettende effecten van de drugshandel, zoals die zich in deze zaak ook hebben verwezenlijkt, en de omstandigheid dat de verdachte een vervalst paspoort heeft gebruikt om zichzelf een vals alibi te verschaffen.

De rechtbank heeft voorts meegewogen dat de verdachte blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 mei 2019 eerder is veroordeeld voor een drugsdelict (handel in verdovende middelen). Dit betreft een veroordeling in Duitsland in 2008, waarbij een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren is opgelegd.

Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar passend en geboden.

8 Vordering benadeelde partij

Vordering

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.050,= aan materiële schade en een vergoeding van € 2.000,= aan immateriële schade.

Beoordeling

De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde wordt vrijgesproken.

Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn vordering, zal deze worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57 en 231 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet .

10 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11 Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 2 en 4 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;

veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. P. Putters, voorzitter,

en mrs. G.M. Munnichs en D.L. Spierings, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. A.K. van Zanten, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De oudste rechter en de griffier zijn niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij

op of omstreeks 18 mei 2018

te Rotterdam

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

opzettelijk (een) perso(o)n(en) genaamd [naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 2] en/of

[naam aangever] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans

eenmaal heeft geschoten met een vuurwapen op, althans in de richting van die

[naam medeverdachte 1] en/of die [naam medeverdachte 2] en/of die [naam aangever] , terwijl de uitvoering van dat

voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

art 287 Wetboek van Strafrecht

art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

2.

hij

op of omstreeks 18 mei 2018

te Rotterdam

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd en/of opzettelijk

aanwezig heeft gehad ongeveer 1000 gram, in elk geval een hoeveelheid van een

materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne

een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel

aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

art 2 ahf/ond B Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

art 10 lid 4 Opiumwet

3.

hij

op of omstreeks 18 mei 2018

te Rotterdam

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

een (of meer) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1

en/of Categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een

vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een

pistool, en/of munitie van categorie II en/of III, te weten één of meer

kogelpatro(o)n(en), kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;

art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

4.

hij

in of omstreeks de periode 18 mei 2018 tot en met 8 maart 2019

te Rotterdam

een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op

de identificatieplicht,

te weten een Nederlands paspoort met nummer [paspoortnummer] afgegeven te Rotterdam,

ten name van [naam verdachte] , waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs

moest vermoeden dat deze vals of vervalst was,

heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, bestaande die valsheid of

vervalsing hierin dat

- op voornoemd document de zichtbare in/uitreisstempels op visa op pagina 21

van het paspoort qua beveiliging en productietechnieken niet overeenkomen met

originele in/uitreisstempels van Marokko

- de zichtbare in/uitreisstempels op visa op pagina 21 van het paspoort met

uitzondering van de data geen inktstempelafdrukken, maar een nabootsing

hiervan betreffen in een printtechniek

- de originele binddraad niet overeenkomt met een origineel binddraad van een

nationaal paspoort van Nederland van dit model

- de originele binddraad is verwijderd, zodat het paspoort uiteen kon worden

genomen om manipulatie eenvoudiger te maken;

art 231 lid 2 Wetboek van Strafrecht

Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou

kunnen leiden:

hij

in of omstreeks de periode 18 mei 2018 tot en met 8 maart 2019

te Rotterdam

opzettelijk gebruik heeft gemaakt van, althans voorhanden heeft gehad, een

valselijk opgemaakte en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs

van enig feit te dienen, te weten een Nederlands paspoort met nummer [paspoortnummer]

afgegeven te Rotterdam, ten name van [naam verdachte] als ware het echt en

onvervalst, door dit vervalste geschrift te tonen bij politie Eenheid

Rotterdam, teneinde aan te tonen dat hij, verdachte, in Marokko was in de

periode van 28 april 2018 tot en met 15 juni 2018;

art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature