U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Kort geding, niet duidelijk is wat voor overeenkomst gesloten is door welke partij. Wie is eigenaar van de scheepsmotor? Bezit en houderschap. Vonnis mondeling uitgesproken en later schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/583167 / KG ZA 19-1011

Vonnis in kort geding van 4 oktober 2019 (schriftelijke uitwerking van 7 oktober 2019)

in de zaak van

1. de rechtspersoon naar Deens recht

[naam eiseres 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats eiseres 1],

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[naam eiseres 2] ,

gevestigd te [vestigingsplaats eiseres 2],

eiseressen,

advocaat mr. M.M. van Leeuwen te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ROTTERDAMS HAVENBEDRIJF (RHB) B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde,

advocaat mr. B. Andriessen te Amsterdam.

Partijen worden hierna [eiseressen] en RHB genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 4 oktober 2019, met productie;

de mondelinge behandeling gehouden op 4 oktober 2019;

de pleitnota van [eiseressen];

de pleitnota van RHB.

1.2.

Om redenen van spoedeisendheid is kort na de mondelinge behandeling mondeling uitspraak gedaan. Deze schriftelijke uitwerking van die uitspraak is op 7 oktober 2019 aan partijen afgegeven.

2. De feiten

2.1.

Op 23 augustus 2019 heeft [naam eiseres 1] (hierna: [naam eiseres 1]) met [naam eiseres 2] (hierna: [naam eiseres 2]) bij mondelinge overeenkomst een ongebruikte MAN scheepsmotor uit 2008 gekocht (hierna de scheepsmotor), te leveren op de plaats waar deze zich bevond, te weten bij de stuwadoor RHB. De koopprijs bedroeg

€ 100.000,00. Die koopprijs is voldaan.

2.2.

[naam eiseres 1] heeft de scheepsmotor doorverkocht aan een Franse koper. Daarbij is afgesproken dat levering van de scheepsmotor plaatsvindt op het moment dat de scheepsmotor wordt geladen op de ‘ [naam schip] ’ (hierna: het schip), welk schip is gecharterd door de Franse koper.

2.3.

Het schip ligt sinds 3 oktober 2019 in Rotterdam. RHB weigert de scheepsmotor, die zich immer nog op haar terrein bevindt, te laten laden op/in het schip.

2.4.

[naam eiseres 1] heeft de voorzieningenrechter bij verzoekschrift van 4 oktober 2019 verzocht om ten laste van [naam eiseres 2] conservatoir beslag tot afgifte te doen leggen op de scheepsmotor. De voorzieningenrechter heeft dit verlof bij beschikking van 4 oktober 2019 verleend.

2.5.

Nadat het verlof is verkregen heeft er overleg plaats gevonden tussen [naam eiseres 2] en [naam eiseres 1]. Zij zijn het er over eens dat de scheepsmotor geleverd en geladen moet worden.

2.6.

Op 4 oktober 2019 heeft MAN, een Duits bedrijf dat de scheepsmotor aan RHB heeft verkocht of aan RHB heeft opgedragen deze te (doen) vernietigen, het volgende bericht aan [naam 1] van [naam eiseres 1]:

“Hello [naam 1] , for inconveniences but i got right now the information that a company in rotterdam got the clear order to scrap this engine including al inner parts. For this reason no one was allowed to sell the engine. Just scrapping. The MAN legal department is already informed. [naam 2] .”

3. Het geschil

3.1.

[eiseressen] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van RHB in de proceskosten, RHB te bevelen al het mogelijke te doen en niets na te laten om te zorgen dat het schip kan worden beladen, door [naam eiseres 2] of door deze aangewezen derden op haar terrein toe te laten, zodat [naam eiseres 2] de scheepsmotor in het schip kan laten, op straffe van een dwangsom, althans te bevelen dat de scheepsmotor op enige andere, door de voorzieningenrechter te bepalen wijze, aan [naam eiseres 2] ter beschikking wordt gesteld.

3.2.

[eiseressen] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Het was [naam eiseres 2] niet bekend dat RHB bij het sluiten van de koopovereenkomst van de scheepsmotor geen eigenaar was van de scheepsmotor. [naam eiseres 2] heeft te goeder trouw een koopovereenkomst met RHB gesloten op grond waarvan [naam eiseres 2] eigenaar is geworden van de scheepsmotor. Er is [naam eiseres 2] niets bekend van een aan haar (medewerker [naam 3] ) verstrekte overeenkomst tot opdracht tot vernietiging van de scheepsmotor met bijbehorende instructie tot het opstellen van certificaten van vernietiging en het maken van een fotoreportage zoals RHB stelt. Het is voor een recyclebedrijf als [naam eiseres 2] gebruikelijk om bij sloopobjecten te kijken naar mogelijkheden voor verkoop en extra opbrengsten. In dat kader heeft [naam eiseres 2] de scheepsmotor doorverkocht aan [naam eiseres 1]. Als [naam eiseres 2] de scheepsmotor helemaal had moeten vernietigen dan had haar dat ongeveer € 100.000,00 gekost. RHB heeft geen belang bij afwijzing van de vordering. [eiseressen] heeft een spoedeisend belang bij haar vordering. Zij zal door de Franse koper aansprakelijk worden gehouden voor het overliggeld van USD 7.000,00 per dag en voor een foutvrachtvordering.

3.3.

RHB voert gemotiveerd verweer dat strekt tot afwijzing van het gevorderde. RHB voert hiertoe het volgende aan. MAN is eigenaar van de scheepsmotor en heeft RHB de opdracht gegeven om de scheepsmotor te vernietigen. RHB dient een certificaat van vernietiging en een fotoreportage ter bevestiging van die vernietiging aan MAN te sturen. RHB heeft geen koopovereenkomst maar een overeenkomst van opdracht gesloten met [naam eiseres 2] ter vernietiging van de scheepsmotor. Met [naam 3] van [naam eiseres 2] is duidelijk gesproken over die opdracht en bijbehorende instructies. MAN staat onder geen beding toe dat de scheepsmotor, dan wel onderdelen daarvan, worden (door)verkocht. Als de vordering wordt toegewezen loopt RHB het risico op claims van MAN die niet overzienbaar zijn. De door [eiseressen] voorgestelde oplossing om het schip te laten laden en de Franse koper te verzoeken een week te wachten opdat nader contact met MAN kan worden opgenomen is voor RHB niet aanvaardbaar. Als de scheepsmotor op het schip wordt geladen dan komt deze in het bezit van de Franse koper. De situatie kan dan niet meer ongedaan gemaakt worden en [naam eiseres 1] is niet bereid zich garant te stellen voor eventuele schadeclaims vanuit MAN.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

Ten aanzien van het spoedeisend belang

4.1.

De voorzieningenrechter is op grond van artikel 254 Rv in alle spoedeisende zaken

waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt

vereist, bevoegd deze te geven. Van een spoedeisende zaak in hiervoor bedoelde zin is

sprake als van de eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitkomst van een

bodemprocedure afwacht. Het spoedeisend belang bij het gevorderde volgt uit de stellingen van [eiseressen] Het spoedeisend belang is door RHB ook niet betwist.

Ten aanzien van het gevorderde

4.2.

De vragen die in dit kort geding centraal staan zijn wat voor soort overeenkomsten door de verschillende partijen gesloten zijn en wie op dit moment eigenaar is van de scheepsmotor. De voorzieningenrechter stelt vast dat [naam eiseres 2] op dit moment geen bezitter of houder van de scheepsmotor is. RHB is, naar het zich laat aanzien, houder van de scheepsmotor. Niet duidelijk is echter voor wie zij de scheepsmotor houdt: dat kan voor [naam eiseres 2] zijn, als sprake is van een koopovereenkomst, maar het kan ook voor MAN zijn, als sprake is van een overeenkomst van opdracht tussen MAN en RHB.

Wat voor overeenkomst tussen VRLG en RHB is gesloten kan de voorzieningenrechter niet vaststellen. Partijen staan op dit punt lijnrecht tegenover elkaar en er zijn nauwelijks schriftelijke stukken die duidelijkheid verschaffen. Daar komt bij dat [naam 3] niet op de mondelinge behandeling is verschenen en de heren [naam 4] van RHB wel en zij stellig hebben verklaard dat zij de instructies van MAN uitvoerig hebben besproken met [naam 3] van [naam eiseres 2]. [naam 5] , directeur van [naam eiseres 2] (hierna: [naam 5] ) heeft dit niet weersproken. Dat er desalniettemin sprake was van een koopovereenkomst omdat het vernietigen van de scheepsmotor [naam eiseres 2] ongeveer € 100.000,00 zou kosten is vooralsnog niet aannemelijk. [eiseressen] heeft daartoe geen stukken overgelegd en dit standpunt is pas op het allerlaatste moment (in de allerlaatste termijn) ter zitting door [naam 5] ingenomen. Daar komt nog bij dat op grond van de hiervoor in 2.6. geciteerde e-mail niet valt uit te sluiten dat sprake is van een overeenkomst van opdracht zowel in de relatie MAN-RHB als in de relatie [naam eiseres 2]-RHB. In dat geval was [naam eiseres 2] niet bevoegd om de scheepsmotor aan Smeedegaarden te verkopen, mede gelet op de locatie waar de scheepsmotor zich nog steeds bevindt.

4.3.

Dan is de vraag of hier nog een (praktische) mouw aan te passen valt op de wijze als door [eiseressen] in dit kort geding gevorderd en tijdens de mondelinge behandeling nog nader besproken. In dit kader zijn meerdere varianten aan de orde gekomen. Door [eiseressen] is in ieder geval geopperd om de scheepsmotor aan boord van het schip te laten gaan. [naam eiseres 1] heeft toegezegd ervoor in te staan dat er met de scheepsmotor bij aankomst in Frankrijk gedurende een week niets gebeurt. De voorzieningenrechter voorziet op dit punt tenminste twee complicerende factoren. Zodra de scheepsmotor op het schip geladen wordt, bevindt deze zich in de beslissingsmacht van de Franse koper. Er is, in dat geval voor RHB slechts garantie tot aan het moment van laden. Daarnaast is niet te voorzien wat voor claim MAN richting RHB heeft of kan hebben. Dit is van belang omdat wel duidelijk is dat [naam eiseres 1] op dit moment geen vrijwaring voor een dergelijke claim geeft.

4.4.

Dat maakt dat de voorzieningenrechter niet volledig kan overzien wat de gevolgen van toewijzing van de vordering zijn. De risico’s voor [eiseressen] zijn duidelijk en zien op schadeclaims ten aanzien van het vervoer, overliggeld en koopovereenkomst(en).

Niet duidelijk is wat de risico’s voor RHB zijn, terwijl het bestaan van die risico’s gelet op de in 2.6. geciteerde e-mail bepaald niet valt uit te sluiten. De voorzieningenrechter neemt daarbij verder nog in aanmerking dat tijdens de mondelinge behandeling is gesproken over een tijdens een schorsing met MAN gevoerd telefoongesprek in welk telefoongesprek volgens RHB een heel duidelijk ‘nee’ is gegeven op, naar de voorzieningenrechter begrijpt, ofwel verkoop van de scheepsmotor dan wel het laden daarvan op het schip. [eiseressen] heeft die stelling van RHB verder onbesproken gelaten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat, dit alles bij elkaar opgeteld, moet leiden tot afwijzing van de vordering.

4.5.

Tot slot merkt de voorzieningenrechter op dat dit oordeel partijen er niet van hoeft te weerhouden om de relevante schriftelijke stukken boven water te krijgen en aan elkaar te verstrekken en te bezien of en in hoeverre MAN bereid is tot het treffen van een regeling.

Ten aanzien van de proceskosten

4.6.

[eiseressen] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van RHB worden begroot op:

- griffierecht € 639,00

- salaris advocaat € 980,00

Totaal € 1.619,00

5. De beslissing

De voorzieningenrechter:

5.1.

wijst de vorderingen af,

5.2.

veroordeelt [eiseressen] in de proceskosten, aan de zijde van RHB tot op heden begroot op € 1.619,00,

5.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2019.De schriftelijke uitwerking van dit vonnis is op 7 oktober 2019 aan partijen ter beschikking gesteld.

2180/2009


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature