U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

concurrentie- en relatiebeding geldig; geen vernietiging; bewijsopdracht werkgeefster overtreding concurrentiebeding. Zie ook ECLI:NL:RBROT:2020:5361

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7500532 CV EXPL 18-8194

uitspraak: 13 juni 2019

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van:

[eiser] ,

wonende te [woonplaats eiser] ,

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

gemachtigde: mr. I.B. Jansse,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] ,

gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

gemachtigde: mr. E. den Hartog.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘ [gedaagde] ’.

1. Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 30 november 2018;

de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie;

de conclusie van antwoord in reconventie;

het tussenvonnis van 7 februari 2019 waarin een comparitie van partijen is bepaald;

de aantekening dat de comparitie heeft plaatsgevonden op 1 mei 2019;

de overgelegde producties.

De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

2.1

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.

2.2

[eiser] is per 3 augustus 2015, aanvankelijk voor de duur van zeven maanden, in dienst getreden bij [gedaagde] . In de door partijen op schrift gestelde arbeidsovereenkomst staat – voor zover hier van belang – het volgende:

“ Artikel 17. Non-concurrentiebeding

Het is werknemer tijdens en gedurende 1 jaar na beëindiging van het dienstverband, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, niet toegestaan om binnen een straal van 30 kilometer vanaf het adres van de vestiging van de werkgever, waar werknemer werkzaam was, in enige vorm, direct of indirect, werkzaamheden voor derden te verrichten, gelijk of gelijksoortig aan de werkzaamheden die werkgever verricht, of voor eigen rekening een onderneming te drijven of daarbij betrokken te zijn, gelijk of gelijksoortig aan die van werkgever.

Het is werknemer verboden, behoudens schriftelijke toestemming van werkgever, om gedurende 1 jaar na het einde van deze overeenkomst direct of indirect, voor zichzelf of voor anderen werkzaamheden te verrichten of diensten te verlenen, gelijk of gelijksoortig aan de door werkgever verrichte werkzaamheden c.q. verleende diensten en/of betrokken te zijn bij dergelijke werkzaamheden en diensten ten behoeve van personen, instellingen of bedrijven die in de periode van 24 maanden voorafgaand aan het einde van het dienstverband behoorden tot de cliënten of relaties van werkgever, dan wel met dergelijke cliënten c.q. relaties (actief of passief) contacten te onderhouden.

Dit beding is noodzakelijk om zwaarwichtige bedrijfsbelangen te beschermen. Dit betreft ten eerste het belang van werkgever om haar klanten, relaties en knowhow te behouden. Ten tweede dient het ter voorkoming van het risico dat bedrijfsgeheimen of andere belangrijke strategische en/of beleidsmatige informatie van de onderneming, zouden worden doorgespeeld aan een concurrent. Het betreft hier informatie waarvan de werknemer in de uitoefening van zijn functie kennis neemt, en die de onderneming zou kunnen schaden indien de werknemer deze informatie elders verspreidt.

Artikel 18. Relatiebeding

Het is werknemer evenmin toegestaan om gedurende een periode van 12 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst op enige wijze zakelijke betrekkingen aan te gaan of te onderhouden met (voormalige) relaties van Werkgever, behoudens de voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever. (…)

Artikel 21. Boetebeding

Werknemer is van rechtswege in gebreke indien hij in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van de artikelen 15 t /m 20 handelt en zal – voor zover nodig – in afwijking van artikel 7:650 derde lid BW voor iedere overtreding een voor werkgever bestemde boete verbeuren waarvan het bedrag overeenkomt met € 2.000 per overtreding , alsmede een boete gelijk aan € 200 voor elke dag dat de overtreding of de niet nakoming voortduurt, onverminderd het recht van de werkgever nakoming van deze overeenkomst te verlangen en onverminderd het recht van werkgever om in plaats van de boete volledige schadevergoeding te vorderen.”

2.3

Op 29 januari 2016 heeft [gedaagde] – voor zover hier van belang – het volgende aan [eiser] geschreven:

“(…) Wij zijn een tijdelijk dienstverband met u aangegaan voor een periode van 7 maanden, namelijk van 3 augustus 2015 tot 3 maart 2016. Per laatstgenoemde datum zal dit tijdelijk dienstverband worden verlengd met een periode van één jaar, namelijk tot en met 2 maart 2017.

Alle overige voorwaarden uit uw arbeidsovereenkomst blijven ongewijzigd van kracht. Hierbij wijzen wij u nadrukkelijk op de artikelen die betrekking hebben op de overeengekomen bedingen inzake non-concurrentie, zijnde de artikelen 14 t /m 19 en artikel 2 1. (…)”

2.4

Nadien is de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voortgezet.

2.5

[eiser] heeft de arbeidsovereenkomst met [gedaagde] opgezegd per 1 oktober 2018. Per diezelfde datum is hij in dienst getreden van de [naam bedrijf 1] .

2.6

[eiser] heeft bij deze rechtbank bij wijze van voorlopige voorziening gevorderd de non-concurrentiebedingen te schorsen. De rechtbank heeft zijn vorderingen afgewezen en het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.

3. De vordering en het verweer in conventie

3.1

[eiser] vordert in conventie dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

primair:

I. voor recht wordt verklaard dat er tussen [eiser] en [gedaagde] geen relatiebeding geldt, althans, voor zover er sprake is van een geldig relatiebeding, dit wordt vernietigd, althans wordt beperkt tot een beding dat uitsluitend van toepassing is op een gelimiteerd aantal relaties voor wie [eiser] in het jaar voorafgaand aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst direct werkzaamheden heeft verricht;

II. voor recht wordt verklaard dat tussen [eiser] en [gedaagde] geen concurrentiebeding geldt, althans, voor zover er sprake is van een geldig relatiebeding, dit wordt vernietigd, althans beperkt;

subsidiair:

III. voor het geval het concurrentiebeding zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen partijen geldt, voor recht wordt verklaard dat [eiser] niet in overtreding is van het concurrentiebeding door in dienst te treden bij de vestiging van [naam bedrijf 1] aan de [adres bedrijf] te Moerdijk;

primair en subsidiair:

IV. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.

3.2

[eiser] legt het volgende aan zijn vordering ten grondslag. Tussen partijen gelden geen non-concurrentiebedingen, omdat niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Subsidiair zijn de bedingen vernietigbaar omdat [gedaagde] niet heeft voldaan aan de verplichting de bedingen deugdelijk te motiveren, dan wel omdat een belangenafweging in het voordeel van [eiser] dient uit te vallen. Ook indien de bedingen rechtsgeldig zijn, dan heeft [eiser] daarmee niet in strijd gehandeld.

3.3

[gedaagde] heeft verweer gevoerd. Daarop zal – voor zover van belang – hierna worden ingegaan.

4. De vordering en het verweer in reconventie

4.1

[eiseres] vordert in reconventie dat [verweerder] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van:

I. de opeisbare boete per overtreding van € 2.000,00 voor overtreding van het concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 17 en artikel 21 van de arbeidsovereenkomst;

II. de opeisbare boete van € 25.400,00 zijnde de boete van € 200,00 per dag gerekend vanaf 1 oktober 2018 tot en met 5 februari 2019 uit hoofde van artikel 17 en artikel 21 van de arbeidsovereenkomst, te vermeerderen met de opeisbare boete van € 200,00 per dag vanaf 6 februari 2019 uit hoofde van artikel 17 en artikel 21 van de arbeidsovereenkomst;

III. [verweerder] wordt veroordeeld in de proceskosten.

4.2

[eiseres] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. [verweerder] heeft in strijd met de overeengekomen non-concurrentiebedingen gehandeld en hij is daarom de overeengekomen boetes verschuldigd.

4.3

[verweerder] heeft verweer gevoerd. Daarop zal – voor zover van belang – hierna worden ingegaan.

5. De beoordeling

5.1

[verweerder] voert aan dat het concurrentiebeding en het relatiebeding niet gelden omdat bij het omzetten van de arbeidsovereenkomst in een overeenkomst voor onbepaalde tijd niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Dat standpunt wordt verworpen. Het is juist dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat in het geval een non-concurrentiebeding niet is opgenomen in een door de werknemer ondertekend stuk, maar in een daarvan losstaand document, dat document bij het ondertekende stuk moet zijn gevoegd of de werknemer in het ondertekende stuk uitdrukkelijk moet verklaren met het beding akkoord te zijn. Deze situatie verschilt echter wezenlijk van de situatie zoals aan de orde in de arresten van de Hoge Raad. In dit geval heeft [verweerder] immers bij het aangaan van de eerste arbeidsovereenkomst voor het non-concurrentiebeding getekend, en die arbeidsovereenkomst is vervolgens door partijen op overwegend dezelfde voorwaarden voortgezet. Bij een dergelijke voortzetting van de arbeidsovereenkomst is niet vereist dat de werknemer opnieuw schriftelijk instemt met de bedingen. Aan het schriftelijkheidsvereiste is dan ook voldaan.

5.2

Voor zover [verweerder] zich op het standpunt heeft willen stellen dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de bedingen, of een van de bedingen, waren komen te vervallen kan zijn standpunt evenmin slagen. [eiseres] heeft in de verlengingsbrieven er duidelijk op gewezen dat de non-concurrentiebedingen van kracht blijven. [verweerder] diende te begrijpen dat daarmee ook werd bedoeld het relatiebeding, temeer nu een relatiebeding in het wettelijk systeem ook als zodanig wordt aangemerkt en in de brief wel wordt verwezen naar het daarmee corresponderende artikel.

5.3

[verweerder] heeft voorts gesteld dat het non-concurrentiebeding vernietigbaar is omdat niet is voldaan aan het vereiste dat de noodzakelijkheid ervan moet blijken uit de door de werkgever gegeven schriftelijke motivering ervan. Dat standpunt wordt niet gevolgd. Alleen in het geval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geldt de eis dat de noodzakelijkheid van het beding door de werkgever voldoende moet zijn gemotiveerd. Voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt een dergelijke eis niet. Ook indien het beding vernietigbaar was gedurende de periode dat tussen partijen nog een arbeidsovereenkomst gold voor bepaalde tijd, dan doet dat niet af aan de geldigheid van het beding nadat de arbeidsovereenkomst was verlengd voor onbepaalde tijd. [verweerder] kan op deze grond dan ook geen beroep doen op vernietiging van het beding.

5.4

Voor zover [verweerder] heeft bedoeld dat de bedingen moeten worden vernietigd omdat deze onduidelijk zouden zijn, moet die stelling bij gebrek aan juridische grondslag worden verworpen. Eventuele onduidelijkheid van een beding kan niet leiden tot vernietiging ervan.

5.5

Niet in geschil is dat [naam bedrijf 1] als concurrent van [eiseres] moet worden aangemerkt. Tussen partijen is wel in geschil of het [verweerder] is toegestaan in dienst te treden van de vestiging van [naam bedrijf 1] in Moerdijk. Volgens [eiseres] bevindt deze vestiging zich binnen een straal van 30 km van de vestiging van [eiseres] in Schiedam, terwijl [verweerder] aanvoert dat de vestiging in Moerdijk daar net buiten ligt. Partijen hebben in dit kader een aantal berekeningen overgelegd, die zijn gebaseerd op diverse op internet aangeboden rekenmodellen. Kort gezegd komt alleen de berekening die is uitgevoerd op de website distance.to uit op een afstand van meer dan 30 km. Ter zitting heeft [eiseres] echter – naar achteraf blijkt terecht – gesteld dat deze afstand niet juist is omdat de locatie van de vestigingen daarin niet nauwkeurig is bepaald. Wanneer op de website distance.to niet de adressen worden ingevuld van de beide vestigingen maar de daadwerkelijke plaatsen met een speld worden aangewezen komt er een afstand uit van minder dan 30 km. Dat heeft tot gevolg dat alle websites een afstand weergeven van minder dan 30 km. Ten overvloede heeft de kantonrechter ambtshalve aan Rijkswaterstaat gevraagd de afstand te berekenen. Deze dienst heeft de afstand op twee manieren berekend en komt uit op 29.232,8 en 29.234,98 meter.Als vaststaand wordt dan ook aangenomen dat de vestiging in Moerdijk binnen het bereik van het concurrentiebeding ligt. Partijen hebben geen feiten of omstandigheden gesteld die maken dat het beding anders zou moeten worden uitgelegd dan dat de straal van 30 km een harde grens betreft. Dat geldt temeer nu partijen het erover eens zijn dat deze afstand niet met een bepaalde specifieke reden is gekozen. Andere aanknopingspunten zijn er dus niet.

5.6

[verweerder] heeft aangevoerd dat hij er groot belang bij heeft om bij [naam bedrijf 1] in dienst te treden omdat dit voor hem een aanzienlijke salarisverhoging meebrengt en er bij [naam bedrijf 1] meer doorgroeimogelijkheden zijn. Deze belangen wegen onder de gegeven omstandigheden echter onvoldoende om tot (gedeeltelijke) vernietiging van de bedingen over te gaan. Het beding is door [eiseres] beperkt tot een straal van 30 km vanaf de vestiging van [eiseres] . Zonder verdere onderbouwing moet er daarom van worden uitgegaan dat er voor [verweerder] voldoende mogelijkheden waren om ergens anders aan het werk te gaan. [eiseres] heeft er voorts op gewezen dat al verschillende van haar werknemers zijn overgestapt naar concurrenten en niet in geschil is dat [verweerder] vanuit zijn functie contacten onderhield met klanten. De door hem met die klanten opgebouwde relatie kan door concurrenten van [eiseres] worden gebruikt om met haar de concurrentie aan te gaan. De bedingen zoals weergegeven onder 2.2 zijn gelet op het vorenstaande rechtsgeldig overeengekomen en er bestaat geen grond voor vernietiging.

5.7

[eiseres] vordert in reconventie betaling van de boete wegens overtreding van het beding. [verweerder] betwist met de bedingen in strijd te hebben gehandeld. Het is op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv aan [eiseres] om die feiten en omstandigheden te stellen – en zo nodig te bewijzen – die maken dat in strijd met de bedingen is gehandeld.

5.8

Voor de vraag of [verweerder] in strijd heeft gehandeld met de bedingen, moeten de bedingen eerst worden uitgelegd. Deze uitleg dient te geschieden aan de hand van wat partijen over en weer, mede op grond van elkaars gedragingen en verklaringen, redelijkerwijs mochten verwachten. Daarbij dient ook te worden meegewogen dat de wetgever heeft beoogd aan de werknemer op dit punt bescherming te bieden en dat de bedingen door [eiseres] zijn opgesteld.

5.9

Vraag is hoe de zinsnede ‘binnen een straal van 30 kilometer (…) werkzaamheden voor derden te verrichten’ moet worden uitgelegd. Partijen dienen zich daarover – nadat eventuele bewijslevering heeft plaatsgevonden – nog nader uit te laten.

5.10

[eiseres] zal – met inachtneming van het bovenstaande – in de gelegenheid worden gesteld om te bewijzen dat [verweerder] binnen een straal van 30 kilometer vanaf de vestiging van [eiseres] voor [naam bedrijf 1] werkzaamheden heeft verricht.

5.11

Vaststaat dat [verweerder] contact heeft gehad met [naam persoon] van [naam bedrijf 2] . Ter zitting heeft [verweerder] verklaard dat hij ervan op de hoogte was dat [naam persoon] een relatie van [eiseres] was. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft hij daarmee gehandeld in strijd met het relatiebeding. [verweerder] heeft terecht aangevoerd dat het relatiebeding niet zover rijkt dat hij relaties van [eiseres] ook in de privésfeer moet ontwijken, maar het bezoeken van een voetbalwedstrijd vanuit een skybox is naar zijn aard nu juist een zakelijke aangelegenheid die is bedoeld om relaties te onderhouden. Een en ander blijkt bovendien uit de geschreven tekst bij het door [eiseres] overgelegde Facebookbericht: ‘ [naam bedrijf 1] in actie……!!’. Een boete voor deze overtreding van € 2.000,00 wordt echter in de gegeven omstandigheden niet redelijk geacht. Daarom zal hiervoor een bedrag van € 500,00 worden toegewezen.

6. De beslissing

De kantonrechter:

stelt [gedaagde] in de gelegenheid om te bewijzen dat [verweerder] binnen een straal van 30 kilometer vanaf de vestiging van [gedaagde] te Schiedam voor [naam bedrijf 1] werkzaamheden heeft verricht;

verwijst de zaak daartoe naar de rolzitting van donderdag 11 juli 2019 alwaar [gedaagde] zich mag uitlaten over het door haar te leveren bewijs;

wijst [gedaagde] erop dat indien zij schriftelijk bewijs wenst te leveren, zij de bewijsstukken direct bij de akte in het geding moet brengen;

wijst [gedaagde] erop dat indien zij getuigen door de rechtbank wil laten horen, zij de namen van de gewenste getuigen moet vermelden en ook de verhinderdata van alle betrokkenen;

bepaalt dat eventuele getuigenverhoren zullen plaatsvinden in het gerechtsgebouw aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht voor de hierna te noemen kantonrechter;

wijst [gedaagde] erop dat zij de getuigen zelf zal moeten oproepen;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

371


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature