Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Opgave wettige bewijsmiddelen. De verdachte bekent het handelen in strijd met artikel 26 WWM te weten het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III en de daarbij behorende munitie. De rechtbank legt een gevangenisstraf op voor de duur van 6 maanden. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte redenen om van die 6 maanden 3 maanden voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van 2 jaar en daarnaast een forse taakstraf.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 2

Parketnummer: 10/185565-18

Datum uitspraak: 21 december 2018

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte],

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres verdachte],

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in

de Penitentiaire Inrichting Dordrecht,

raadsman mr. G.A.J. Purperhart, advocaat te Rotterdam.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 december 2018.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest.

4. Bewezenverklaring

Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.

In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

hij op of omstreeks 18 september 2018 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie , te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Zastava, type 70, kaliber 7,65 mm met daarbij voor dat wapen geschikte munitie voorhanden heeft gehad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5. Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III; en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie .

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

Het feit is dus strafbaar.

6. Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7. Motivering straffen

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft een pistool met bijbehorende munitie voorhanden gehad in een auto. Verontrustend is daarbij dat de verdachte onder invloed van cocaïne was.

Vuurwapens worden steeds vaker gebruikt bij het plegen van ernstige misdrijven, hetgeen het gevoel van onveiligheid binnen de samenleving doet toenemen. Daarnaast brengt de ongecontroleerde aanwezigheid van wapens en munitie in de samenleving een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen mee. Dat dit risico niet ondenkbeeldig is, blijkt wel uit het feit dat in de regio Rotterdam alleen al bijna wekelijks schietpartijen plaatsvinden. In sommige gevallen met dodelijke afloop, of met zwaar letsel tot gevolg. Daartegen dient daarom streng te worden opgetreden.

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 december 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke strafbare feiten.

Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen de verdachte en zijn raadsman omtrent de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ter zitting naar voren hebben gebracht.

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een forse gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in min of meer soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte echter aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen en zal daarnaast een taakstraf van aanzienlijke duur opleggen. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

9. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10. Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 (twee) jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;

stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;

beveelt dat de tijd van 3 (drie) maanden die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek 110 (honderdtien) uren te verrichten taakstraf resteert;

beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 55 (vijfenvijftig) dagen;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. J. Snitker, voorzitter,

en mrs. V.M. de Winkel en M.W.J. van Elsdingen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. N.M. Verduijn, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2018.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

hij op of omstreeks 18 september 2018 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie , te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Zastava, type 70, kaliber 7,65 mm met daarbij voor dat wapen geschikte munitie voorhanden heeft gehad.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature