Opgave wettige bewijsmiddelen. De verdachte bekent het handelen in strijd met artikel 26 WWM te weten het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III en de daarbij behorende munitie. De rechtbank legt een gevangenisstraf op voor de duur van 6 maanden. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte redenen om van die 6 maanden 3 maanden voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van 2 jaar en daarnaast een forse taakstraf.