U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling ter zake van mensensmokkel in vereniging. De verdachte heeft vier personen met de Albanese nationaliteit, die in het bezit waren van

valse Slowaakse identiteitsdocumenten, door België en Nederland gesmokkeld met als bestemming Groot-Brittannië. Vrijspraak voor voorhanden hebben van pepperspray. Oplegging van gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/750352-18

Datum uitspraak: 5 december 2018

Tegenspraak (artikel 279 Sv)

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te Bratislava (Tsjecho-Slowakije) op [geboortedatum verdachte] ,

zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de PI Krimpen aan den IJssel,

raadsvrouw mr. J.A. van Gemeren, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 november 2018.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, met aftrek van voorarrest.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Vrijspraak feit 2

4.1.1.

Standpunt officier van justitie

Bewezen is dat de verdachte een busje pepperspray voorhanden heeft gehad. Dit blijkt uit hetgeen is gerelateerd omtrent het onderzoek door de taakaccenthouder Wapens en Munitie, waaruit tevens blijkt dat hetgeen is aangetroffen een wapen in de zin van de Wet wapens en munitie betreft.

4.1.2.

Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat wettig bewijs van het ten laste gelegde ontbreekt, aangezien er geen onderzoek is gedaan naar de inhoud van het bij de verdachte aangetroffen busje, zodat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de inhoud van het busje daadwerkelijk “pepperspray” was. Genoemde taakaccenthouder heeft in zijn proces-verbaal immers vermeld dat de inhoud van het busje niet is getest, maar dat gezien de tekst van een website waarop een dergelijk busje wordt verkocht, hij van mening is dat de inhoud mogelijk traangas of pepperspray bevat. Dit is niet toereikend om tot een bewezenverklaring te komen en overigens bevat het dossier ter zake hiervan geen bewijs.

4.1.3.

Conclusie

Het onder 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

4.2.

Bewijswaardering feit 1

4.2.1.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte uit vrije wil mensen heeft gesmokkeld. Volgens de raadsvrouw is de verdachte dermate door derden onder druk gezet dat hij geen keuze heeft gehad. Daarnaast kan niet worden vastgesteld dat sprake was van winstbejag. Als er al winstbejag zou zijn geweest, was dit gelegen in de bescherming van zichzelf en zijn naasten.

4.2.2.

Beoordeling

Op grond van het onderzoek ter terechtzitting en de inhoud van het strafdossier stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.

Op 16 augustus 2018 omstreeks 13.00 uur werd een uitreiscontrole uitgevoerd op de voertuigen op het terrein van Stena Line in Hoek van Holland die de overtocht naar Groot-Brittannië zouden maken. In een personenauto die door de verdachte bestuurd werd, bevonden zich vier vreemdelingen met valse (Slowaakse) identiteitsbewijzen die, naar later bleek, allen de Albanese nationaliteit hadden.

De verdachte heeft verklaard te hebben geweten dat hij fout zat, maar dat hij wel moest handelen zoals hij gedaan heeft, in verband met de veiligheid van hemzelf en zijn naasten.

Vrije wil

Het verweer dat de verdachte niet uit vrije wil is overgegaan tot de mensensmokkel van de vier vreemdelingen slaagt niet, aangezien deze door de verdachte gestelde (be)dreiging op geen enkele wijze ondersteuning vindt in het dossier. Daarin bevinden zich sms-berichten tussen de verdachte en ene [naam 1] , maar die wijzen niet op een situatie waarin de verdachte op enige wijze onder druk wordt gezet. Ook overigens bevat het dossier geen enkele aanwijzing voor de juistheid van de stelling van de verdachte. Nu de verdachte bovendien niet ter zitting is verschenen en hij ook tijdens de diverse verhoren geen toelichting en onderbouwing heeft gegeven, acht de rechtbank zijn – niet verifieerbare – verklaring dienaangaande onaannemelijk, zodat aangenomen wordt dat de verdachte uit vrije wil heeft gehandeld.

Winstbejag

Van winstbejag is sprake indien het handelen van de dader was ingegeven door een gerichtheid op verrijking, waarbij het niet noodzakelijk hoeft te gaan om een op geld waardeerbaar voordeel en evenmin bepalend is of het beoogde voordeel daadwerkelijk is behaald. Door de vreemdelingen is weliswaar verklaard dat zij geen geld aan de verdachte hebben betaald, maar uit de verklaring van [naam 2] volgt wel dat er aan de chauffeur (verdachte) betaald zou worden bij aankomst in Engeland. Daarnaast overweegt de rechtbank dat de verdachte zelf heeft verklaard dat hij € 1000,00 heeft gekregen voor de te maken onkosten. De rechtbank overweegt te dien aanzien voorts dat, ook al zou de verdachte de tickets voor de ferry, mogelijke overnachtingskosten en de benzine hiervan hebben betaald, kan worden aangenomen dat er nog een geldbedrag voor hem zou overblijven.

Ook is niet gebleken van ideële motieven aan de zijde van de verdachte die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Gelet hierop acht de rechtbank bewezen dat het handelen van de verdachte er op gericht was zichzelf te verrijken.

4.2.3.

Conclusie

De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging.

4.3.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

hij, op of omstreeks 16 augustus 2018 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,

althans in Nederland, en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, anderen, te weten vier personen van buitenlandse afkomst

- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België en Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft

en

- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf

in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België

en Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid en middelen

of inlichtingen heeft verschaft

door

- bovengenoemde personen in een (huur)auto ( Skoda Rapid met Slowaaks kenteken [kentekennummer] ) te vervoeren door België en Nederland richting Hoek van Holland om vervolgens de boot naar Groot-Brittannië te nemen, en

- tickets aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië,

en (aldus) de doorreis en het transport en toegang door/naar en het

verblijf in Nederland en België en Groot-Brittannië heeft gefaciliteerd

terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), wist(en) dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was.

Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5 Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

de voortgezette handeling van

mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd

en

een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, en hem daartoe gelegenheid en middelen verschaft, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is en terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft vier personen met de Albanese nationaliteit, die in het bezit waren van valse Slowaakse identiteitsdocumenten, door België en Nederland gesmokkeld met als bestemming Groot-Brittannië. Hierbij heeft hij ieder geval samengewerkt met een andere persoon, door met hem telefonisch contact te onderhouden, bijvoorbeeld op de dag voor de geplande overtocht en het moment dat de tickets voor de overtocht werden geregeld bij de balie van Stena Line in Hoek van Holland.

Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist, maar wordt ook bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit. Bovendien kan mensensmokkel diverse nadelige gevolgen voor de betrokken vreemdelingen hebben. Door verdachte heeft zich aan dit alles niets gelegen laten liggen en heeft gehandeld uit winstbejag, kennelijk om zelf financieel voordeel te behalen. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 oktober 2018, waaruit niet blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur. Bij de bepaling daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal vreemdelingen dat is gesmokkeld, de omstandigheid dat is gehandeld uit winstbejag en op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Voorts heeft de rechtbank meegewogen dat de verdachte weliswaar een cruciale rol vervulde als chauffeur van de vreemdelingen, die ook enkele andere zaken regelde, maar dat hij de smokkel niet (tevens) als initiator heeft georganiseerd en/of gecoördineerd.

De verdediging heeft verzocht een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan de duur van het voorarrest achterwege te laten, gelet op de omstandigheid dat de verdachte onder druk is gezet om de feiten te plegen en hij geen andere keuze heeft gehad. De rechtbank ziet hiervoor echter geen aanleiding, gelet op de aard en ernst van de feiten, terwijl bovendien van de gestelde bedreigingen niets gebleken is. De persoonlijke omstandigheden zijn bovendien niet van dien aard dat van een gevangenisstraf van na te melden duur zou moeten worden afgeweken.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47, 56, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10 Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. R. Brand, voorzitter,

en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en D. van Putten, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Herwijnen, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij, op of omstreeks 16 augustus 2018 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,

althans in Nederland, en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

een ander of anderen, te weten vier, althans één of meer, personen met de

Albanese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,

- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of

- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft

door

- valse/vervalste identiteitsdocumenten voor genoemde personen te (laten) regelen en/of

- bovengenoemde personen in een (huur)auto ( Skoda Rapid met Slowaaks kenteken [kentekennummer] ) te vervoeren door België en/of Nederland richting Hoek van Holland om vervolgens de boot naar Groot-Brittanië te nemen, en/of

- ( een) ticket(s) aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië,

en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf in Nederland en/of België en/of Groot-Brittannië georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd

terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was;

2.

hij, op of omstreeks 16 augustus 2018 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,

althans in Nederland, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van categorie II onder sub 6 van de Wet wapens en munitie , te weten een spuitbus met traangas /pepperspray, zijnde (een) voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen met (een) giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen), voorhanden heeft gehad.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature