Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Loonvordering. SchoonmaakCAO niet van toepassing. Beroep op verrekening stuit af op vervaltermijn artikel 7:686a lid 4 sub a BW. Sterke werking vervaltermijn: recht zelf vervalt ook.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 5038244 / CV EXPL 16-19080

uitspraak: 23 december 2016

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[eiseres],,

wonende te [plaatsnaam],

eiseres bij exploot van dagvaarding van 6 april 2016,

gemachtigde: mr. drs. D. Vanicková te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HOME HOTEL B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde,

gemachtigde: mr. M.P.A. Oogjen te Nieuwegein.

Partijen worden hierna aangeduid als [eiseres] en Home Hotel.

1 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen:

het exploot van dagvaarding van 6 april 2016, met producties 1 tot en met 20;

de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 11;

de brief van 26 september 2016 namens [eiseres], met producties 21 en 22;

het vonnis van 22 juni 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;

het proces-verbaal van de op 4 oktober 2016 gehouden comparitie van partijen.

De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis nader bepaald op heden.

2 De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen, voor zover thans van belang en zakelijk weergegeven, het volgende vast.

2.1

[eiseres], geboren op [geboortedatum], is op 23 april 2015 in dienst getreden bij Home Hotel, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 22 november 2015. De door partijen ondertekende arbeidsovereenkomst vermeldt dat [eiseres] is aangesteld in de functie van medewerker voor alle voorkomende werkzaamheden en dat het bruto uurloon een bedrag van € 8,67 exclusief vakantietoeslag en andere wettelijke toeslagen bedraagt.

2.2

Home Hotel houdt zich bezig met de verhuur van kamers voor kort en langdurig verblijf.

2.3

[eiseres] heeft in de periode 23 april 2015 tot en met 1 juli 2015 in totaal 403,75 uur gewerkt voor Home Hotel en de aan haar gerelateerde ondernemingen (restaurant Werelds). Zij heeft haar werkzaamheden op 1 juli 2015 gestaakt.

2.4

Na 1 juli 2015 bestond er voor Home Hotel geen salarisverplichting meer jegens [eiseres].

2.5

Namens [eiseres] is Home Hotel bij brief van 12 februari 2016 gesommeerd tot betaling van achterstallig loon.

2.6

De in 2015 geldende CAO in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf (verder ook de Schoonmaak CAO|) vermeldt in artikel 1 voor zover thans van belang:

Artikel 1 Definities en karakter van de cao .

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1. Schoonmaakbedrijf, dan wel glazenwassersbedrijf:

Iedere onderneming, die haar hoofd- of nevenberoep maakt van het regelmatig of eenmalig schoonmaken, dan wel glazenwassen in, op of aan gebouwen, woningen, terreinen en /of verkeersmiddelen, een en ander in de ruimste zin van het woord. (…)

2. Werkgever:

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf uitoefent als bedoeld in lid 1.

3. Werknemer:

Iedere man of vrouw die op basis van een arbeidsovereenkomst bij een werkgever als bedoeld in lid 2 werkt in een functie die is ingedeeld met inachtneming van de referentiefuncties genoemd in bijlage II (…)”.

2.7

De Schoonmaak CAO kent een onderdeel, het D-Deel, dat specifiek voor hotels geldt.

Artikel 1 luidt, voor zover thans van belang:

“1. Dit deel van de overeenkomst geldt voor de werkgevers zoals omschreven in artikel 1 van de CAO in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf en voor werknemers zoals omschreven in artikel 1 lid 3 van de zelfde CAO, uitsluitend voor de tijd dat zij werkzaam zijn in een hotel. (…)”

3 Het geschil

3.1

[eiseres] heeft na vermindering van eis gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Home Hotel te veroordelen:

I. tot betaling van € 4.511,06 bruto aan achterstallig loon, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50 %, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2015 minus het op 2 mei 2016 ontvangen bedrag van € 432,59 netto;

II. tot overlegging van:

a. de op de onder I. bedoelde betaling betrekking hebbende loonstrook,

b. de jaaropgave 2015,

c. het getuigschrift ex artikel 7:656 BW betreffende de gewerkte periode van 23 april 2015 tot 1 juli 2015;

d. de loonstrook betreffende juni 2015 (periode 25 mei tot 24 juni 2015);

e. de loonstrook betreffende de periode van 25 juni 2015 tot 1 juli 2015,

telkens binnen zeven dagen na vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 2.000,00;

III. met veroordeling van Home Hotel in de proceskosten.

3.2

Aan haar vordering heeft [eiseres], naast de onder 2.1 tot en met 2.3 en onder 2.5 genoemde vaststaande feiten, zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang, het volgende ten grondslag gelegd.

3.2.1.

[eiseres] werkte als schoonmaakster. Op haar arbeidsovereenkomst is de algemeen verbindend verklaarde CAO in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf van toepassing. [eiseres] wijst in dit verband op het CAO deel voor Hotels, D-deel van de CAO en Bijlage II.

3.2.2

Home Hotel heeft de Schoonmaak CAO niet juist toegepast door aan [eiseres] een te laag uurloon te betalen en de bijzondere toeslagen, overwerktoeslagen en zon- en feestdagentoeslagen op grond van die CAO niet te betalen. Daarnaast heeft Home Hotel het vakantiegeld en de vakantiedagen onvolledig betaald en het loon over de periode 25 juni tot en met 1 juli 2015 niet betaald.

3.2.3

Ook heeft Home Hotel nagelaten de loonstroken met betrekking tot de periode 25 mei 2015 tot en met 24 juni 2015 en 25 juni 2015 tot en met 1 juli 2015, de jaaropgave 2015 en een getuigschrift aan [eiseres] te verstrekken.

3.3

Het verweer van Home Hotel strekt tot afwijzing van de vorderingen, met proceskostenveroordeling van [eiseres], met het verzoek daarbij aan te geven dat het loon voor zover dat de periode 25 juni tot en met 1 juli 2015 betreft niet verschuldigd is, althans verrekend is met de schadevergoeding wegens het niet in achtnemen van de opzegtermijn.

3.3.1

Verkort weergegeven heeft Home Hotel aangevoerd dat de Schoonmaak CAO niet van toepassing is, de daarop gebaseerde vorderingen van [eiseres] derhalve niet toewijsbaar zijn en zij volledig aan haar (betalings)verplichtingen jegens [eiseres] heeft voldaan althans het eventueel nog verschuldigde loon verrekend is met de schadevergoeding wegens het niet in achtnemen door [eiseres] van de opzegtermijn.

3.4

De overige stellingen van partijen zullen, voor zover relevant voor de beslissing, onder de beoordeling worden besproken.

4 De beoordeling van de vordering

4.1

[eiseres] baseert haar vorderingen tot betaling van achterstallig loon, vakantiegeld en vakantiedagen op de Schoonmaak CAO. Tussen partijen is in geschil of deze CAO van toepassing is.

4.2

Tijdens de comparitie van partijen heeft [eiseres] nader gesteld dat zij door Home Hotel werd uitgeleend aan haar dochterbedrijven en derhalve op verschillende adressen van Home Hotel werkzaam was en daarmee onder de ruime werkingssfeer van de definitiebepaling van artikel 1 van de Schoonmaak CAO valt. [eiseres] heeft erkend dat zij ook andere werkzaamheden dan schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht, maar gesteld dat haar hoofdwerkzaamheden bestonden uit schoonmaken. Zij heeft voorts een beroep gedaan op gebruik dat in vacatures van gelijksoortige bedrijven als dat van Home Hotel de Schoonmaak CAO bijna altijd van toepassing wordt verklaard.

4.3

Tussen partijen is niet in geschil dat in de onder 2.1 bedoelde arbeidsovereenkomst tussen partijen de Schoonmaak CAO niet van toepassing is verklaard. Het beroep van [eiseres] op gebruik, wat daar ook van zij, is slechts een blote stelling en door haar op geen enkele wijze onderbouwd en wordt daarom gepasseerd.

Of de Schoonmaak CAO op grond van algemeen verbindend verklaring ook op de onderhavige arbeidsovereenkomst van toepassing is, dient beoordeeld te worden aan de hand van het criterium dat de Schoonmaak CAO voor de geldingssfeer stelt.

4.4

Volgens de definitiebepaling (hiervoor onder 2.6 weergegeven) valt onder de Schoonmaak CAO iedere onderneming die haar hoofd- of nevenberoep (onderstreping kntr) maakt van het regelmatig of eenmalig schoonmaken. Home Hotel richt zich op verhuur van kamers. Dat die kamers ook schoongemaakt moeten worden betekent daarmee niet dat er ten aanzien van het aspect schoonmaken van de kamers sprake is van een hoofd- of nevenberoep. [eiseres] wijst in het kader van haar stelling dat de Schoonmaak CAO van toepassing is op het CAO-deel voor hotels (het D-Deel), maar miskent dat voorwaarde voor de gelding van dit onderdeel van de CAO is, dat het moet gaan om een werkgever zoals omschreven in de definitiebepaling van artikel 1 van de Schoonmaak CAO. Nu schoonmaken geen hoofd- of nevenberoep van Home Hotel is en zij niet onder de definitie van artikel 1 valt, is het D-deel van de Schoonmaak CAO derhalve evenmin van toepassing. [eiseres] heeft verder nog verwezen naar Bijlage II Referentiefuncties in de schoonmaak- en glazenwassersbranche. Zij heeft echter in het geheel niet onderbouwd of en op welke wijze zij als werknemer in de zin van artikel 1, derde lid van de Schoonmaak CAO via welke van de in Bijlage II genoemde referentiefuncties onder het geldingsbereik van de Schoonmaak CAO valt. Dit had op haar weg gelegen. Door dit na te laten heeft [eiseres] niet aan haar stelplicht voldaan met als gevolg dat aan bewijslevering niet wordt toegekomen en in rechte niet is komen vast te staan dat zij als specifieke werknemer onder het bereik van de Schoonmaak CAO is komen te vallen.

4.5

De conclusie van het voorgaande is dat de Schoonmaak CAO niet van toepassing is op de arbeidsovereenkomst tussen partijen. Daarmee ontbreekt de grondslag voor toewijzing van de vordering van [eiseres] tot betaling van achterstallig loon, vakantiedagen en vakantietoeslag, voor zover gebaseerd op die CAO.

4.6

Home Hotel heeft onweersproken gesteld dat [eiseres] op basis van de tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst over de maand “juli 2015” zijnde de periode 25 juni 2015 tot en met 1 juli 2015 in beginsel aanspraak heeft op een bedrag aan loon van € 357,03 bruto.

Home Hotel heeft dit bedrag echter niet uitgekeerd, maar verrekend in verband met schadeplichtig ontslag door [eiseres] nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet tussentijds opzegbaar was.

4.7

Het beroep van Home Hotel op verrekening impliceert dat zij niet betwist dat [eiseres] de arbeidsovereenkomst, zij het schadeplichtig, heeft beëindigd op 1 juli 2015, zijnde de laatste dag waarop [eiseres] heeft gewerkt, derhalve met ingang van 2 juli 2015.

Op die beëindiging is het vanaf 1 juli 2015 geldende recht (de WWZ) van toepassing. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:686a lid 4 sub a BW geldt voor een verzoek tot vergoeding in verband met schadeplichtigheid ten gevolge van onregelmatig ontslag een vervaltermijn van 2 maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Niet gesteld of gebleken is dat Home Hotel een dergelijk verzoek binnen de vervaltermijn heeft gedaan. Ook het beroep op verrekening is ruim na het verstrijken van de vervaltermijn gedaan (bij antwoord op de rolzitting van 22 juni 2016).

Een vervaltermijn heeft sterke werking. Niet alleen de rechtsvordering, in dit geval de mogelijkheid om een verzoekschrift in te dienen vervalt, maar ook het recht zelf. Een beroep op een vervallen vordering is daarom ook niet meer mogelijk bij verrekening.

4.8

De loonvordering van [eiseres] met betrekking tot de periode 25 juni 2015 tot en met 1 juli 2015 is derhalve niet door verrekening teniet gegaan. Blijkens het daarvan door [eiseres] overgelegde bankafschrift heeft zij op 2 mei 2016 van Home Hotel een bedrag van € 432,59 netto ontvangen, met als omschrijving “betaling onder protest wegens geschil met arbeidsinspectie”. Home Hotel heeft tijdens de comparitie van partijen gesteld dat dit bedrag in samenhang moet worden gezien met het bedrag van € 357,03 bruto met betrekking tot het loon van de maand juli 2015 (specificatie productie 8 conclusie van antwoord). [eiseres] heeft dat niet betwist. Als niet, dan wel onvoldoende betwist staat in rechte vast dat het bedrag van € 357,03 bruto met betrekking tot de maand juli 2015 door Home Hotel aan [eiseres] is voldaan, zij het niet tijdig. De gevorderde wettelijke verhoging in de zin van artikel 7:625 BW wegens niet tijdige betaling is dan ook toewijsbaar over het bedrag van € 357,03 bruto tot het moment van betaling, zij het beperkt tot 20 % gelet op alle omstandigheden van het geval. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 12 februari 2016. Home Hotel heeft onbetwist gesteld dat zij voor deze datum er niet mee bekend was dat [eiseres] aanspraak maakte op enige vordering.

4.9

Home Hotel heeft de loonstrook die op de onder 4.8 bedoelde periode betrekking heeft evenals de loonstrook met betrekking tot de periode 25 mei 2015 tot en met 24 juni 2015 (“juni 2015”) inmiddels bij antwoord (productie 8) (alsnog) overgelegd. [eiseres] heeft derhalve geen belang meer bij dit onderdeel van haar vordering. Dit zelfde geldt met betrekking tot de door Home Hotel overgelegde jaaropgave 2015 (productie 11 bij antwoord) en het getuigschrift voor de periode 23 april 2015 tot en met 1 juli 2015 (productie 10 bij antwoord).

4.10

De kantonrechter gaat er van uit dat Home Hotel, zoals op de comparitie van partijen door haar toegezegd, nog de loonstrook aan [eiseres] zal verschaffen met betrekking tot de nettobetaling van € 432,59 op 2 mei 2016, die deels betrekking heeft op de door Home Hotel onder protest gedane nabetaling naar aanleiding van het onderzoek door de Arbeidsinspectie.

4.11

Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld. De kantonrechter zal daarom de proceskosten compenseren in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

5 De beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt Home Hotel om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW te beperken tot 20 % over het bedrag van € 357,03 bruto ter zake van het loon over juli 2015 en vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6: 119 BW van af 12 februari 2016 tot aan de dag van algehele voldoening;

compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;

verklaart dit vonnis, voor zover het de veroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

362


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature