Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De verdachte is veroordeeld wegens vergaande en langdurige ontucht met drie kinderen. Hij heeft alle feiten bekend en wil behandeld worden voor zijn pedofiele neigingen. Opgelegd is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden en de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarnaast zal hij aan een tweetal slachtoffers een schadevergoeding moeten betalen.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

Sector strafrecht

Parketnummer: 10/651011-12

Datum uitspraak: 1 november 2012

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren in 1957 te Rotterdam,

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres],

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum te Den Haag,

raadsman mr. D.C.E. Timmermans, advocaat te Rotterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2012.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. Kuiper heeft gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde met uitzondering van het binnendringen van de anus van [slachtoffer 1] (feiten 2 en 3) en het door [slachtoffer 2] laten vastpakken en aftrekken van verdachtes penis (feit 4);

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede oplegging van de maatregel ter beschikkingstelling (TBS) met voorwaarden, zoals vermeld in het maatregelenrapport van de reclassering van 8 oktober 2012.

PARTIELE VRIJSPRAAK

Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4.

Er is onvoldoende bewijs voorhanden dat de verdachte op enig moment zijn penis in de anus van [slachtoffer 1] heeft gebracht. De verdachte heeft deze handeling steeds stellig ontkend en naast de verklaringen van [slachtoffer 1] op dit punt is er geen steunbewijs voorhanden. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van dat bestanddeel zoals in de feiten 2 en 3 is ten laste gelegd.

Ten aanzien van [slachtoffer 2] is er onvoldoende bewijs voorhanden dat hij de penis van de verdachte heeft vastgepakt en afgetrokken. Ook hier geldt dat naast de verklaring van [slachtoffer 2] op dit punt er geen steunbewijs voorhanden is. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van dat bestanddeel zoals in feit 4 is ten laste gelegd.

Ten aanzien van de ten laste gelegde periode bij feit 1 overweegt de rechtbank als volgt.

De verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 3] sinds vijf weken voorafgaande zijn aanhouding op 21 januari 2012 bij hem thuis kwam en dat de ontucht eerst toen heeft plaatsgevonden.

Aangever, [slachtoffer 3], heeft bij de politie verklaard dat hij de verdachte weliswaar een aantal jaar kent doch dat er in het begin geen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Gelet op deze verklaringen komt de rechtbank tot het oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de ontucht met [slachtoffer 3] heeft plaatsgevonden in de gehele ten laste gelegde periode van ruim twee jaar.

De rechtbank acht gezien voornoemde verklaringen wel voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat de ontucht heeft plaatsgevonden in de periode van december 2011 tot en met 21 januari 2012. Die periode zal de rechtbank dan ook bewezen verklaren.

Ten aanzien van de ten laste gelegde periode bij feit 3 oordeelt de rechtbank als volgt.

Aangever [slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat het misbruik begonnen is op de dag dat hij de verdachte leerde kennen. Hij was toen elf of twaalf jaar oud. Het seksuele misbruik is gestopt toen hij zestien was.

De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 1] leerde kennen in het jaar 2000 en dat de seksuele handelingen sinds die eerste ontmoeting plaatsvonden.

De rechtbank stelt vast dat aangever [slachtoffer 1] op [datum] 2000 twaalf jaar geworden is. De rechtbank is van oordeel dat, gezien de verklaringen van de verdachte en aangever, voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat de ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden sinds het jaar 2000 en dus niet sinds 1999 zoals is ten laste gelegd.

BEWEZENVERKLARING

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij in de periode van december 2011 tot en met 21 januari 2012 te Rotterdam, meermalen, telkens met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 3] (geboren in 1998), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het telkens

- "schuren" en/of wrijven en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, heupen en/of penis tegen de billen van die [slachtoffer 3] en/of

- vastpakken/vastgrijpen van de billen van die [slachtoffer 3] en/of

- vastpakken/betasten van de door kleding bedekte penis van die [slachtoffer 3];

2.

hij in de periode van 30 april 2000 tot 30 april 2004 te Rotterdam, meermalen, telkens met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had bereikt, te weten met [slachtoffer 1] (geboren in 1988), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het telkens brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1];

3.

hij in de periode van 30 april 2000 tot 30 april 2004 te Rotterdam, meermalen, telkens met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 1] (geboren in 1988), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd,

namelijk het telkens

- door die [slachtoffer 1] laten aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of

- betasten/vastpakken en aftrekken van de penis van die [slachtoffer 1] en/of

- brengen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond en/of

- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis tussen de (dij)benen van die [slachtoffer 1] en vervolgens zijn, verdachtes, penis aldaar op- en neerbewegen en aldoende neukbewegingen maken;

4.

hij in de periode van 1 december 2011 tot en met 21 januari 2012 te Rotterdam, meermalen, met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 2] (geboren in 2002), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het telkens

- door die [slachtoffer 1] laten betasten van zijn, verdachtes, penis en/of

- betasten/vastpakken en aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of

- brengen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond;

5.

hij op 21 januari 2012 te Rotterdam, afbeeldingen, te weten drieëndertig foto’s en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingenseksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:

het oraal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of

het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong) en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand) en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong) en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) door het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden,

(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

BEWIJSMOTIVERING

De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

STRAFBAARHEID FEITEN

De bewezen feiten leveren op:

Feit 1

Met iemand van beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.

Feit 2

Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

Feit 3

Met iemand van beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.

Feit 4

Met iemand van beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.

Feit 5

de eendaadse samenloop van

Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd

en

Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben.

De feiten zijn strafbaar.

STRAFBAARHEID VERDACHTE

De verdachte is strafbaar.

STRAFMOTIVERING / MOTIVERING MAATREGEL

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer vier jaar schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1], welke ontuchtige handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van zijn lichaam. Dit misbruik is bij dit slachtoffer al vanaf zijn twaalfde levensjaar begonnen en is tot zijn zestiende doorgegaan. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met twee andere jongetjes van tien en dertien jaar oud.

De verdachte deed veel vrijwilligerswerk en stond in de buurt bekend als een vriendelijke en behulpzame man. De verdachte ontving veel minderjarigen, doorgaans jongetjes, in zijn woning. Deze kinderen mochten bij hem wat eten, televisie kijken en gebruik maken van zijn computer. De verdachte wist van zichzelf dat hij zijn pedoseksuele impulsen moeilijker kon onderdrukken wanneer minderjarige jongens zich bij hem in zijn woning bevonden, maar liet dit toch toe. Aldus zorgde hij stelselmatig voor omstandigheden waaronder en een omgeving waarin hij ongestoord zijn handelingen kon plegen.

De verdachte genoot aanzien bij deze kinderen, die vanwege hun –soms zeer jeugdige- leeftijd, al dan niet verstandelijke beperkingen en veelal moeilijke thuissituatie in een kwetsbare positie verkeerden. Hij heeft zich als een vaderfiguur opgesteld en daarmee het vertrouwen van deze jongens weten te winnen. De verdachte heeft misbruik gemaakt van de natuurlijke behoefte van deze jongens aan genegenheid en aandacht.

De verdachte heeft met zijn handelen op een brute wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en heeft hiermee zijn slachtoffers de kans ontnomen om in de puberteit hun eigen seksualiteit te ontdekken op een tijdstip en een wijze dat bij hen past.

De verdachte heeft zich daarbij kennelijk niet bekommerd om de schade die hij bij zijn minderjarige slachtoffers heeft aangericht en slechts oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen seksuele gevoelens. Het is algemeen bekend dat de slachtoffers van dergelijke misdrijven nog lang de ernstige psychische gevolgen hiervan met zich mee dragen, hetgeen ter terechtzitting ook is gebleken uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 1].

Naast deze feiten heeft de verdachte kinderporno in zijn bezit gehad. Het bezit van kinderporno is strafbaar om seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie van dergelijk misbruik tegen te gaan. Centraal staat de bescherming van de (afgebeelde) jeugdige en daarom is ook het enkele privébezit van kinderpornografie strafbaar. De foto's en films, waarvan een korte aanduiding in de bewezenverklaring is opgenomen, bevatten onder meer afbeeldingen van kinderen die gepenetreerd worden.

Het is een algemeen bekend feit dat het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen de vervaardiging en verspreiding van dergelijk materiaal in de hand werkt. Door deze gedragingen wordt de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van vaak zeer jeugdige personen ernstig aangetast en kunnen de psychische gevolgen voor kinderen die op dergelijke wijze worden geëxploiteerd een zeer lange nasleep hebben.

Gegeven de ernst van de door de verdachte gepleegde feiten, de frequentie en het aantal slachtoffers dat hij heeft gemaakt, is het opleggen van een vrijheidsbenemende straf van geruime duur een passende en geboden reactie.

Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het voordeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 september 2012 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Tevens heeft de verdachte in zijn verklaringen er voor gekozen om volledige openheid van zaken te geven. Dit zal hopelijk in positieve zin kunnen bijdragen aan het verwerkingsproces van zijn slachtoffers. Tenslotte vindt de rechtbank het van groot belang dat de - naar verwachting langdurige - behandeling en begeleiding van verdachte binnen afzienbare termijn zal aanvangen. De verdachte heeft steeds stellig aangegeven actief te willen meewerken aan een dergelijke behandeling. Al deze omstandigheden hebben een matigende invloed op de op te leggen gevangenisstraf.

De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het rapport van de psycholoog, drs. R. de Vries d.d. 29 mei 2012 en de inhoud van het rapport van de psychiater, drs. J.M.J.F. Offermans d.d. 4 juni 2012.

De psycholoog heeft geconcludeerd dat de verdachte lijdende is aan zowel een ziekelijke stoornis als een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. De ziekelijke stoornis is in diagnostische termen te omschrijven als pedofilie, waarbij de seksuele belangstelling exclusief is gericht op jongens in de prepuberale leeftijd, vooral tussen de elf en dertien jaar. De gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens is in diagnostische termen te omschrijven als zwakbegaafdheid en een persoonlijkheidsstoornis NAO, met vooral ontwijkende en daarnaast obsessieve-compulsieve en theatrale kenmerken.

Ten tijde van het ten laste gelegde waren genoemde stoornissen aanwezig en het ten laste gelegde kan vanuit deze stoornissen in aanzienlijke mate worden verklaard.

Vanuit de pedofiele stoornis kent de verdachte een seksuele aantrekkingskracht tot jongens in de leeftijd zoals de slachtoffers in onderhavige zaak. Daarnaast maakt zijn persoonlijkheidsstoornis hem terughoudend in het aangaan van mogelijk corrigerend werkende andere sociale contacten, zodat de verdachte voor een groot deel leeft in een wereld gericht op contacten met kinderen. Er bestaat een direct verband tussen de pedofilie en de gepleegde ontucht. Immers, de pedofilie veroorzaakt impulsen tot het aangaan van seksueel contact met jonge jongens. Voor de persoonlijkheidsstoornis en de zwakbegaafdheid is dat verband meer indirect, maar deze hebben versterkt dat de verdachte aan genoemde impulsen onvoldoende weerstand kon bieden. Gezien het verband tussen de stoornissen en de ten laste gelegde feiten is er sprake van verminderde toerekeningsvatbaarheid.

De kans op herhaling is zonder ingrijpen aanzienlijk tot hoog, zeker wanneer de verdachte weer op enig moment zelfstandig zou gaan wonen.

De behandeling om recidive te voorkomen kan in een ambulante setting geschieden. Geadviseerd wordt om de verdachte niet zelfstandig te laten wonen, maar om dit te organiseren in een sociaal pension of een beschermde woonvorm waarbij voldoende toezicht is en dit in te kaderen via een TBS-maatregel met voorwaarden.

De psychiater komt tot vergelijkbare conclusies als de psycholoog.

De psychiater heeft geconcludeerd dat de verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis van pedofilie van het exclusieve type, van een persoonlijkheidsstoornis met ontwijkend-afhankelijke en obsessief-compulsieve kenmerken gepaard gaand met theatraal gedrag en van zwakbegaafdheid. De bovengenoemde stoornissen waren aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde strafbare feiten en hebben de gedragskeuzes van de verdachte beïnvloed.

Er is een duidelijk verband tussen eerdergenoemde diagnoses en de ten laste gelegde feiten, zodat de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar kan worden beschouwd voor deze feiten.

De psychiater benoemt een groot recidivegevaar en een grote noodzaak tot behandeling en begeleiding. Hij ziet mogelijkheden tot verandering van het gedrag en vraagt expliciet aandacht voor verdachtes eenzaamheid. De psychiater adviseert de verdachte te begeleiden vanuit een pension of beschermde woonvorm en heeft daarbij een sterke voorkeur voor een TBS-maatregel met voorwaarden, waarbij de behandeling moet plaatsvinden bij De Waag of Het Dok.

De rechtbank heeft voorts kennis genomen van de inhoud van het maatregelenrapport van 8 oktober 2012, opgemaakt door reclasseringswerker F.J. Zwanenburg, alsmede de inhoud van het rapport d.d. 30 maart 2012, opgemaakt door reclasseringswerker A. Niamat.

Rapporteur Zwanenburg concludeert dat bij ingrijpen, begeleiding en controle de kans op recidive beheersbaar lijkt te zijn. Zonder ingrijpen is de kans op recidive hoog gemiddeld. Rapporteur komt tot de conclusie dat er mogelijkheden zijn om een behandeltraject/begeleidingstraject te realiseren in het kader van een TBS-maatregel met voorwaarden.

Het doel is om recidive te voorkomen en om verandering in het gedrag van de verdachte te bewerkstelligen. Daarbij wordt de aantekening gemaakt dat er bij aanvang van het traject gewerkt moet worden vanuit een nauwgezette begeleiding/behandeling in een regelmatig gecontroleerde leefsituatie. De door de Pro Justitia rapporteurs geadviseerde pensionvoorziening wordt door rapporteur te licht bevonden. Woonbegeleiding moet naar zijn mening ingevuld worden door een instelling als Exodus. Met de verdachte is besproken dat hij met begeleiding en behandeling niet kan starten in zijn oude omgeving. Hij dient te starten vanuit een nieuwe woonplaats Den Haag. Dit om een aantal persoonlijke problemen in zijn voormalige woonomgeving uit te sluiten en slachtofferproblematiek serieus te nemen. In het rapport is verder een uitgebreid plan van aanpak beschreven en de bijzondere en algemene voorwaarden waaronder de TBS met voorwaarden kan worden opgelegd.

De verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard zich te houden aan de TBS-maatregel met voorwaarden zoals geadviseerd door de gedragsdeskundigen en de voorwaarden zoals deze nader zijn uitgewerkt in het maatregelenrapport van de reclassering.

Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht.

Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is aangewezen.

De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen het opleggen van de geadviseerde terbeschikkingstelling met voorwaarden. Dat oordeel vindt grond in de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de inhoud van de deskundigenrapporten en het gevaar voor herhaling.

Voorts wordt vastgesteld dat de bewezen verklaarde feiten, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt opgelegd, misdrijven betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 4 jaar of meer is gesteld en dat deze misdrijven gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Aldus is sprake van een ongemaximeerde TBS-duur.

Alles afwegend worden na te noemen straf en maatregel passend en geboden geacht.

IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen harde schijf te onttrekken aan het verkeer en de in beslag genomen laptop terug te geven aan de verdachte.

De in beslag genomen harde schijf zal worden onttrokken aan het verkeer omdat het onder 5 bewezenverklaarde feit met behulp ervan is begaan.

Ten aanzien van de in beslag genomen laptop zal, overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie, een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

VORDERING BENADEELDE PARTIJEN / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: de wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige [slachtoffer 3], wonende te Rotterdam, terzake van het onder 1 ten laste gelegde feit. Hij vordert een bedrag van € 89,- aan materiële schade en een bedrag van € 600,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente.

Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De verdediging heeft dat ook niet weersproken. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 600,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.

Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente. Om proceseconomische redenen zal de ingangsdatum daarvan worden bepaald op 15 oktober 2012 zijnde de datum waarop de vordering is ingediend.

Voor het overige zal de vordering worden afgewezen, nu niet is komen vast te staan dat, dat deel van de vordering waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het onder 1 bewezen verklaarde feit. Dit betreft dan de gevorderde materiële schade bestaande uit kosten van te vervangen kledingstukken.

Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Tevens heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd: [slachtoffer 1], wonende te Rotterdam, terzake van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een bedrag van € 13.000,- aan immateriële schade.

Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van de onder 2 en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Het is welhaast een feit van algemene bekendheid dat langdurig seksueel misbruik van een kind langdurige en ernstige psychische schade met zich brengt. Dat is bij het inmiddels meerderjarige slachtoffer ook het geval. Zijn advocaat heeft een en ander tijdens de behandeling ter terechtzitting toegelicht. Het slachtoffer wordt, zo blijkt uit een schriftelijke “verklaring in behandeling” d.d. 14 mei 2012, sinds 15 februari 2012 psychologisch behandeld bij PsyQ; aanvankelijk bij de afdeling spoedzorg en sinds 16 april 2012 bij de afdeling psychotrauma.

De rechtbank kan de verdediging dan ook niet volgen in diens standpunt dat geen sprake zou zijn van immateriële schade.

De hoogte van de immateriële schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 10.000,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.

Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Behalve op het reeds genoemde artikel, is gelet op de artikelen 36b, 36 c, 37a, 38, 38a, 55, 57, 240b, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld;

stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:

- de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door Reclassering Nederland;

- de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de afspraken met de reclassering;

- de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de afspraken met zijn behandelaar(s)/ De Waag; terbeschikkinggestelde werkt mee aan de behandeling door de Waag of een andere te benoemen instelling, ook als dat inhoudt het innemen van door de behandelaren voorgeschreven medicatie op de juiste wijze en stelt zich hierin controleerbaar op;

- de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de afspraken met de begeleiders van Exodus of een soortgelijke instelling;

- de terbeschikkinggestelde zal zijn medewerking verlenen aan het opstellen van een signaleringsplan/delictpreventieplan ten aanzien van recidiverisico's. Hij toont hierin een open houding en bespreekt het met de reclassering;

- de terbeschikkinggestelde houdt zich aan het vrijhedenbeleid dat steeds op realiseerbaarheid (gedrag, houding, risico) getoetst wordt: Hij houdt zich aan de regels van de Waag en Exodus of een andere nog te bepalen behandel/begeleiding instelling welke telkens worden getoetst op realiseerbaarheid en zijn afhankelijk van zijn psychische gesteldheid en houding, te beoordelen door de behandelaars/ begeleiders;

- na de behandeling bij De Waag en het verblijf bij Exodus of een nog andere te bepalen behandel/ begeleidinginstelling, wordt zo nodig een vervolgtraject vastgesteld, waarnaar de terbeschikkinggestelde zich zal schikken, wat betreft behandeling en begeleiding;

- de terbeschikkinggestelde stelt zich controleerbaar op ten opzichte van zijn behandelaars en of begeleiders en de reclassering;

- de terbeschikkinggestelde geeft toestemming aan de reclassering om informatie te verstrekken en te vragen aan die personen en instellingen die voor de uitvoering van begeleiding en toezicht van belang zijn;

- de terbeschikkinggestelde geeft openheid over het aangaan en onderhouden van relaties. Hij verleent toestemming tot contactopname met relatie(s);

- de terbeschikkinggestelde zal niet van zijn verblijfsplaats veranderen, zonder dit eerst te overleggen met de reclassering. Zijn adres zal zijn op het adres van Exodus of een andere nog te bepalen behandelinstelling;

- de terbeschikkinggestelde zal zich niet vestigen in de gemeente Rotterdam;

- de terbeschikkinggestelde zal elk bezoek dat hij wil afleggen in de gemeente Rotterdam vooraf bespreken met de reclassering;

- de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het maken van afspraken in een eventuele crisissituatie voor hem zelf en voor slachtoffers, indien dit door de reclassering of behandelaren/begeleiders noodzakelijk wordt geacht; dit geldt ook voor het vervolgtraject van de resocialisatie;

- in het geval dat Exodus en of de Waag rond de aanmeldingsprocedure alsnog geen invulling kunnen geven aan de begeleiding en behandeling van de terbeschikkinggestelde dan zal deze ingevuld worden door een Forensische Psychiatrische afdeling / kliniek ( FPA of FPK);

stelt als algemene voorwaarden:

- de terbeschikkinggestelde zal zich niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

- de terbeschikkinggestelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;

- de terbeschikkinggestelde geeft toestemming aan de reclassering tot het opvragen en uitwisselen van informatie aan alle instellingen die zij relevant achten en die van belang zijn voor een goede behandeling c.q. begeleiding in het kader. Tevens verleent hij zijn medewerking aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier en zal hij meewerken aan de identificatieplicht en het zedenconvenant;

-de terbeschikkinggestelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;

- de terbeschikkinggestelde geeft toestemming aan de reclassering en aan zijn begeleiders, dat in geval van ongeoorloofde afwezigheid of calamiteiten en het niet nakomen van bovengenoemde voorwaarden, deze informatie aan alle betrokken partijen gemeld wordt;

- de reclassering is verantwoordelijk voor het uitbrengen van advies betreffende de voortgang van de maatregel;

- tijdens de gehele TBS maatregel is het voor de terbeschikkinggestelde niet toegestaan om zich buiten het Nederlandse vaste land te begeven;

geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:

- verklaart onttrokken aan het verkeer: de harde schijf.

- gelast de teruggave aan de verdachte van: de laptop;

wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 600,- (zegge: zeshonderd euro) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan [slachtoffer 3], wonende te Rotterdam, te betalen; bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2012;

wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 10.000,- (zegge: tienduizend euro) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan [slachtoffer 1], wonende te Rotterdam, te betalen;

wijst af het door de benadeelde partijen meer of anders gevorderde;

veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 3] te betalen € 600,- (zegge: zeshonderd euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 12 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2012;

legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] betalen € 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 85 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;

verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. Van Lottum, voorzitter,

en mrs. Van der Kaaij en Van Luijck, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. Kandemir-Akkal, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 november 2012.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage bij vonnis van 1 november 2012:

TEKST TENLASTELEGGING.

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 21 januari 2012 te Rotterdam,meermalen, althans eenmaal, (telkens) met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 3] (geboren in 1998), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het (telkens)

- "schuren" en/of wrijven en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, heupen en/of penis tegen de billen van die [slachtoffer 3] en/of

- vastpakken/vastgrijpen van de billen van die [slachtoffer 3] en/of

- vastpakken/betasten van de (door kleding bedekte) penis van die [slachtoffer 3];

(artikel 247 Wetboek van Strafrecht )

2.

hij in of omstreeks de periode van 30 april 2000 tot 30 april 2004 te Rotterdam, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had bereikt, te weten met [slachtoffer 1] (geboren in 1988), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond en/of anus van die [slachtoffer 1];

(artikel 245 Wetboek van Strafrecht )

3.

hij in of omstreeks de periode van 30 april 1999 tot 30 april 2004 te Rotterdam, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 1] (geboren in 1988), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd,

namelijk het (telkens)

- door die [slachtoffer 1] laten aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of

- betasten/vastpakken en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer 1] en/of

- brengen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond en/of anus en/of

- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis tussen de (dij)benen van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, penis aldaar op- en neer bewegen en aldoende neukbewegingen maken;

(artikel 247 Wetboek van Strafrecht )

4.

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 21 januari 2012

te Rotterdam, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 2] (geboren in 2002), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het (telkens)

- door die [slachtoffer 2] laten betasten/vastpakken en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of

- betasten/vastpakken en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of

- brengen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond;

(artikel 247 Wetboek van Strafrecht )

5.

Hij op of omstreeks 21 januari 2012 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,één of meermalen (telkens) een afbeelding(en), te weten (drieëndertig)foto('s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) heeft in bezit gehad,terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:

het oraal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of

het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met(een) vinger(s)/hand) en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong) en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) door het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote)geslachtsdelen in beeld gebracht worden,

(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;

(artikel 240b Wetboek van Strafrecht )


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature