NVWA heeft een partij thee in bewaring genomen. Hangende het verzoek om voorlopige vorziening beslist de minister van SZW op het bezwaar. De voorzieningenrechter overweegt dat het hier gaat om een (beperkt) financieel belang en dat de onomkeerbaarheid van de inbewaringstelling in zoverre beperkt is dat schadevergoeding kan worden gevorderd indien in de bodemzaak blijkt dat die beslissing geen stand houdt Daar komt bij dat de importeur NVWA vlak voor de zitting heeft verzocht om te beoordelen of de partij kan worden vrijgegeven na opslag in een geconditioneerde omgeving, over welk verzoek NVWA zich thans buigt. Gelet hierop zal slechts een voorziening kunnen worden getroffen indien zonder nader onderzoek kan worden vastgesteld dat het bestreden besluit in rechte geen stand zal kunnen houden. Omdat uit het hierna volgende zal blijken dat het bestreden besluit (doch niet het primaire besluit) onmiskenbaar geen stand zal kunnen houden en partijen de voorzieningenrechter ter zitting hebben verzocht om uitspraak te doen in de hoofdzaak, ziet de voorzieningenrechter niettemin aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:86 van de Awb .