E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBROT:2012:BW9126
LJN BW9126, Rechtbank Rotterdam, AWB 11/4067

Inhoudsindicatie:

Boete van € 51.000 op grond van artikel 70b, eerste lid, van de Mededingingswet (Mw) wegens verbreking van een verzegeling in de zin van artikel 54, eerste lid, van de Mw . De (wijze van) verzegeling is niet in strijd met artikel 5:13 Awb . Verweerder heeft eiseres terecht als overtreder aangemerkt. De verbreking van de verzegeling door een medewerker van de beveiliging is aan eiseres toe te rekenen. Geen sprake van afwezigheid van, of verminderde verwijtbaarheid. Uit de systematiek van de Beleidsregels 2009 en de toelichting daarop volgt dat voor overige overtredingen de ernstfactor op 1 wordt vastgesteld, tenzij - gelet op de omstandigheden van het geval - naar het oordeel van verweerder de ernst van de overtreding onvoldoende tot uitdrukking komt in de categorie-indeling. Dat hiervan sprake zou zijn, heeft verweerder op geen enkele wijze onderbouwd. Verweerder heeft geen bijzondere omstandigheden aanwezig geacht die een verhogend of verlagend effect op het op basis van de categorie-indeling vastgestelde boetebedrag dienen te hebben. Verweerder had moeten uitgaan van een ernstfactor 1 in plaats van 2.

Anders dan verweerder stelt, is voor het onderzoek niet alleen de vaststelling van de zegelverbreking relevant, maar ook wie dat heeft gedaan of aan wie dat is toe te rekenen. Doordat eiseres het onderzoek hiernaar heeft vergemakkelijkt, is er sprake van een verdergaande medewerking dan waartoe eiseres wettelijk was gehouden. Verweerder had dit als een boeteverlagende omstandigheid in aanmerking moeten nemen. De rechtbank voorziet zelf en stelt de boete vast op € 23.000.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie