Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/338
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2012 in de zaak tussen
[naam], te [plaats], eiser,
gemachtigde: mr . drs. M.J.G. Schroeder,
en
Stichting Het Juridisch Loket, gevestigd te Utrecht, verweerster,
gemachtigde: mr. T.E.P.A. Lam
Procesverloop
In het kader van een bezoek van eiser aan verweerster heeft verweerster op 15 juli 2011 een diagnosedocument opgesteld en beschikbaar gesteld aan eiser.
Bij brief van 26 augustus 2011 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen het diagnosedocument. Na het uitblijven van een beslissing op bezwaar is verweerster door eiser in gebreke gesteld.
Bij brief van 13 december 2011 heeft verweerster medegedeeld dat het bezwaar niet inhoudelijk zal worden behandeld omdat geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genomen door een bestuursorgaan.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, dan wel een schriftelijke weigering een besluit te nemen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2011. Eiser is niet verschenen. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.
Overwegingen
1. Ter beoordeling ligt voor of verweerster een bestuursorgaan is in de zin van
artikel 1:1, eerste lid, van de Awb . De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
2. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank.
Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Awb wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, van de Awb wordt onder een bestuursorgaan verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
3. In artikel 7, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) wordt aan de Raad voor Rechtsbijstand opgedragen een voorziening in het leven te roepen voor de uitoefening van de rechtshulptaak. Aan de Raad voor Rechtsbijstand wordt de keuze gelaten op welke wijze ze deze taak organisatorisch en technisch vorm willen geven. In de huidige vorm functioneert in dit verband Stichting Het Juridisch Loket.
4. Verweerster is, nu zij een privaatrechtelijke rechtspersoon is en niet krachtens publiekrecht is ingesteld, niet aan te merken als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb . Naar het oordeel van de rechtbank is Stichting Juridisch Loket evenmin aan te merken als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb . De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
4.1. Van een bestuursorgaan in voornoemde zin is slechts sprake indien daaraan een of meer overheidstaken zijn opgedragen en de daarvoor benodigde publiekrechtelijke bevoegdheden zijn toegekend. Van belang is of verweerster eenzijdig rechten en plichten in het leven kan roepen of bindend vast kan stellen. De rechtbank is van oordeel dat niet aan deze voorwaarden is voldaan.
4.2. Het diagnosedocument is een schriftelijk document, waarin is opgenomen een analyse van het juridisch probleem, een advies en zo nodig een doorverwijzing naar een andere instantie of een rechtsbijstandverlener. Uit de Nota van Toelichting van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand blijkt dat het diagnosedocument naar zijn aard alleen een advies kan betreffen van de kant van de Stichting Het Juridisch Loket.
Dat het overleggen van het diagnosedocument het gevolg heeft dat de Raad voor Rechtsbijstand gehouden is een korting van (nu) € 51,- te verlenen op de verschuldigde eigen bijdrage betekent niet dat bij het verstrekken van een diagnosedocument sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb . Het diagnosedocument schept niet eenzijdig rechten en plichten in het leven noch stelt deze vast. Het besluit met rechtsgevolgen ontstaat pas op het moment dat de Raad voor Rechtsbijstand het diagnosedocument betrekt in zijn beslissing om de daadwerkelijke hoogte van de verplichte eigen bijdrage vast te stellen. Het diagnosedocument dient te worden opgevat als een omstandigheid die een rol kan spelen bij de besluitvorming tot het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage. Het nemen van het besluit om te toetsen of eiser voldoet aan de criteria om voor toevoeging en eventuele korting in aanmerking te komen blijft nadrukkelijk een taak van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand. Tegen dat besluit staan vervolgens rechtsmiddelen open.
4.3. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan het diagnosedocument van 15 juli 2011 geen besluit bevatten, dat is genomen door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 van de Awb , zodat daartegen, gelet op de artikelen 1:3, tweede lid, en 8:1, eerste lid, van de Awb , geen bezwaar of beroep openstaat. De rechtbank is om die reden onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, rechter, in aanwezigheid van A.C. Teeuw, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2012.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.