U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Gehonoreerd beroep op noodweer.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

Sector strafrecht

Parketnummer: 10/811050-11

Datum uitspraak: 7 juli 2011

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] 1979 te [plaats]

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres:

[adres]

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de P.I. Breda, locatie De Boschpoort,

raadsman mr. G.E. Toxopeus, advocaat te Rotterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 juni 2011.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. Slieker heeft gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het impliciet primair ten laste gelegde;

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland.

BEWEZENVERKLARING

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het impliciet primair ten laste gelegde feit heeft begaan op die wijze dat:

hij

op 12 maart 2011 te Vlaardingen

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk

een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven,

met dat opzet met een hakmes

die [slachtoffer] heeft geslagen op het achterhoofd

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

BEWIJSMOTIVERING

De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

De verdachte heeft voorwaardelijk opzet gehad op de dood van het slachtoffer. Door met een hakmes een slaande beweging richting het hoofd – waarin zich vitale organen en bloedvaten bevinden – van het slachtoffer te maken heeft de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard niet alleen dat hij vitale delen van het lichaam van het slachtoffer zou raken maar ook dat het slachtoffer, dat daadwerkelijk op het achterhoofd is geraakt, aan het hem toegebrachte letsel zou overlijden.

STRAFBAARHEID FEIT

Het bewezen feit levert op:

Poging tot doodslag

Namens de verdachte is een beroep gedaan op noodweer, subsidiair op noodweerexces.

Voor een geslaagd beroep op noodweer moet het door verdachte begane feit zijn geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting wordt van de volgende feiten uitgegaan. De verdachte is ongeveer twee weken vòòr 12 maart 2011 ingetrokken bij zijn nicht [nicht]. In de nacht van 12 maart 2011 sliep de verdachte in de woning van [nicht]. De verdachte is op enig moment wakker geworden door een ruzie tussen [nicht] en haar vriend [aangever], zijnde aangever. [zoontje], het tienjarige zoontje van [nicht], kwam naar de slaapkamer waar de verdachte zich bevond en zei dat zijn vader en moeder aan het vechten waren. Hierop is de verdachte met [zoontje] meegegaan naar de gang waar hij zag dat [aangever] zijn nicht vasthield en haar keel dichtkneep en hoorde dat [aangever] riep: “ik maak jullie allemaal dood”. De verdachte heeft in de tegenover zijn slaapkamer gelegen keuken een hakmes uit het afdruiprek gepakt. De verdachte heeft met dit hakmes één slaande beweging gemaakt richting het hoofd van [aangever] waarna het hakmes uit zijn handen viel. De verdachte is vervolgens weggerend. De verdachte heeft [aangever] op het achterhoofd geraakt. [aangever] heeft hierdoor letsel opgelopen, bestaande uit een wond op het achterhoofd tot op de schedel met twee kleine spuitende bloedvaatjes en een los botdeel.

Bij beantwoording van de vraag of sprake is van een noodweersituatie acht de rechtbank het volgende van belang.

De verdachte ziet zich in een nog ‘slaapdronken’ toestand geconfronteerd met zijn jonge neefje [zoontje] die het kennelijk nodig achtte de hulp van de verdachte in te roepen omdat zijn ouders aan het vechten waren, waarna verdachte ziet dat aangever de keel van zijn nicht dichtknijpt en doodsbedreigingen roept. De verdachte heeft hierover ter zitting verklaard dat de ogen van zijn nicht wit waren en dat haar tong uit haar mond hing. De verklaring van de verdachte wordt ondersteund door de verklaring van aangever zelf dat hij ruzie had met [nicht] en dat hij haar bij haar keel heeft vastgepakt, alsmede door de verklaring van [nicht] die verklaart dat [aangever] schreeuwde “Ik maak jullie allemaal dood” en dat hij haar bij de keel pakte en hard kneep, waarbij zij voelde dat zij geen adem meer kreeg en zij bang was dat hij haar dood zou maken. De verdachte heeft in een impuls het eerst in zijn zicht liggend voorwerp gepakt, te weten het hakmes, en heeft hier eenmaal mee geslagen naar aangever, teneinde zijn nicht te ontzetten. De rechtbank gaat ervan uit dat deze handeling gericht was op het stoppen van het tegen [nicht] gerichte geweld.

Aldus is sprake van een noodweersituatie, te weten een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van het lijf van de nicht van de verdachte, waartegen de verdachte zich in beginsel mocht verdedigen.

Vervolgens komt de vraag aan de orde of de verdachte andere middelen had om zich tegen de aanval te verweren, of er zinvolle alternatieven bestonden waarvan het gebruik redelijkerwijs van de verdachte mocht worden gevergd. De officier van justitie heeft in dit verband gesteld dat de verdachte de politie had kunnen bellen of iets had kunnen roepen.

De rechtbank overweegt als volgt.

Er bestond een noodzaak om snel in te grijpen, er was immers sprake van een levensbedreigende situatie voor de nicht van de verdachte. Een en ander vond plaats in de woning van [nicht], waar de verdachte op dat moment ook ‘woonde’. De situatie was dermate bedreigend dat weglopen, de politie bellen of iets roepen geen zinvol alternatief was voor het veilig stellen van de nicht van de verdachte. Het handelen van de verdachte voldoet derhalve aan de eisen van subsidiariteit.

Tot slot dient te worden beoordeeld of de manier van verdedigen in een redelijke verhouding staat met de ernst van de aanval. De keel van de nicht van de verdachte werd dichtgeknepen waardoor het risico bestond dat zij dood zou gaan. Verder is van belang dat aangever onder invloed van alcohol, agressief en opgefokt was. De verdachte heeft verklaard dat aangever naar alcohol rook, hetgeen wordt bevestigd door de verklaring van [nicht] die verklaart dat aangever flink dronken was. Ook de verbalisanten die in de bewuste nacht ter plaatse komen relateren dat aangever op hen een erg opgefokte indruk maakte, dat hij driftig heen en weer liep door de woning en schreeuwde tegen [nicht], alsmede dat hij bloedrood doorlopen ogen had en dat moeilijk contact met hem te krijgen was. Voorts is aangever groter en forser van postuur dan [nicht] en de verdachte. Gelet op deze omstandigheden acht de rechtbank het éénmaal slaan met een hakmes richting het hoofd niet onacceptabel.

Gelet op al het vorenstaande valt het door de verdachte begane feit onder deze specifieke omstandigheden aan te merken als geboden door de noodzakelijke verdediging van eens anders lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. Hiermee komt de wederrechtelijkheid aan het gedrag van de verdachte te ontvallen.

Het feit is daarmee niet strafbaar, zodat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Aan het gedane beroep op noodweerexces wordt daarmee niet meer toegekomen, zodat dit beroep onbesproken kan blijven.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Gelet is op de artikelen 41, 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte het impliciet primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. Sikkel, voorzitter,

en mrs. Reinds en Van der Ven, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. Van Wingerden, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 juli 2011.

Bijlage bij vonnis van 7 juli 2011:

TEKST TENLASTELEGGING.

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

hij

op of omstreeks 12 maart 2011

te Vlaardingen

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk

een persoon genaamd [aangever] van het leven te beroven,

althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,

met dat opzet met een (hak)mes meerdere malen, althans eenmaal, (telkens)

die [aangever] heeft geslagen op het (achter)hoofd en/of heeft gestoken in het

(achter)hoofd,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

(287/302 jo 45 Wetboek van Strafrecht)


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature